In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Gelderland, is op 5 november 2025 een eindvonnis gewezen in de zaak tussen twee eisers en De Koning Houtmontage B.V. De eisers, vertegenwoordigd door de gemachtigden mrs. B.J. Roodenburg en S. Kooren-El Jaouhari, hebben een vordering ingesteld tegen De Koning, vertegenwoordigd door mr. W. van Dijk, met betrekking tot vermeende gebreken in de geleverde diensten. De procedure volgde op eerdere tussenvonnissen, waaronder een deskundigenbericht dat op 31 juli 2025 was uitgebracht door ing. J.C. Kok van Kode Consult. Dit deskundigenonderzoek concludeerde dat er geen gebreken waren in de door De Koning geleverde producten, zoals koudebruggen of onjuiste raamrubbers.
De kantonrechter heeft de bevindingen van de deskundige als overtuigend beschouwd en heeft geoordeeld dat de vorderingen van de eisers moeten worden afgewezen. De eisers zijn in het ongelijk gesteld en zijn veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op € 948,00. De kantonrechter heeft tevens bepaald dat de proceskostenveroordeling hoofdelijk is, wat betekent dat elke eiser verantwoordelijk is voor het volledige bedrag. Dit vonnis is openbaar uitgesproken op 5 november 2025 door mr. M.D.R. Joppe.