ECLI:NL:RBGEL:2025:9584

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
5 november 2025
Publicatiedatum
11 november 2025
Zaaknummer
10945949
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in civiele zaak over aansprakelijkheid en deskundigenonderzoek

In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Gelderland, is op 5 november 2025 een eindvonnis gewezen in de zaak tussen twee eisers en De Koning Houtmontage B.V. De eisers, vertegenwoordigd door de gemachtigden mrs. B.J. Roodenburg en S. Kooren-El Jaouhari, hebben een vordering ingesteld tegen De Koning, vertegenwoordigd door mr. W. van Dijk, met betrekking tot vermeende gebreken in de geleverde diensten. De procedure volgde op eerdere tussenvonnissen, waaronder een deskundigenbericht dat op 31 juli 2025 was uitgebracht door ing. J.C. Kok van Kode Consult. Dit deskundigenonderzoek concludeerde dat er geen gebreken waren in de door De Koning geleverde producten, zoals koudebruggen of onjuiste raamrubbers.

De kantonrechter heeft de bevindingen van de deskundige als overtuigend beschouwd en heeft geoordeeld dat de vorderingen van de eisers moeten worden afgewezen. De eisers zijn in het ongelijk gesteld en zijn veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op € 948,00. De kantonrechter heeft tevens bepaald dat de proceskostenveroordeling hoofdelijk is, wat betekent dat elke eiser verantwoordelijk is voor het volledige bedrag. Dit vonnis is openbaar uitgesproken op 5 november 2025 door mr. M.D.R. Joppe.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK GELDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: 10945949 \ CV EXPL 24-1594
Vonnis van 5 november 2025
in de zaak van

1.[eiser 1]

2.[eiser 2]

beiden wonende te [plaats] ,
eisende partijen,
hierna samen te noemen: [eisers] ,
gemachtigden: mrs. B.J. Roodenburg en S. Kooren-El Jaouhari (ARAG),
tegen
DE KONING HOUTMONTAGE B.V.
gevestigd te Kootwijkerbroek,
gedaagde partij,
hierna te noemen: De Koning,
gemachtigde: mr. W. van Dijk.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 5 maart 2025 en de daarin genoemde processtukken,
- het deskundigenbericht van 31 juli 2025,
- de factuur van de deskundige van 31 juli 2025,
- de e-mail van de gemachtigde van [eisers] van 2 september 2025,
- de e-mail van de gemachtigde van De Koning van 9 september 2025.
1.2.
Bij brief van 13 oktober 2025 zijn partijen geïnformeerd over een wisseling van rechter. De kantonrechter ten overstaan van wie de mondelinge behandeling op
4 juli 2024 heeft plaatsgevonden en die de tussenvonnissen van 31 juli 2024, 20 november 2024 en 5 maart 2025 heeft gewezen is overgestapt naar een ander gerecht. Geen van partijen heeft aanleiding gezien om vanwege deze wisseling van rechter te verzoeken om een nieuwe mondelinge behandeling.
1.3.
Daarna is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling van het geschil

2.1.
De kantonrechter blijft bij hetgeen is overwogen en beslist in het tussenvonnis van
5 maart 2025 (en de daaraan voorafgaande tussenvonnissen), voor zover daarvan hierna niet zal worden afgeweken.
2.2.
De kantonrechter heeft bij tussenvonnis van 5 maart 2025 een deskundigenonderzoek bevolen, waarbij de heer ing. J.C. Kok, verbonden aan Kode Consult, als deskundige is benoemd. Aan de deskundige zijn meerdere vragen voorgelegd. De vragen hadden betrekking op de aanwezigheid van een koudebrug, de gebruikte raamrubbers in de kunststofkozijnen en of de gevelstenen zijn geïmpregneerd. De deskundige heeft deze vragen in zijn rapport beantwoord en uit deze antwoorden volgt – kort weergegeven – dat geen sprake is van een gebrek op bovengenoemde punten.
2.3.
[eisers] heeft bij e-mailbericht van 2 september 2025 verwezen naar haar, aan de deskundige toegezonden, reactie op het conceptdeskundigenonderzoek. De Koning heeft bij e-mailbericht van 9 september 2025 verklaard geen opmerkingen te hebben over het deskundigenonderzoek. De kantonrechter is van oordeel dat de deskundige de bemerkingen van [eisers] op het deskundigenonderzoek overtuigend heeft weerlegd. De kantonrechter is verder van oordeel dat het deskundigenbericht voorzien is van een deugdelijke motivering, op navolgbare wijze tot stand is gekomen en voldoet aan de eisen die aan het deskundigenbericht gesteld mogen worden. Bij de verdere beoordeling van deze zaak zal de kantonrechter dan ook de conclusies van de deskundige tot uitgangspunt nemen.
2.4.
De deskundige is tot de conclusie gekomen dat, in het licht van hetgeen [eisers] in deze procedure heeft gesteld, geen sprake is van enig gebrek waarvoor De Koning aansprakelijk is. De vorderingen van [eisers] zullen daarom worden afgewezen.
2.5.
[eisers] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten en de nakosten betalen. Deze kosten van De Koning worden begroot op:
- salaris gemachtigde € 813,00 (3 punten x € 271,00)
- nakosten € 135,00 (plus de kosten van betekening
zoals vermeld in de beslissing)
€ 948,00
2.6.
Bij beschikking van 23 september 2025 is beslist dat de door [eisers] , als voorschot, betaalde schadeloosstelling (€ 5.420,80) van de deskundige aan laatstgenoemde zal worden uitbetaald. In de uitkomst van deze procedure ziet de kantonrechter geen aanleiding te bepalen dat De Koning enige bijdrage aan deze schadeloosstelling is verschuldigd.
2.7.
De proceskostenveroordeling wordt hoofdelijk uitgesproken. Dat betekent dat iedere veroordeelde kan worden gedwongen het hele bedrag te betalen. Als de één (een deel) betaalt, hoeft de ander dat (deel van het) bedrag niet meer te betalen.

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
wijst de vorderingen van [eisers] af,
3.2.
veroordeelt [eisers] hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, in de proceskosten van € 948,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [eisers] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
3.3.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.D.R. Joppe en in het openbaar uitgesproken op
5 november 2025.
44356 \ 51588