ECLI:NL:RBGRO:2006:AV2027
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - meervoudig
- D.A. Flinterman
- T. Duursma
- C. van den Noort
- Rechtspraak.nl
Ontheffing van het gezag van een onmachtige vader in het belang van de kinderen
In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 31 januari 2006 een beschikking gegeven inzake de ontheffing van het ouderlijk gezag van een onmachtige vader over zijn minderjarige kinderen. De Raad voor de Kinderbescherming had verzocht om de vader te ontheffen van het gezag, omdat hij ongeschikt of onmachtig was om zijn plicht tot verzorging en opvoeding te vervullen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ondertoezichtstelling van de kinderen onvoldoende was om de bedreiging van hun welzijn af te wenden, zoals bedoeld in artikel 1:254 van het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank heeft de belangen van de kinderen, [kind1] en [kind4], vooropgesteld en geconcludeerd dat er geen uitzicht was op verbetering van de situatie van de vader. De kinderen verbleven al geruime tijd bij hun grootouders, die als pleegouders waren aangesteld, en de rechtbank oordeelde dat het in het belang van de kinderen was dat de vader uit het gezag werd ontheven. De rechtbank heeft ook de Stichting Bureau Jeugdzorg Groningen benoemd tot voogdes over de kinderen, zodat de zorg voor hun welzijn en ontwikkeling beter kon worden gewaarborgd. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en partijen hebben de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze beslissing.