ECLI:NL:RBGEL:2025:9932

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
11 november 2025
Publicatiedatum
20 november 2025
Zaaknummer
C/05/443312 / HA RK 24-163
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verhoging van het voorschot op kosten van deskundige in civiele procedure

In deze civiele procedure heeft de rechtbank Gelderland op 11 november 2025 een beschikking gegeven inzake een verzoek van een deskundige om het voorschot op zijn kosten te verhogen. De deskundige had eerder in een beschikking van 10 maart 2025 een voorschot van € 4.912,60 inclusief btw vastgesteld, maar verzocht nu om een verhoging van € 2.105,40 inclusief btw. Dit verzoek was ingegeven door een uitvoerige reactie van de verweerders op het conceptrapport van de deskundige, wat leidde tot meer benodigde behandelingstijd dan oorspronkelijk ingeschat.

Verzoekers maakten bezwaar tegen de verhoging van het voorschot, stellende dat het beginsel van hoor en wederhoor geschonden zou worden als zij geen gelegenheid kregen om op de reactie van verweerders te reageren. Ze verzochten de rechtbank om de rapportage van de partijdeskundige van verweerders buiten beschouwing te laten of, indien de verhoging werd toegewezen, deze ten laste van verweerders te laten komen. Verweerders daarentegen verzetten zich tegen het verzoek van verzoekers en lieten de beslissing aan de rechtbank over.

De rechtbank oordeelde dat de deskundige overeenkomstig de eerdere beschikking had gehandeld en dat de verzochte verhoging van het voorschot redelijk was, gezien de omstandigheden van de zaak. De rechtbank besloot dat verzoekers het verhoogde voorschot moesten deponeren, ondanks hun bezwaren. De beschikking bevatte ook instructies voor de betaling en verdere afhandeling van het deskundigenrapport.

Uitspraak

RECHTBANK Gelderland

Civiel recht
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer / rekestnummer: C/05/443312 / HA RK 24-163
Beschikking van 11 november 2025
in de zaak van

1.[verzoeker 1] ,

2.
[verzoeker 2],
beiden wonende te [plaats 1] ,
verzoekers,
advocaten: mr. C. Borstlap en mr. J.E. de Groot te Zwolle,
tegen

1.[belanghebbende 1] ,

2.
[belanghebbende 2],
beiden wonende te [plaats 2] ,
verweerders,
advocaat: mr. P.F.M. Verstegen te Heilig Landstichting.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de beschikking van 10 maart 2025;
  • het e-mailbericht van 7 oktober 2025 van de deskundige;
  • het e-mailbericht van 28 oktober 2025 van mr. Verstegen;
  • het e-mailbericht van 29 oktober 2025 van mr. De Groot;
  • het e-mailbericht van 30 oktober 2025 van mr. Verstegen.
1.2.
Ten slotte is beschikking bepaald.

2.De feiten

2.1.
In de beschikking van 10 maart 2025 (hierna: de beschikking) is het voorschot op de kosten van de deskundige bepaald op € 4.912,60 inclusief btw en is onder meer bepaald dat verzoekers het voorschot moeten betalen. In randnummer 4.9. van de beschikking is voorzien dat het voorschot mogelijk niet toereikend zal blijken te zijn, voor welk geval is bepaald dat de deskundige het onderzoek staakt en contact opneemt met de griffier.
2.2.
In de beschikking is (in randnummer 4.12. en 4.13.) ook bepaald dat:
- de deskundige een concept van het rapport aan verzoekers en verweerders moet toezenden, waarna verzoekers en verweerders de gelegenheid krijgen om binnen vier weken daarover bij de deskundige opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het definitieve rapport de door verzoekers en verweerders gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundige daarop moet vermelden;
- verzoekers en verweerders bij de deskundige geen gelegenheid hebben om op elkaars opmerkingen en verzoeken naar aanleiding van het conceptrapport te reageren.

