ECLI:NL:RBGRO:2006:AX0310
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.C.H. Nieuwenhuis-Oosterhof
- Rechtspraak.nl
Verzoek om kinderalimentatie tijdens huwelijk met toepassing van het Haagse Alimentatieverdrag
In deze zaak heeft de vrouw op 8 november 2005 een verzoekschrift ingediend bij de Rechtbank Groningen, waarin zij verzocht om een maandelijkse bijdrage van € 450,- van de man in de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kind. De rechtbank heeft op 28 maart 2006 uitspraak gedaan. De vrouw is ontvankelijk verklaard in haar verzoek tot kinderalimentatie op basis van artikel 1:392 BW, dat bepaalt dat echtgenoten verplicht zijn tot het verstrekken van levensonderhoud aan hun kinderen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het Haagse Alimentatieverdrag 1973 van toepassing is, waardoor Nederlands recht van toepassing is op de onderhoudsverplichtingen.
De man heeft in zijn verweerschrift primair verzocht om de vrouw niet-ontvankelijk te verklaren, maar subsidiair verzocht om een lagere bijdrage van € 38,- per maand. De rechtbank heeft de financiële situatie van beide partijen beoordeeld. De vrouw ontving in 2006 een WW-uitkering van € 892,52 per maand, terwijl de man een inkomen had van € 3.500,- per maand. De rechtbank heeft vastgesteld dat de behoefte van het kind op € 540,- per maand ligt, wat aanzienlijk hoger is dan het door de man verzochte bedrag.
De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de aflossingen van de man op zijn schulden en de kosten van de omgangsregeling. Uiteindelijk heeft de rechtbank bepaald dat de man met ingang van 1 december 2005 een bijdrage van € 450,- per maand moet betalen voor de kosten van verzorging en opvoeding van het kind. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen.