ECLI:NL:RBGEL:2025:9585

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
5 november 2025
Publicatiedatum
11 november 2025
Zaaknummer
11641424
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheidsincident en hoofdzaak in civiele procedure met meerdere eisers en gedaagden

In deze civiele procedure, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland, is op 5 november 2025 een vonnis gewezen in een zaak met meerdere eisers en gedaagden. De procedure betreft een bevoegdheidsincident, waarbij de kantonrechter zich bevoegd heeft verklaard om de zaak te behandelen. Dit besluit volgt op een tussenvonnis van 10 september 2025, waarin de partijen verzochten om de procedure bij de kantonrechter voort te zetten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat alle partijen zich gezamenlijk op basis van artikel 96 Rv tot hem hebben gewend, onder voorbehoud van het recht op hoger beroep. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

In de hoofdzaak is de procedure voor zover deze betrekking heeft op een van de gedaagden geschorst, zowel in conventie als in reconventie, op basis van de Faillissementswet. De zaak zal worden voortgezet met het opgeven van verhinderdata voor een mondelinge behandeling. De kantonrechter heeft bepaald dat alle partijen aanwezig moeten zijn op de zitting, waarbij rechtspersonen vertegenwoordigd moeten worden door iemand die van de zaak op de hoogte is en gemachtigd is om inlichtingen te geven en een schikking aan te gaan. De mondelinge behandeling is gepland voor 19 november 2025, waarbij partijen hun verhinderdagen voor de maanden januari tot en met april 2026 moeten opgeven. De kantonrechter heeft ook aangegeven dat indien een partij niet tijdig de verhinderdata opgeeft, hij de datum en het tijdstip van de mondelinge behandeling zelfstandig zal vaststellen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. M.J.C. van Leeuwen.

Uitspraak

RECHTBANKGELDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: 11641424 \ CV EXPL 25-2828
Vonnis van 5 november 2025
in de zaak van

1.[eiser 1] ,

te [woonplaats],
2.
[eiser 2],
te [vestigingsplaats],
3.
[eiser 3],
te [vestigingsplaats],
4.
[eiser 4],
te [vestigingsplaats],
eisende partijen,
hierna samen te noemen: [eiser c.s.] ,
gemachtigde: mr. F. Ortiz Aldana,
tegen

1.[gedaagde 1] ,

te [woonplaats],
2.
[gedaagde 2] .,
te [vestigingsplaats],
3.
[gedaagde 3],
te [vestigingsplaats],
4.
GRAND CAFÉ DE BASILIEK B.V.,
te Geldermalsen,
5.
BAROLO KEUKENS B.V.,
te Amsterdam,
gedaagde partijen,
hierna samen te noemen: [gedaagde c.s.] ,
gemachtigde: mr. E.M. Uijttewaal.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 10 september 2025,
- het exploot tot oproeping van de curator in het faillissement van [gedaagde 2] .
1.2.
De curator is niet in de procedure verschenen.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling in het bevoegdheidsincident

2.1.
Zoals reeds overwogen in het tussenvonnis van 10 september 2025 hebben alle partijen bij akte (primair) verzocht de procedure bij de kantonrechter voort te zetten. Hieruit begrijpt de kantonrechter dat zij zich samen op basis van artikel 96 Rv tot de kantonrechter wenden en zijn beslissing inroepen, dit onder voorbehoud van het recht op hoger beroep. De kantonrechter acht zich dan ook bevoegd.
2.2.
In de omstandigheid dat de kantonrechter ambtshalve zijn bevoegdheid aan de orde heeft gesteld, ziet de kantonrechter aanleiding om de proceskosten te compenseren, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

3.De verdere beoordeling in de hoofdzaak

3.1.
Voor zover de hoofdzaak betrekking heeft op [gedaagde 2] is deze geschorst, in conventie op grond van artikel 29 Fw en in reconventie op grond van artikel 27 Fw.
3.2.
Ten aanzien van de overige partijen heeft te gelden dat in de hoofdzaak reeds een conclusie van antwoord is genomen, waarbij tevens een eis in reconventie is ingesteld. De zaak zal worden voortgezet middels het opgeven van verhinderdata voor het plannen van een mondelinge behandeling in de hoofdzaak. [eiser c.s.] mag in reconventie nog voor antwoord concluderen en dient die conclusie
uiterlijk 14 dagen voor de mondelinge behandelingaan de kantonrechter en de wederpartijen toe te sturen.
3.3.
Voor het geval partijen nog stukken in willen dienen, dan dienen zij dat uiterlijk
10 dagen voor de dag van de mondelinge behandeling te doen. Met stukken die later of op de mondelinge behandeling worden ingediend, hoeft de kantonrechter geen rekening te houden.
3.4.
Iedere verdere beslissing in de hoofdzaak wordt aangehouden.

4.De beslissing

De kantonrechter
in het incident
4.1.
verklaart zich bevoegd,
4.2.
compenseert de proceskosten, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
in de hoofdzaak
4.3.
bepaalt een mondelinge behandeling ten overstaan van mr. M.J.C. van Leeuwen op een nader vast te stellen datum en tijdstip in het gerechtsgebouw aan de Walburgstraat 2-4, te Arnhem,
4.4.
bepaalt dat alle partijen op de zitting aanwezig moeten zijn, waarbij een rechtspersoon vertegenwoordigd moet zijn door iemand die van de zaak op de hoogte is en gemachtigd is om inlichtingen te geven en een schikking aan te gaan,
4.5.
verwijst de zaak naar de rol van
woensdag 19 november 2025voor het opgeven van verhinderdagen van partijen en hun gemachtigden voor de maanden januari, februari, maart en april 2026, waarna dag en tijdstip van de mondelinge behandeling worden bepaald,
4.6.
bepaalt dat de kantonrechter, indien een partij niet dan wel niet tijdig de verhinderdata opgeeft, de datum en het tijdstip van de mondelinge behandeling zelfstandig vaststelt,
4.7.
bepaalt dat de datum en het tijdstip van de mondelinge behandeling ervan in beginsel niet meer worden gewijzigd,
4.8.
bepaalt dat [eiser c.s.] een eventuele conclusie van antwoord in reconventie uiterlijk 14 dagen voor de dag van de mondelinge behandeling aan de kantonrechter en de wederpartijen dient toe te sturen,
4.9.
bepaalt dat in het geval partijen nog stukken willen indienen, dan dienen zij dat uiterlijk 10 dagen voor de dag van de mondelinge behandeling te doen. Die stukken dienen toegezonden te worden aan:
  • de griffie van de rechtbank Gelderland, Team kanton en handelsrecht, zittingsplaats Arnhem, postbus 9030 te 6800 EM Arnhem onder vermelding van zaaknummer,
  • (de gemachtigde van) de wederpartijen,
4.10.
houdt verder iedere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.C. van Leeuwen en in het openbaar uitgesproken op 5 november 2025.
44356 \ 560