ECLI:NL:RBGRO:2001:AA9713

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
29 januari 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
50183 / KG ZA 01-17
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • W. Duitemeijer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Auteursrechtelijke bescherming van de popgroep De Kast tegen parodie op hun werk

In deze zaak, die voor de Rechtbank Groningen werd behandeld, vorderde de besloten vennootschap De Kast B.V. een voorlopige voorziening in kort geding tegen de besloten vennootschap Roadrunner Arcade Music Holland B.V. en twee andere gedaagden. De eiseres, vertegenwoordigd door haar procureur mr. J.B. Rijpkema en advocaat mr. H.P. de Lange, stelde dat de gedaagden inbreuk maakten op haar auteursrechten door het nummer "Jelle" uit te brengen, dat elementen bevatte van de nummers van de popgroep De Kast. De gedaagden, vertegenwoordigd door procureur mr. H.E.M. Hulleman en advocaat mr. M. Bunders, voerden verweer en stelden dat het nummer "Jelle" een parodie was op het nummer "Stan" van Eminem, en dat er geen sprake was van auteursrechtinbreuk.

De president van de rechtbank, mr. W. Duitemeijer, oordeelde dat de vordering van eiseres niet kon worden toegewezen. Hij stelde vast dat het nummer "Jelle" niet anders kon worden gezien dan als een parodie, en dat de gedaagden niet onrechtmatig handelden door het nummer uit te brengen. De president wees erop dat de parodie duidelijk was voor het publiek en dat het imago van de popgroep De Kast niet in gevaar kwam door de uitingen in het nummer. Bovendien werd overwogen dat de gedaagden geen onrechtmatige voordelen haalden uit de bekendheid van de popgroep, aangezien hun werk voortkwam uit een creatieve parodie.

De president weigerde de gevraagde voorziening en veroordeelde eiseres in de kosten van de procedure. Dit vonnis werd uitgesproken op 29 januari 2001, waarbij de president de argumenten van beide partijen zorgvuldig afwoog en tot de conclusie kwam dat de bescherming van de auteursrechten in dit geval niet van toepassing was.

Uitspraak

ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE GRONINGEN DE PRESIDENT IN KORT GEDING
Reg.nr.: 50183 / KG ZA 01-17
VONNIS
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid DE KAST B.V.,
statutair gevestigd te Leeuwarden en kantoorhoudende te (9269 TW) Veenwouden aan de Mo1enstraat 56,
eiseres,
procureur mr. J.B. Rijpkema. advocaat mr. H.P. de Lange te Drachten
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ROADRUNNER ARCADE MUSIC HOLLAND B.V.
statulair gevestigd te Amsterdam en kantoorhoudende te (1412 GD) Naarden aan de Zwarteweg 10
2. [gedaagde 2],
wonende te woonplaats
3. [gedaagde 3],
wonende te [woonplaats]
gedaagden,
procureur mr. H.E.M. Hulleman,
advocaat, mr. M. Bunders te Amsterdam.
PROCESVERLOOP
Eiseres heeft gedaagden doen dagvaarden in. kort geding.
De vordering strekt ertoe bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad.
1- gedaagden te veroordelen zich te onthouden van elk handelen c.q. nalaten, zowel direct als indirect, leidend tot het vervaardigen in het verkeer brengen dan wel op andere wijze verhandelen en promoten van het omstreden nummer "Jelle", alsmede openbaar optreden met dit nummer, onder verbeurte van een dwangsom van f 50.000,-- voor iedere keer dat gedaagden, nadat in de betekening genoemde termijn is verstreken. In gebreke blijven aan het in dezen te wijzen vonnis te voldoen. met een maximum van f 500.000,--;
2- gedaagden te gebieden al hetgeen te doen dan wel na te laten om het omstreden nummer van internet te halen in die zin dat het nummer"Jelle" met onmiddellijke ingang niet meer van enige MP3 providers of anderszins kan worden gedownload,
onder verbeurte van een dwangsom van f 50.000,-- voor iedere keer dat gedaagden, nadat in de betekening genoemde termijn is verstreken, in gebreke blijven aan het in dezen te wijzen vonnis te voldoen, met een maximum van f 500.000,-;
3- gedaagden te veroordelen in de kosten van dit geding.
