ECLI:NL:RBGEL:2025:9587
Rechtbank Gelderland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Geen persoonlijke aansprakelijkheid van de (middellijk) bestuurder van de vennootschap
In deze zaak vorderde [eiser] een bedrag van € 907,50 van [gedaagde c.s.], bestaande uit twee gedaagden, op grond van onrechtmatige daad. [eiser] stelde dat [gedaagde c.s.] als middellijk bestuurders van Holland Climate Group B.V. (HCG) persoonlijk aansprakelijk waren voor de onbetaalde factuur, omdat zij wisten of redelijkerwijs moesten begrijpen dat HCG haar verplichtingen niet kon nakomen. De procedure begon met een dagvaarding op 29 juli 2025, gevolgd door verschillende conclusies van antwoord, repliek en dupliek. De kantonrechter oordeelde dat voor persoonlijke aansprakelijkheid van bestuurders een hoge drempel geldt. De kantonrechter concludeerde dat [eiser] niet voldoende feiten had aangedragen om te bewijzen dat [gedaagde c.s.] op het moment van het aangaan van de overeenkomst wist dat HCG niet aan haar betalingsverplichtingen kon voldoen. De kantonrechter wees de vorderingen van [eiser] af en veroordeelde haar in de proceskosten, die aan de kant van [gedaagde c.s.] op nihil werden begroot. Dit vonnis werd uitgesproken op 7 november 2025.