3.Het verzoek

3.1.
De deskundige heeft de rechtbank verzocht om het voorschot aan te (laten) vullen met € 2.105,40 inclusief btw. De aanleiding daarvoor is de uitvoerige reactie die verweerders op zijn conceptrapport hebben gegeven, onder meer in de vorm van een rapportage waarin een door hen ingeschakelde (partij)deskundige op het conceptrapport van de deskundige reageert, waardoor beduidend meer behandelingstijd nodig is dan vooraf is ingeschat en waarvoor de nog resterende uren onvoldoende zijn.
3.2.
Verzoekers hebben - vanwege, kort gezegd, de omvang, totstandkoming en inhoud van de reactie van verweerders op het conceptrapport - bezwaar gemaakt tegen verhoging van het voorschot en hebben de rechtbank verzocht om:
  • te bepalen dat de door verweerders ingebrachte rapportage van de partijdeskundige buiten beschouwing wordt gelaten en daarmee het verzoek tot verhoging van het voorschot af te wijzen, of
  • te bepalen dat het voorschot wordt verhoogd, waarbij de verhoging ten laste komt van verweerders.
Volgens verzoekers zou het beginsel van hoor en wederhoor worden geschonden als zij geen gelegenheid krijgen om zich over de reactie van verweerders uit te laten, temeer omdat verweerders wel de gelegenheid hebben gehad om te reageren op de eerder door verzoekers ingebrachte deskundigenrapporten. Als de reactie van verweerders wel wordt betrokken bij de verdere beoordeling, dan is een verhoging begrijpelijk. De verhoging moet dan wel voor rekening van verweerders komen, omdat zij het rapport in een laat stadium hebben ingebracht, waardoor de kostenbegroting wordt overschreden.
3.3.
Verweerders achten het verzoek van verzoekers om de rapportage van hun partijdeskundige buiten beschouwing te laten om meerdere redenen niet toewijsbaar en hebben verzocht dat niet te honoreren. Zij refereren zich aan het oordeel van de rechtbank over de verhoging van het voorschot.
3.4.
Op de stellingen van verzoekers en verweerders wordt hierna, voor zover van belang, ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De deskundige heeft gehandeld overeenkomstig hetgeen ten aanzien van het voorschot is bepaald in randnummer 4.9. van de beschikking. Hij heeft gemotiveerd waarom welke verhoging van het voorschot nodig is. Zijn verzoek ziet enkel op de verhoging van het voorschot, en niet op (bijvoorbeeld) de beoordeling van de gang van zaken gedurende het onderzoek en het opstellen van het deskundigenrapport. Uitgangspunt voor het onderzoek en de rapportage is dat de deskundige vanuit zijn expertise de keuze maakt op welke wijze dat wordt uitgevoerd (vgl. randnummer 3.16. van de beschikking). Dat een verhoging van het voorschot wordt verzocht, is bepaald niet ongebruikelijk in zaken als de onderhavige.
De omvang van de verzochte verhoging (en van het totale, verhoogde voorschot) komt de rechtbank in de gegeven omstandigheden redelijk voor, mede gelet op de reikwijdte van het deskundigenbericht en het feit dat er een reactie in de vorm van een rapport van een partijdeskundige is ingebracht. Het verzoek zal worden toegewezen.
4.2.
In de gegeven omstandigheden is er geen aanleiding om van het wettelijk uitgangspunt ten aanzien van de betaling van het voorschot af te wijken, zodat de verhoging van het voorschot door verzoekers moet worden gedeponeerd.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
stelt de verhoging van het voorschot op de kosten van de deskundige vast op
€ 2.105,40 inclusief btw,
5.2.
bepaalt dat verzoekers het voorschot moeten overmaken binnen twee weken na de datum van de nog te ontvangen nota met betaalinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak,
5.3.
bepaalt dat de griffier een kopie van deze beschikking aan de deskundige zal toezenden,
5.4.
draagt de griffier op om de deskundige onmiddellijk in kennis te stellen van de betaling van het voorschot,
5.5.
bepaalt dat de deskundige uiterlijk 2 maanden na het schriftelijk bericht van de griffier omtrent de betaling van het aanvullend voorschot een schriftelijk en ondertekend bericht in drievoud ter griffie van de rechtbank dient in te leveren, onder bijvoeging van een gespecificeerde declaratie,
5.6.
handhaaft voor het overige de beschikking van 10 maart 2025.
Deze beschikking is gegeven door mr. E. Boerwinkel en in het openbaar uitgesproken op 11 november 2025.