RECHTBANK GRONINGEN
Sector kanton
Zaak\rolnummer: 285194 CV EXPL 06-667
vonnis d.d. 28 november 2006
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie],
wonende aan [adres],
eiseres in conventie, verweerster in reconventie,
hierna te noemen [eiseres in conventie, verweerster in reconventie],
gemachtigde mr. J. Gepken, advocaat te 6041 HT Roermond, Willem II Singel 36,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Tankstation Exploitatie Maatschappij Nederland B.V.,
gevestigd te 3626 KZ Utrecht aan de Gelderlantlaan 4,
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, hierna te noemen TEM Nederland,
gemachtigde F. Engelage, gerechtsdeurwaarder te Winschoten.
De kantonrechter heeft kennisgenomen van de volgende processtukken:
- dagvaarding
- conclusie van antwoord in conventie tevens conclusie van eis in reconventie
- conclusie van repliek in conventie tevens conclusie van antwoord in reconventie
- conclusie van dupliek in conventie tevens conclusie van repliek in reconventie
- conclusie van dupliek in reconventie
Partijen hebben producties overgelegd.
Vonnis is (nader) bepaald op heden.
in conventie en in reconventie
1.1 TEM Nederland is een onderneming die zich toelegt op de exploitatie van tankstations door geheel Nederland. Het overgrote deel van de werknemers van TEM Nederland is werkzaam als servicemedewerker.
1.2 [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is op 1 februari 2002 als servicemedewerkster krachtens arbeidsovereenkomst in dienst getreden van TEM Nederland. Zij was laatstelijk in deeltijd (78,947%) werkzaam in het tankstation van TEM Nederland te [standplaats] en gerechtigd tot een salaris van
€ 1.303,41 bruto per maand, exclusief vakantiegeld.
1.3 Op 8 augustus 2005 is [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] op staande voet ontslagen door TEM Nederland, van welk ontslag zij op 12 augustus 2005 de nietigheid heeft ingeroepen. Bij die gelegenheid heeft zij tevens haar arbeidskrachten aan TEM Nederland ter beschikking gesteld.
1.4 TEM Nederland voert een stringent fraudepreventiebeleid dat onder meer wordt uitgedragen in de arbeidsovereenkomsten, het Huishoudelijk Reglement, het periodiek Bijtanken, specifieke brieven aan het personeel en het periodieke stationsoverleg. Staand beleid is dat het medewerkers is toegestaan om in de shop van het station aankopen te doen, maar dat zij daarbij, behoudens aan hen toe te kennen kortingen, precies zo worden behandeld als normale klanten.
1.5 Op 2 augustus 2005 heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ten behoeve van zichzelf en een vriendin een blikje cola, een flesje Fanta en een Twix uit de shop genomen zonder deze zaken af te rekenen.
1.6 Op 3 augustus 2005 heeft zij om respectievelijk 17.43 uur en 19.01 uur een flesje uit de koeling gehaald.
1.7 Op 6 augustus 2005 heeft [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] om 7.34 uur een candybar gepakt.
2. Het standpunt van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie]
2.1 Zij heeft in essentie betoogd dat zij TEM Nederland geen dringende reden als bedoeld in de wet heeft gegeven en dat zij op goede gronden een beroep heeft gedaan op de vernietigingsgrond ex artikel 9 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945, waar zij betwist zich aan de door TEM Nederland aan het ontslag ten grondslag gelegde verduistering te hebben schuldig gemaakt. Zij heeft slechts één keer per ongeluk en derhalve geenszins opzettelijk verzuimd een blikje cola, een flesje Fanta en een Twix af te rekenen. Met betrekking tot de op video opgenomen gebeurtenissen van 3 en 6 augustus 2005 merkt zij op dat uit de registratie niet blijkt dat zij de door haar voor eigen gebruik gepakte artikelen niet heeft afgerekend.