Op de voor de behandeling bepaalde dag. 24 januari 2001, is eiseres verschenen. vertegenwoordigd door K. de Jong. manager van de popgroep De Kast en vergezeld van mr. De Lange.
Gedaagden .gedaagde sub 1 vertegenwoordigd door R. van Dulkenraad. zijn eveneens verschenen. Allen vergezeld van mr. Bunders.
Eiseres heeft conform de dagvaarding voor eis geconcludeerd, waarbij zij producties in het geding heeft gebracht.
Gedaagden hebben verweer gevoerd tegen de vordering en geconcludeerd eiseres daarin niet-ontvankelijk te verklaren, dan wel deze af te wijzen.
Partijen hebben hun standpunten nader toegelicht en pleitnotities overgelegd
Partijen hebben ten slotte vonnis gevraagd De uitspraak is bepaald op 29 januari 2001.
RECHTSOVERWEGINGEN
1.In dit geding wordt van het volgende uit gegaan:
a. Eiseres exploiteert de popgroep De Kast
b De leden van de popgroep De Kast hebben onder meer de nummers "In Nije Dei" en "De Ideale Vrouw" geschreven en uitgebracht De auteursrechten van deze liedjes zijn door de groepsleden van de popgroep op 1 september 1995 overgedragen aan Cindisc Music Publishing te Nieuwegein, zoals blijkt uit de in het geding gebrachte kopieën van de overeenkomsten tot auteursrecht overdracht
c. Gedaagden sub 2 en 3 -[...]- hebben een Nederlandstalig lied geschreven op de hit "Stan"-van de Amerikaanse rapper Eminem, met als titel "Jelle".
Net als in het Amerikaanse nummer gaat het lied over een obsessieve fan van een popidool, in het Amerikaanse geval Stan genaamd en in dit geval Jelle. In tegenstelling tot het Amerikaanse nummer, waarbij Eminem over een eigen fan zingt. hebben [gedaagde 2] en [gedaade 3] de zanger van de popgroep De Kast, Syb van der Ploeg, tot hoofdpersoon genomen. Jelle ondermeemt, nadat Syb van der Ploeg niet reageert op zijn e-mails en sms-berichten, een zelfmoordpoging door met zijn fiets het Tjeukermeer in te rijden, waarbij zijn zwangere cavia om het leven komt.
(in het Amerikaanse nummer slaagt de poging waarbij de zwangere vrouw van Stan eveneens om het leven komt).
d. In het nummer “Jelle" worden stukken tekst dan wel titels -zoals "In Nije Dei", "De Ideale Vrouw" en "Een Teken van Leven"- aangehaald van door de popgroep De Kast op cd uitgebrachte nununers.
e. Nadat het nummer gereed was, hebben [gedaagde 2] en [gedaagde 3] dit uitgebracht onder de artiestennaam Slimme Schemer en Tido en door middel van MP3 op internet gezet, waarna belangstellenden het nununer op hun computer kunnen downloaden en beluisteren.
f. Sedert ongeveer een week is het nummer te horen op de radio.
g. [Gedaagde 2] en [gedaagde 3] hebben inmiddels een overeenkomst gesloten met gedaagde sub 1 -hierna: Arcade. voor het uitbrengen van een single-cd op dondérdag 25 januari 2001 hebben van Arcade een voorschot ontvangen van f 50.000,--.
2.Standpunt van eiseres:
Eiseres stelt zich op het standpunt dat, door inbreuk te plegen op de aan eiseres toekomende auteurs- en persoonlijkheidsrechten, de handelingen en gedragingen van gedaagden een onrechtmatige daad jegens haar opleveren. Voorts handelen gedaagden onzorgvuldig en is er sprake van ongeoorloofde mededinging omdat zij op onrechtmatige wijze aanleunen tegen het succes van de popgroep De Kast. Eiseres heeft een spoedeisend belang bij haar vorderingen nu gedaagden voornemens zijn de singel-cd "Jelle" op 25 januari 2001 te releasen.
Eiseres heeft terzake het volgende aangevoerd.
