ECLI:NL:RBGRO:2005:AU3672

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
23 september 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
Reg.nr.: 80749 / KG ZA 04-210
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot medewerking aan levering van onroerend goed en betaling van boete na ontbinding koopovereenkomst

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Groningen, hebben eisers een kort geding aangespannen tegen gedaagde met als doel hem te veroordelen tot medewerking aan de levering van een registergoed en betaling van een boete. De eisers, vertegenwoordigd door procureur mr. P.J. Antons, stelden dat gedaagde, ondanks een geldige koopovereenkomst, weigerde zijn medewerking te verlenen aan de levering van het onroerend goed. Gedaagde betwistte echter dat hij eigenaar was geworden van het registergoed en stelde dat hij niet op de hoogte was van de registratie op zijn naam, wat hij als fraude beschouwde. De voorzieningenrechter overwoog dat de notariële akte dwingend bewijs oplevert van de verklaring van de notaris dat gedaagde in persoon is verschenen. Gedaagde had de mogelijkheid om tegenbewijs te leveren, maar slaagde er niet in om zijn stellingen te onderbouwen. De voorzieningenrechter concludeerde dat de vorderingen van eisers toewijsbaar waren, aangezien gedaagde in gebreke was gebleven. De rechter veroordeelde gedaagde om binnen vier dagen na betekening van het vonnis zijn medewerking te verlenen aan de levering van het registergoed en om een boete van €10.500,- te betalen, vermeerderd met wettelijke rente. Tevens werd gedaagde veroordeeld in de proceskosten, inclusief de kosten van het gelegde conservatoire beslag. Het vonnis werd uitgesproken op 23 september 2005 door mr. T.R. Hidma, voorzieningenrechter.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
DE VOORZIENINGENRECHTER IN KORT GEDING
Reg.nr.: 80749 / KG ZA 04-210
Datum uitspraak: 23 september 2005
V O N N I S
in de zaak van:
1. [eiser 1],
wonende te ([adres],
2. [eiser 2],
wonende te [adres],
eisers,
procureur mr. P.J. Antons,
en
[gedaagde],
wonende te [adres],
gedaagde,
procureur mr. B. Werink.
PROCESVERLOOP
Eisers hebben gedaagde doen dagvaarden in kort geding.
De vordering strekt ertoe bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad en op de minuut en op alle dagen en uren:
- gedaagde te veroordelen binnen twee dagen na betekening van het vonnis zijn medewerking te verlenen aan de levering van het registergoed, [adres registergoed], in die zin dat hij binnen de voornoemde termijn ofwel bij de notaris verschijnt en voor ondertekening van de akte van levering zorgdraagt, dan wel binnen de voornoemde termijn aan de notaris een volmacht verleend om namens hem de akte van levering te tekenen;
- te bepalen dat, indien gedaagde nalaat binnen twee dagen na betekening van het vonnis zijn medewerking te verlenen aan de levering van bedoeld registergoed, dit vonnis in de plaats treedt voor dat gedeelte van de akte van levering van bedoeld registergoed, waarvoor de wilsverklaring van gedaagde benodigd is;
- gedaagde te veroordelen aan eisers tegen behoorlijk bewijs van kwijting te voldoen de somma van ? 10.500,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening;
- gedaagde te veroordelen in de kosten van het geding, waaronder tevens begrepen de kosten ten behoeve van het gelegde conservatoire beslag.
Op de voor de behandeling bepaalde dag, 28 juli 2005, zijn eisers verschenen vergezeld van
mr. P.J. Antons.
Tevens is gedaagde in persoon verschenen.
Eisers hebben hun vordering, onder overlegging van producties, nader doen toelichten.
Gedaagde heeft hiertegen verweer gevoerd.
In overleg met partijen is de behandeling aangehouden, teneinde eisers in de gelegenheid te stellen nadere stukken in het geding te brengen, waaronder de transportakte van voornoemd registergoed en gedaagde in de gelegenheid te stellen zich te laten bijstaan door een raadsman.
Op 16 september 2005 is de behandeling voortgezet, waarbij aanwezig waren enerzijds eisers en hun raadsman mr. Wiersma en anderzijds gedaagde en diens procureur mr. B. Werink.
Partijen hebben hun standpunten nader toegelicht.
