ECLI:NL:RBGRO:2006:AZ3024

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
18 oktober 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
301364 EJ VERZ 06-974
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • G.R. van Baak-Klijnsma
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot toekenning nasalaris in civiele procedure

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Groningen op 18 oktober 2006, is een verzoek tot toekenning van nasalaris afgewezen. De verzoekende partij, vertegenwoordigd door Bureau Mercuur, had een verzoekschrift ingediend op 18 mei 2006, waarin werd verzocht om een bevelschrift tegen de verweerder voor een bedrag van € 50,00 wegens nasalaris van de gemachtigde. De gemachtigde had na het vonnis verschillende werkzaamheden verricht, waaronder het bespreken van de uitspraak met de verzoekende partij en het aanmanen van de verweerder tot betaling.

De verweerder is echter niet in rechte verschenen en heeft geen verweerschrift ingediend. De kantonrechter overweegt dat de regeling van artikel 237, vierde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv.) betrekking heeft op proceskosten die ten tijde van de vonniswijzing niet konden worden begroot. Werkzaamheden die buiten de procedure plaatsvinden, zoals incassowerkzaamheden, vallen niet onder deze regeling. Dit betekent dat de besprekingen en correspondentie met de debiteur niet als proceskosten kunnen worden aangemerkt.

De kantonrechter concludeert dat de overige werkzaamheden, zoals door de verzoekende partij omschreven, niet van een zodanige aard zijn dat deze als factor voor nakosten kunnen worden begroot. De werkzaamheden zijn te algemeen en niet substantieel genoeg om in aanmerking te komen voor vergoeding. Gezien de huidige incassopraktijk, die gekenmerkt wordt door standaardisering en automatisering, is het verzoek om nasalaris afgewezen. De kantonrechter wijst het verzoek dan ook af.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector kanton
Locatie Groningen
Zaak\rolnummer: 301364 EJ VERZ 06-974
beschikking d.d. 18 oktober 2006
Beschikking in de zaak van:
[verzoekster],
gevestigd te Groningen,
verzoekende partij,
gemachtigde Bureau Mercuur, gevestigd te Groningen,
tegen
[verweerder],
[adres],
verwerende partij,
niet in rechte verschenen.
O V E R W E G I N G E N
De kantonrechter overweegt en beslist naar aanleiding van het verzoekschrift als volgt.
1. Het verzoek, binnengekomen ter griffie op 18 mei 2006, strekt tot het uitvaardigen van een bevelschrift tegen verweerder tot een bedrag van € 50,00 wegens nasalaris gemachtigde. Verzoekende partij legt daaraan ten grondslag dat de gemachtigde na het vonnis diverse werkzaamheden heeft verricht, zoals het examineren van het ontvangen vonnis, het mededelen en bespreken van de uitspraak door de gemachtigde met verzoekende partij, het aanschrijven van verweerder tot voldoening van het verschuldigde en de voorbereiding van de betekening en de executie.
2. Verweerder heeft geen verweerschrift ingediend en is niet op de vastgestelde zitting verschenen.
3. Naar het oordeel van de kantonrechter ziet de regeling van artikel 237, vierde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv.) op proceskosten, die ten tijde van vonniswijzing niet konden worden begroot. Werkzaamheden ter incasso buiten de procedure, zowel die voorafgaan aan de procedure als die daarop volgen, vallen niet binnen het bereik van artikel 237, vierde lid Rv. Dat betekent dat besprekingen en correspondentie met de debiteur ter afwikkeling van de vordering onder het incassotarief vallen en niet onder de proceskosten.
4. Blijven over de overige werkzaamheden als door verzoekende partij omschreven in het verzoekschrift. Nog afgezien van de vraag of deze werkzaamheden onder proceskosten kunnen worden gebracht, betreft het hier, mede gelet op de in algemene bewoordingen gestelde werkzaamheden, niet een zozeer reële of noemenswaardige dienst dat deze als factor voor nakosten kan worden begroot. In de hedendaagse incassopraktijk is immers een verregaande mate van standaardisering en automatisering bereikt. Het verzoek zal dan ook worden afgewezen.
B E S L I S S I N G
De kantonrechter:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.R. van Baak-Klijnsma, kantonrechter, en op
18 oktober 2006 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.
typ: IW
coll: