ECLI:NL:RBGRO:2005:AY6370
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.P. den Hollander
- H.A. Hulst
- Rechtspraak.nl
Legesheffing bij niet-tijdige herziening bestemmingsplan in het kader van bouwvergunningaanvraag
In deze zaak heeft eiser, wonende te Hoogezand-Sappemeer, een bouwvergunning aangevraagd voor de uitbreiding van zijn woning. De aanvraag viel onder een bestemmingsplan dat ouder was dan tien jaar. In verband met deze aanvraag heeft de gemeente leges geheven, waaronder een bedrag van € 186,05 voor de behandeling van een verzoek om vrijstelling op basis van artikel 19, derde lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO). Eiser was het niet eens met deze legesheffing, omdat hij van mening was dat de gemeente in gebreke was gebleven door het bestemmingsplan niet tijdig te herzien.
De rechtbank heeft overwogen dat de termijn van tien jaar een termijn van orde is, waaraan niet zonder meer juridische gevolgen zijn verbonden. De rechtbank concludeert dat er geen wettelijke gevolgen zijn aan een niet-tijdige herziening van het bestemmingsplan met betrekking tot de legesheffing voor de behandeling van een verzoek om vrijstelling. De rechtbank wijst erop dat de leges in geval van een niet-tijdige herziening met 50% verlaagd kunnen worden, zoals vermeld in de tarieventabel van de Verordening 2004. Eiser had gedeeltelijk gelijk gekregen, maar de rechtbank oordeelt dat de legesheffing op goede gronden heeft plaatsgevonden.
De uitspraak is gedaan op 4 november 2005, waarbij de rechtbank het beroep van eiser ongegrond verklaarde. Eiser kan binnen zes weken na de verzenddatum van de uitspraak hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Leeuwarden of beroep in cassatie bij de Hoge Raad der Nederlanden, mits de wederpartij schriftelijk instemt. De rechtbank heeft geen termen aanwezig geacht voor een proceskostenveroordeling.