ECLI:NL:RBGRO:2002:AE1963
Rechtbank Groningen
- Kort geding
- W. Duitemeijer
- Rechtspraak.nl
Vordering tot schadevergoeding in kort geding wegens seksueel misbruik van minderjarige
In deze zaak heeft eiseres, handelend voor zichzelf en als wettelijk vertegenwoordiger van de minderjarige [B.], gedaagde gedagvaard in kort geding. De vordering betreft een voorschot op schadevergoeding van in totaal EUR 12.472,39, als gevolg van onrechtmatig handelen van gedaagde, die [B.] seksueel heeft misbruikt en mishandeld. De eiseres heeft aangevoerd dat [B.] hierdoor immateriële en materiële schade heeft geleden, en dat er een spoedeisend belang is bij de gevraagde voorziening, aangezien [B.] psychische problemen ondervindt en erkenning van het onrecht nodig heeft voor zijn verwerking.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat gedaagde niet is verschenen, maar zich heeft laten vertegenwoordigen door zijn procureur. Eiseres heeft haar vordering onderbouwd met producties en gedaagde heeft primair tot weigering van de vordering geconcludeerd. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er voldoende aannemelijk is dat de gevraagde voorziening kan bijdragen aan de erkenning van het leed van [B.] en dat eiseres niet over de financiële middelen beschikt om de behandeling van [B.] te bekostigen.
De rechter heeft geoordeeld dat gedaagde onrechtmatig heeft gehandeld en dat dit aan hem kan worden toegerekend, ongeacht zijn mogelijke geestelijke tekortkomingen. De vordering van eiseres is toegewezen, en gedaagde is veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente, en in de kosten van de procedure. Het vonnis is uitgesproken op 25 april 2002 door mr. W. Duitemeijer, voorzieningenrechter.