ECLI:NL:RBGRO:2002:AE3821
Rechtbank Groningen
- Kort geding
- W. Duitemeijer
- Rechtspraak.nl
Merkenrechtelijke geschil tussen WIM SMITS en KINDERKLEDING JOLIJN over gebruik van het merk 'Jollein'
In deze zaak heeft de vennootschap onder firma WIM SMITS, gevestigd te Assen, gedaagde KINDERKLEDING JOLIJN, vertegenwoordigd door B.C. Perdok, gedagvaard in kort geding. De eiseres vorderde onder andere dat gedaagde zou worden bevolen om met onmiddellijke ingang te staken met het gebruik van het merk 'Jollein' of gelijkende merken, en dat gedaagde zou worden veroordeeld tot betaling van een dwangsom bij niet-nakoming. De voorzieningenrechter heeft op 6 juni 2002 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij de vordering van eiseres grotendeels werd toegewezen.
Eiseres exploiteert al tientallen jaren een groothandel in kinder- en babyartikelen onder de merknaam 'Jollein', welke merk op 14 april 1992 is gedeponeerd bij het Benelux Merkenbureau. Gedaagde, die sinds 12 april 2001 een kinderkledingwinkel onder de naam 'Kinderkleding Jolijn' exploiteert, verkoopt geen kleding van het merk 'Jollein', maar de voorzieningenrechter oordeelde dat er verwarringsgevaar bestaat door de grote gelijkenis van beide merken. De voorzieningenrechter oordeelde dat gedaagde geen geldige reden had voor het gebruik van de handelsnaam en dat dit gebruik schade aan de merkhouder kan toebrengen.
De voorzieningenrechter heeft gedaagde bevolen om binnen een week na betekening van het vonnis te staken met het gebruik van het merk 'Jollein' of gelijkende merken, en heeft een dwangsom opgelegd voor iedere overtreding van dit bevel. Daarnaast is gedaagde veroordeeld in de kosten van de procedure. De termijn voor het instellen van de eis in de hoofdzaak is vastgesteld op één jaar na betekening van het vonnis. Dit vonnis is uitgesproken door mr. W. Duitemeijer, voorzieningenrechter, ter openbare terechtzitting.