2.2 [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is van mening dat er geen eind is gekomen aan de dienstbetrekking, zodat zij onverkort aanspraak kan maken op het bedongen loon, vermeerderd met de wettelijke verhoging ex artikel 7: 625 BW. Tot en met januari 2006 bedraagt haar vordering derhalve
€ 14.859,00. Vanaf het moment van dagvaarding tot aan de dag dat de dienstbetrekking rechtens kan worden geacht te zijn geëindigd dient TEM Nederland € 1.651,00 bruto met vakantietoeslag van 8% te voldoen. Voor het geval er wel rechtsgeldig is opgezegd moet de opzegging worden aangemerkt als kennelijk onredelijk uit hoofde waarvan zij recht heeft op een schadevergoeding ingevolge artikel 7:680 BW.
2.3 Zij heeft de vordering in reconventie, verwijzend naar haar standpunt in conventie, bestreden.
3. Het standpunt van TEM Nederland
3.1 Zij heeft, kort gezegd, aangevoerd dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] haar een dringende reden heeft gegeven doordat zij, [eiseres in conventie, verweerster in reconventie], bij herhaling consumptiegoederen uit de shop heeft genomen en gebruikt, althans heeft doen gebruiken zonder deze af te rekenen. Nu TEM Nederland, mede gezien het door haar gevoerde en bij [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] bekende fraudepreventiebeleid onvoorwaardelijk moet kunnen vertrouwen op de integriteit van haar servicemedewerkers is het gedrag van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] als dermate ernstig en verwijtbaar aan te merken dat ontslag op staande voet gerechtvaardigd is.
3.2 In reconventie heeft TEM Nederland (gefixeerde) schadevergoeding gevorderd over de (fictieve) opzegtermijn. Zij heeft daartoe gesteld dat de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging zou hebben voortgeduurd tot 1 oktober 2005, hetgeen resulteert in een schadevergoeding van € 2.111,53, waarop een reeds verrekend bedrag van € 1.168,69 in mindering moet worden gebracht. Aldus resteert een vordering ten bedrage van € 942,84. Daarnaast meent zij aanspraak te kunnen maken op € 108,00 ter zake van buitengerechtelijke kosten.
4.1 Gelet op de onderlinge samenhang zal de kantonrechter de vorderingen in conventie en in reconventie gezamenlijk behandelen.
4.2 In het licht van de heersende jurisprudentie dient de rechter bij de beoordeling van de gerechtvaardigdheid van een ontslag op staande voet de omstandigheden van het geval, in onderling verband en samenhang, in aanmerking te nemen. Daarbij zal de aard en de ernst van de dringende reden moeten worden afgewogen tegen de persoonlijke omstandigheden van de werknemer. Relevant in dat verband zijn de duur van de dienstbetrekking, de wijze waarop de werknemer de dienstbetrekking heeft vervuld en de gevolgen van het ontslag. Ook als de gevolgen ingrijpend zijn, kan een afweging van de persoonlijke omstandigheden tegen de aard en de ernst van de dringende reden tot de conclusie leiden dat het ontslag op staande voet gerechtvaardigd is.
4.3 In de onderhavige zaak is de kantonrechter van oordeel dat bedoelde belangenafweging in het nadeel van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] dient uit te vallen indien rechtens komt vast te staan dat zij zich heeft schuldig gemaakt aan de door TEM Nederland gestelde feiten. Daarbij heeft de kantonrechter in aanmerking genomen dat TEM Nederland, mede in het door haar gevoerde en bij [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] bekende beleid ter zake, gelijk zij heeft gesteld, onvoorwaardelijk dient te kunnen vertrouwen op de integriteit, loyaliteit en betrouwbaarheid van haar servicemedewerkers. Indien dat vertrouwen bij herhaling door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is geschonden, dient het belang van TEM Nederland te prevaleren boven de persoonlijke omstandigheden van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie], zoals daar, getuige haar ten processe ingenomen standpunt, zijn de duur van haar dienstbetrekking, de correcte wijze waarop zij daaraan invulling heeft gegeven en de mogelijke financiële gevolgen. Daarbij is naar het oordeel van de kantonrechter op zichzelf niet relevant of het gedrag van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in strafrechtelijke zin kan worden gekwalificeerd als verduistering in dienstbetrekking. Mits bewezen is er hoe dan ook sprake van herhaald, ernstig verwijtbaar gedrag, dat kan worden aangemerkt als een dringende reden. Dat de (vermeend verduisterde) artikelen een geringe economische waarde vertegenwoordigen doet aan dit oordeel niet af.