Ten slotte hebben partijen vonnis gevraagd.
De uitspraak is bepaald op 23 september 2005.
RECHTSOVERWEGINGEN
1. De vaststaande feiten
In dit kort geding is, als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende weersproken, het navolgende komen vast te staan:
a. Op 24 mei 2005 is een koopakte getekend door eisers en [naam], werkzaam ten kantore van het Notariaat Winschoten en blijkens de tekst van die koopakte ten deze handelende als schriftelijk lasthebber van gedaagde, strekkende tot de verkoop aan eisers van het registergoed, [adres registergoed]. De koopsom is daarbij vastgesteld op ? 105.000,--.
b. In artikel 15 lid 2 van de koopakte is onder meer het volgende bepaald:
'De tussen partijen opgemaakte en ondertekende akte of een afschrift daarvan moet aan de koper ter hand worden gesteld, tegen afgifte aan de verkoper van een gedateerd ontvangstbewijs. Gedurende drie dagen na deze terhandstelling heeft de koper het recht de koop te ontbinden. ...'
c. In artikel 13 van de koopakte is het volgende bepaald:
'Indien één der partijen, na in gebreke te zijn gesteld, gedurende acht dagen nalatig blijft in de nakoming van zijn uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichtingen zal deze overeenkomst van rechtswege zonder rechterlijke tussenkomst ontbonden zijn, tenzij de wederpartij alsnog uitvoering van de overeenkomst verlangt. In beide gevallen zal de nalatige partij ten behoeve van de wederpartij een zonder rechterlijke tussenkomst terstond opeisbare boete verbeuren van 10% van de koopsom, met een minimum van ? 5.000,-- onverminderd het recht op verdere schadevergoedingen en vergoeding van de kosten van verhaal, waaronder begrepen de kosten van rechtskundige bijstand. ...'
d. De hiervoor gemelde volmacht is korte tijd na de ondertekening van de koopakte door gedaagde herroepen.
e. Waar gedaagde verdere medewerking aan de verkoop en levering van voornoemd registergoed weigert, hebben eisers op 16 juni 2005 verlof gekregen tot het leggen van conservatoir beslag tot levering van het registergoed. Het beslag is bij exploit van 20 juni 2005 door de deurwaarder gelegd.
f. In de akte van levering en in de hypotheekakte d.d. 9 september 2002 bestemd tot verkrijging en financiering van het registergoed door gedaagde, staat in de aanhef telkens vermeld:
'Heden, negen september tweeduizend twee, verschenen voor mij, meeste[naam], notaris te Winschoten:
...
2. de heer [gedaagde], houder van Nationaal paspoortnummer [nummer], wonende te [adres], ongehuwd; ....'
2. Beoordeling van het geschil
2.1 Eisers hebben het spoedeisend belang bij de gevraagde voorzieningen voldoende aannemelijk gemaakt.
2.2 In de eerste plaats beroept gedaagde zich erop dat hij zeer korte tijd na aangaan van de koopovereenkomst zijn volmacht heeft ingetrokken. In feite zou gedaagde daarmee de koopovereenkomst hebben ontbonden, waartoe hij gerechtigd was op grond van artikel 15 van de koopakte.
Bij lezing van artikel 15 van de koopakte blijkt evenwel dat bedoeld recht de koopovereenkomst binnen drie dagen na de terhandstelling te ontbinden alleen aan de koper, in casu eisers, toekomt en niet aan de verkoper, in casu gedaagde. Hetzelfde geldt voor de ontbinding ex artikel 7:2 lid 2 BW, voorzover gedaagde beoogt hierop een beroep te doen.
Afgezien van het gegeven dat de onderhavige intrekking van een volmacht naar haar aard juridisch niet op één lijn kan worden gesteld met het ontbinden van een koopovereenkomst en los van de vraag of de enkele mededeling van de makelaar aan eisers hiervoor voldoende zou zijn geweest, dient dit verweer van gedaagde reeds op grond van het in de vorige alinea overwogene te worden verworpen.
2.3 In de tweede plaats stelt gedaagde dat hij nooit eigenaar is geworden van het registergoed, zodat hij niet gehouden is de verplichtingen uit de koopovereenkomst na te komen. Door middel van fraude zou het registergoed buiten zijn medeweten op naam van gedaagde zijn gesteld. Hij betwist dan ook dat de inhoud van de betreffende notariële akten juist is, daar hij niet op 9 september 2002 in persoon is verschenen voor notaris [naam] ten behoeve van het passeren van meergenoemde akte van levering en hypotheekakte.