Door in het lied "Jelle" expliciet (gedeelte van) van door de popgroep De Kast uitgebrachte nummers te verwerken, handelen gedaagden in strijd met artikel 15c Auteurswet nu daarvoor geen toestemming is verzocht dan wel verleend.
Voorts bevat het lied onjuistheden betreffende de persoonlijke levenssfeer van Syb van der Ploeg. die in het lied wordt afgeschilderd als leugenachtig en onbetrouwbaar. Door bovendien het lied zo te componeren dat Syb van der Ploeg daarin zelf een verklaring aflegd -waarvoor evenmin toestemming is verleend- handelen [gedaagde 2] en [gedaagde 3] in strijd met het persoonlijkheidsrecht van Syb van der Ploeg.
Door gebruik te maken van de bekendheid van de popgroep De Kast en in het bijzonder door de zanger Syb van der Ploeg in een negatief daglicht te plaatsen, wordt op onbetamelijke wijze geprofiteerd van de bekendheid van en afbreuk gedaan aan het zorgvuldig opgebouwde imago van de popgroep De Kast. Verondersteld mag worden dat het nummer “Jelle” een kaskraker zal worden, waarvan het rendement zeker honderdduizenden gulden zal bedragen, terwijl [gedaagde 2] en [gedaagde 3] voor een optreden een riante gage kunnen vragen.
3. Standpunt van gedaagden:
De liedjes "In Nije Dei" en "De Ideale Vrouw" zijn geschreven door de leden van de popgroep De Kast, waarvan de auteursrechten zijn overgedragen aan Cindisc Music Publishing dat aan gedaagde sub 1 is lieerd. De andere in "Jelle" voorkomende nummers van de popgroep De Kast zijn niet door de groepsleden geschreven noch zijn daarvan de auteursrechten aan eiseres opgedragen, zodat eiseres zich niet kan beroepen op enig auteursrechtelijke inbreuk.
Evenmin is sprake van inbreuk op de persoonlijkheidsrechten van eiseres daar deze rechten slechts toekomen aan personen, in casu aan de leden van de popgroep De Kast. Zij zijn echter geen eisers in dit geding. Reeds op die gronden dient eiseres in haar vorderingen niet-ontvankelijk te worden verklaard.
Indien bovenstaande verweer wordt verworpen, voeren gedaagden het volgende aan.
Om voor auteursrechtelijke bescherming in aanmerking te komen dient sprake te zijn van een werk in de zin van de Auteurswet. Dat is eerst het geval indien het werk een eigen, oorspronkelijk karakter bezit en het persoonlijk stempel van de maker draagt. Dat is echter niet het geval met de combinatie van woorden van "In Nije Dei", "Een Teken van Leven" en 'De Ideale vrouw",
Subsidiair zijn gedaagden van mening dat het gebruik van deze titels niet ongeoorloofd is omdat sprake is van een parodiërend karakter van het liedje. Een parodie onderscheidt zich van een verveelvoudiging, doordat het contrast het origineel overheerst en de aanwezige nabootsing aan dit contrast bijdraagt, zodat sprake is van nieuw, oorspronkelijk werk.
Juist omdat het liedje "Jelle" een parodie is, wordt -voorzover dat al mogelijk zou kunnen zijn omdat eiseres geen persoon is- geen inbreuk gepleegd op de persoonlijkheidsrechten van eiseres omdat de daarin opgevoerde feitelijkheden enkel tot doel hebben een lachwekkend effect te bereiken. Van profiteren van of afbreuk doen aan een zorgvuldig opgebouwd imago van de popgroep De Kast is dan ook geen sprake.
Bovendien mag van bekende Nederlanders worden verwacht dat zij in de parodie- en satire sfeer het nodige dulden.
4. Beoordeling van het geschil:
De zaak is uit haar aard spoedeisend.
5. De president stelt als zijn voorlopig oordeel voorop dat het lied "Jelle" niet anders kan worden gezien dan als een parodie op het nummer "Stan" van de popgroep Eminem en dat het, waar in het lied "Jelle" het Nederlandse popidool Syb'Van der Ploeg ten tonele wordt gevoerd, geen twijfel lijdt dat het voor het luisterend publiek duidelijk is dat hier niet het gedrag van Van der Ploeg zelf, maar zijn rol in deze parodie aan de orde wordt gesteld.