4.4 Nu TEM Nederland zich op het standpunt heeft gesteld dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] op 2, 3 en 6 augustus 2005 artikelen uit de shop van het tankstation heeft genomen zonder deze af te rekenen, rust de bewijslast daarvan overeenkomstig de hoofdregel van artikel 150 Rv op haar. In het verlengde daarvan acht de kantonrechter reeds voorshands bewezen dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] voormelde, verwijtbare gedragingen aan de dag heeft gelegd. Daarbij heeft de kantonrechter in aanmerking genomen dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] goed was geïnformeerd over het stringente fraudebeleid van TEM Nederland en expliciet heeft toegegeven op 2 augustus 2005 een blikje cola, een flesje Fanta en een Twix niet te hebben afgerekend. Voorts heeft zij de inhoud van de door TEM Nederland gememoreerde video-opnames van 3 en 6 augustus 2005 niet betwist. Aldus moet worden aangenomen dat daarop zichtbaar is dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] voor eigen gebruik artikelen uit de shop heeft genomen en dat van betaling daarvan niet blijkt. Bovendien heeft zij onweersproken gelaten dat controle zijdens TEM Nederland heeft geleerd dat de in het geding zijnde artikelen onbetaald uit de voorraad zijn verdwenen.
4.5 Gelet op voormelde voorshandse bewezenverklaring ligt thans de vraag voor of [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in het tegenbewijs moet worden toegelaten. De kantonrechter beantwoordt die vraag ontkennend, nu [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] niet aan de op haar rustende stelplicht heeft voldaan. Om te beginnen heeft zij – en dat had toch op haar weg gelegen - niet gesteld dat zij de op 3 en 6 augustus 2005 geconsumeerde artikelen heeft betaald, maar heeft zij, ten onrechte, volstaan met de blote mededeling dat uit de desbetreffende video-opnames niet blijkt dat zij niet betaald heeft. Verder heeft zij haar stelling dat zij de artikelen die zij op 2 augustus 2005 heeft genuttigd per ongeluk niet heeft betaald maar niettemin voornemens te zijn geweest dat wel te doen op geen enkele manier geconcretiseerd. Saillant is in ieder geval dat zij haar onttrekkingen niet bij wijze van kattebelletje heeft geregistreerd, terwijl bovendien gesteld noch gebleken is dat zij een en ander na 2 augustus 2005 alsnog heeft afgerekend.
4.6 Refererend aan hetgeen hiervoor is overwogen dient de loonvordering van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] dan ook te worden afgewezen, nu zij op goede gronden op staande voet is ontslagen. Waar een beroep op kennelijk onredelijk ontslag onverenigbaar is met ontslag op staande voet kan dat (subsidiaire) onderdeel van de vordering verder onbesproken blijven. Mutatis mutandis ligt de reconventionele vordering, welke anders dan op basis van het in conventie gestelde niet door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] is bestreden, voor toewijzing gereed.
4.7 Als in het ongelijk gestelde partij zal [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in de proceskosten in conventie en in reconventie worden veroordeeld.
1. wijst af de vorderingen van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie];
2. veroordeelt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in de kosten van de procedure tot aan deze uitspraak aan de zijde van TEM Nederland gevallen, welke kosten worden vastgesteld op € 300,00 aan salaris van de gemachtigde;
3. veroordeelt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan TEM Nederland te betalen de somma van € 1.050,84, vermeerderd met de wettelijke rente over een bedrag van € 942,84 vanaf 22 september 2005;
4. veroordeelt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in de kosten van de procedure tot aan deze uitspraak aan de zijde van TEM Nederland gevallen, welke kosten worden vastgesteld op € 100,00 aan salaris van de gemachtigde;
in conventie en in reconventie
5. verklaart de veroordelingen sub 2, 3 en 4 uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.Fokkema, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 november 2006 in aanwezigheid van de griffier.