De voorzieningenrechter overweegt hieromtrent als volgt.
Ingevolge artikel 157 lid 1 Rv levert een notariële akte, zoals de onderhavige akte van levering en de hypotheekakte van 9 september 2002, tegen een ieder dwingend bewijs op van hetgeen de ambtenaar binnen de kring van zijn bevoegdheid omtrent zijn waarnemingen en verrichtingen heeft verklaard (materiële bewijskracht). Deze akten leveren mitsdien dwingend bewijs op van de waarheid van de verklaring van de notaris dat gedaagde in persoon voor hem is verschenen.
Ingevolge artikel 151 lid 2 Rv staat het de gedaagde weliswaar vrij tegen(deel)bewijs te leveren tegen deze dwingende bewijskracht van voornoemde akten, doch de bewijslast en het bewijsrisico van dit tegen(deel)bewijs rusten daarbij op gedaagde.
In dat kader is ter gelegenheid van de voortgezette mondelinge behandeling door de raadsman van gedaagde onder het kopje "vermoedelijke feiten" geschetst hoe een en ander zich ten koste van gedaagde zou kunnen hebben voltrokken. Voorshands dient evenwel te worden geconcludeerd dat die lezing te zeer is gestoeld op (overigens ook op geen enkele wijze met bescheiden onderbouwde) speculaties, terwijl gedaagde ook zelf aangeeft dat het voor hem moeilijk is dit alles te bewijzen.
Waar een kort geding zich bovendien naar zijn aard niet leent voor (verdere) bewijslevering, komt de voorzieningenrechter in dezen tot de slotsom dat de stelling van gedaagde dat het registergoed buiten zijn medeweten op zijn naam is gesteld (en dat hij niet in persoon voor de notaris is verschenen) hoe dan ook onvoldoende aannemelijk is geworden.
Op grond hiervan dient ook dit verweer van gedaagde te worden verworpen.
2.4 Nu is vastgesteld dat eisers op grond van een naar voorlopig oordeel rechtsgeldige koopovereenkomst het registergoed hebben gekocht en gedaagde terzake in gebreke is gebleven, kunnen eisers aanspraak maken op nakoming alsmede op de boete van ? 10.500,-- ex artikel 13 van deze koopakte.
2.5 De vorderingen van eisers zullen al met al worden toegewezen, in voege als in het dictum vermeld.
Als de in het ongelijk gestelde partij zal gedaagde voorts worden veroordeeld in de kosten van de procedure, inclusief de kosten van het gelegde conservatoire beslag.
BESLISSING
De voorzieningenrechter:
1. veroordeelt gedaagde binnen vier dagen na betekening van dit vonnis zijn medewerking te verlenen aan de levering van het registergoed, [adres registergoed], in die zin dat hij binnen de voornoemde termijn ofwel bij de notaris verschijnt en voor ondertekening van de akte van levering zorgdraagt, dan wel binnen de voornoemde termijn aan een werknemer van het notariskantoor een volmacht verleent om namens hem de akte van levering te tekenen;
2. bepaalt dat, indien gedaagde nalaat binnen vier dagen na betekening van dit vonnis zijn medewerking te verlenen aan de levering van bedoeld registergoed, dit vonnis in de plaats treedt voor dat gedeelte van de akte van levering van bedoeld registergoed, waarvoor de wilsverklaring van gedaagde benodigd is;
3. veroordeelt gedaagde aan eisers tegen behoorlijk bewijs van kwijting te voldoen de somma van ? 10.500,-- (zegge: tienduizendvijfhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening;
4. veroordeelt gedaagde in de kosten van de procedure, de kosten het gelegde consevatoire beslag daaronder begrepen, tot op deze uitspraak aan de zijde van eiseres begroot op ? 552,66 aan verschotten, op ? 1.268,-- aan salaris van de procureur;
5. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.R. Hidma, voorzieningenrechter en door deze uitgesproken ter openbare terechtzitting van 23 september 2005, in tegenwoordigheid van de griffier.
Reg.nr.: 80749 KGZA 05-210 -4-
kgd.con