ECLI:NL:RBGRO:2007:AZ7051
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - meervoudig
- D.A. Flinterman
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot teruggeleiding van minderjarige kinderen in het kader van het Haags Kinderontvoeringsverdrag
In deze zaak heeft de man verzocht om de teruggeleiding van zijn minderjarige kinderen naar Spanje, op basis van artikel 2 van de Wet van 2 mei 1990, ter uitvoering van het Haags Kinderontvoeringsverdrag (HKOV). De vrouw, die de Zuid-Afrikaanse nationaliteit heeft, en de man, die samen met de kinderen de Spaanse nationaliteit heeft, zijn in een juridische strijd verwikkeld over de verblijfplaats van de kinderen. De man stelt dat de kinderen hun gewone verblijfplaats in Spanje hebben, terwijl de vrouw betoogt dat dit in Nederland is. De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen samen hebben besloten om in februari 2006 met de kinderen van Spanje naar Nederland te verhuizen, met de intentie om hier permanent te wonen. Dit heeft geleid tot de conclusie dat er geen sprake is van ongeoorloofde overbrenging van de kinderen, zoals bedoeld in artikel 3 HKOV.
De kinderrechter heeft de zaak behandeld op 4 januari 2007, waarbij beide partijen en hun advocaten aanwezig waren. De man heeft verzocht om de onmiddellijke terugkeer van de kinderen en om een omgangsregeling, terwijl de vrouw heeft verzocht om de vorderingen van de man af te wijzen. De rechtbank heeft de verzoeken van de man afgewezen, omdat er geen ongeoorloofde overbrenging was vastgesteld. De kinderrechter heeft ook geoordeeld dat de man niet-ontvankelijk is in zijn verzoek met betrekking tot de omgangsregeling, aangezien hiervoor een afzonderlijke rechtsingang bestaat. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is gegeven door mr. D.A. Flinterman en uitgesproken op 18 januari 2007.