ECLI:NL:RBGRO:2006:AZ7764
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.Tj. Terpstra
- Rechtspraak.nl
Waarmerking van een verstekvonnis als Europese executoriale titel
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Groningen op 3 november 2006 een verzoek behandeld van [verzoeker], vertegenwoordigd door gemachtigde W.H.W. Cock, om een verstekvonnis te waarmerken als een Europese executoriale titel. Het verzoek is ingediend op 13 juni 2006 en is gebaseerd op de Verordening (EG) nr. 805/2004, die op 21 oktober 2005 in werking is getreden. Deze verordening regelt de invoering van een Europese executoriale titel voor niet-betwiste schuldvorderingen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat aan de vereisten van de EET-verordening is voldaan, ondanks dat het verstekvonnis nog niet aan de gedaagde is betekend. De kantonrechter oordeelt dat het niet-betekenen van het vonnis de waarmerking als Europese beslissing niet in de weg staat, omdat de Nederlandse wetgeving dit toestaat. De rechter heeft de kosten van het verzoek voor rekening van de gedaagde gesteld.
De beslissing houdt in dat het verstekvonnis zal worden gewaarmerkt als Europese executoriale titel, en de gedaagde wordt veroordeeld in de kosten van het geding, die zijn vastgesteld op € 15,00 aan griffierecht en € 30,00 voor het salaris van de gemachtigde. Deze beschikking is gegeven door mr. R.Tj. Terpstra en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.