ECLI:NL:RBGRO:2000:AA9548
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.H.J. Lennaerts
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid civiele rechter bij verzoekschrift deskundigenonderzoek in arbeidsongeschiktheidsschatting
In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 19 december 2000 uitspraak gedaan over de bevoegdheid van de civiele rechter om te oordelen over een verzoekschrift tot benoeming van een deskundige in het kader van een bezwaarprocedure inzake arbeidsongeschiktheidsschatting. Verzoekster, die een uitkering op basis van de WAO had aangevraagd, verzocht de rechtbank om een voorlopig deskundigenonderzoek te bevelen, met de benoeming van deskundige D.J. Schakel. Dit verzoek was ingediend in het kader van een bezwaarschriftprocedure tegen een beslissing van het Landelijk Instituut Sociale Verzekeringen (verweerder) die haar uitkering had geweigerd.
De rechtbank overwoog dat het verzoek van verzoekster was gebaseerd op artikel 227 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), dat bepaalt dat een verzoekschrift kan worden ingediend bij de rechter die bevoegd is. De rechtbank stelde vast dat de civiele rechter niet bevoegd was om te oordelen over het verzoek, omdat het onderwerp van de deskundigenbenoeming exclusief onder de bevoegdheid van de bestuursrechter valt. De rechtbank verwees naar artikel 49 van de Wet op de rechterlijke organisatie, waaruit blijkt dat de civiele kamer enkel bevoegd is voor burgerlijke zaken.
De rechtbank verklaarde zich derhalve onbevoegd om het verzoek van verzoekster te behandelen, aangezien de vaststelling van arbeidsbeperkingen en de beoordeling van de beslissing van verweerder in het kader van de bezwaarschriftprocedure onder de jurisdictie van de bestuursrechter valt. De uitspraak benadrukt het belang van de juiste rechtsgang en de scheiding van bevoegdheden tussen civiele en bestuursrechtelijke zaken.