6. Vooreerst dient de vraag beoordeeld te worden of eiseres terecht tegen het lied "Jelle" bescherming in auteursrechtelijke zin inroept.
Naar voorlopig oordeel van de president dient deze vraag ontkennend beantwoord te worden.
Uit de overgelegde stUkken en het verhandelde ter zitting is voldoende aanemelijk geworden dat de exploitarierechten van de door de leden van de popgroep De Kast geschreven en gecomponeerde stukken met berusten bij eiseres.
Datzelfde geldt ook voor de persoonlijkheidsrechten in auteursrechtelijke zin, nu deze rechten toekomen aan een aantal natuurlijke personen en niet gesteld of gebleken is dat eiseres als de maker van bedoelde stukken zou moeten worden aangemerkt.
7. Voorzover eiseres heeft willen betogen dat de tekst van het lied "Jelle" schadelijk is voor het imago van Syb van der Ploeg en in het verlengde daarvan voor het imago van de popgroep De Kast dient dit betoog te worden verworpen op grond van het feit dat het paradiërend karakter van "Jelle" zo evident is, dat niet; voorstelbaar is dat het imago van Van der Ploeg c.q. de popgroep De Kast, daarvan enige negatieve invloed zou kunnen ondervinden.
8. Naar de president ter zitting van de manager van De Kast heeft moeten begrijpen, ligt de kern van het bezwaar tegen "Jelle" hierin dat gedaagden aan het lied "Jelle" geld verdienen en aldus “meesurfen”, aldus genoemde manager, op het financiële succes van het product de popgroep De Kast. Het op deze wijze uitbaten van dit product door gedaagden, zou in die zin onrechtmatig zijn.
De president ziet niet in dat het feit dat het parodiërend ten tonele voeren van een lid van de popgroep De Kast (op een zodanige wijze dat het imago van de popgroep daarvan geen schade lijdt) voor gedaagden geld oplevert, opgevat kan worden als het uitbaten van het product de popgroep De Kast. De financiële voordelen komen voor gedaagden voort uit het feit dat aan hun fantasie een parodie is ontsproten waarin een hoofdrol is weggelegd voor een popidool, hetgeen op zich -als boven overwogen- niet als onrechtmatig wordt beschouwd. Wat dat aangaat, overweegt de president dat ook een popidool tegen een stootje moet kunnen.
Voorzover eiseres bevreesd is voor verdergaand succes van gedaagden, zoals ter zitting betoogd (onder meer optredens voor volle zalen), overweegt de president dat hij deze vrees niet deelt nu hij -uiteraard naar voorlopig oordeel en zonder afbreuk te willen doen aan de kwaliteiten van [gedaagde 2] en [gedaagde 3] -van mening is dat de artistieke kwaliteit van het ter zitting beluisterde lied "Jelle" niet zodanig is dat verwacht mag worden dat voor [gedaagde 2] en [gedaagde 3] als duo op dit terrein een grote toekomst is weggelegd. De door [gedaagde 2] en [gedaagde 3] zelf gehanteerde kwlificatie "een uit de hand gelopen grap" geeft ook aan hoe zij hier zelf over denken.
Dit alles overigens nog los van het feit dat, indien de president zich op dit punt mocht vergissen, een verdergaand succes van [gedaagde 2] en [gedaagde 3] ook dan niet kan worden opgevat als het op onrechtmatige wijze uitbaten van het product de popgroep De Kast.
Uit het bovenoverwogene vloeit voort dat de gevraagde voorziening zal worden geweigerd.
9. Eiseres zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten worden veroordeeld.
BESLISSING
De president:
1. weigert de gevraagde voorziening
2. veroordeelt eiseres in de kosten van de procedure, tot op deze uitspraak aan de zijde van gedaagden begroot op ƒ400,-- aan voorschotten en op ƒ1500,-- aan salaris van de procureur.
Dit vonnis is gewezen door mr. W. Duitemeijer, president, en door deze uitgesproken ter openbare terechtzitting van 29 januari 2001, in tegenwoordigheid van W.J. Vos als griffier.