ECLI:NL:RBGRO:2006:AX8831
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot ondertoezichtstelling van een minderjarige met ernstige ontwikkelingsproblemen
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Groningen op 29 maart 2006 een verzoek tot ondertoezichtstelling (OTS) van een minderjarige toegewezen. De Raad voor de Kinderbescherming had verzocht om de ondertoezichtstelling voor de duur van één jaar, omdat de ontwikkeling van de minderjarige ernstig bedreigd werd. De minderjarige had al twee jaar niet naar school gegaan, vertoonde een sombere indruk en had een risicovolle vriendengroep. De kinderrechter oordeelde dat vrijwillige hulpverlening niet toereikend was en dat er duidelijke doelen moesten worden gesteld voor de OTS. Deze doelen omvatten onder andere het ondersteunen van de moeder in het gezag, het waarborgen van de hulpverlening en het ingrijpen bij verzet van de minderjarige.
De kinderrechter voegde aan de doelen van de Raad enkele specifieke doelen toe, waaronder het zo snel mogelijk realiseren van een dagbesteding voor de minderjarige en het continueren van de hulpverlening. De kinderrechter benadrukte dat er geen verdere tijd verloren mocht gaan, gezien de langdurige stagnatie in de ontwikkeling van de minderjarige. De kinderrechter stelde vast dat de voorwaarden voor ondertoezichtstelling, zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek, waren vervuld, omdat andere middelen in vrijwillig kader niet effectief waren gebleken.
De beslissing om de minderjarige onder toezicht te stellen werd genomen na een zitting waarin de minderjarige, zijn moeder, de raadvrouw en vertegenwoordigers van de Raad en de jeugdreclassering waren gehoord. De kinderrechter verklaarde de beschikking uitvoerbaar bij voorraad en droeg de uitvoering van de OTS op aan het bureau jeugdzorg in Groningen.