ECLI:NL:RBGRO:2007:BA7782
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - meervoudig
- R.B.M. Keurentjes
- F.J. Agema
- M.P. den Hollander
- Rechtspraak.nl
Tardief wrakingsverzoek in kort geding met betrekking tot loonbeslag
In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 13 juni 2007 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek dat was ingediend door de eiser, vertegenwoordigd door mr. B. Jans, tegen de voorzieningenrechter mr. [X]. Het wrakingsverzoek werd ingediend zes dagen na de sluiting van het onderzoek ter terechtzitting, wat door de rechtbank als tardief werd beschouwd. De rechtbank oordeelde dat een wrakingsverzoek onmiddellijk moet worden ingediend zodra de feiten of omstandigheden aan de verzoeker bekend zijn geworden. In dit geval had de eiser, samen met zijn advocaat, de mogelijkheid om het verzoek tijdens de zitting in te dienen, maar dit was niet gebeurd. De rechtbank benadrukte dat het uitstellen van een wrakingsverzoek niet toelaatbaar is, vooral niet in kort geding procedures waar beslistermijnen kort zijn.
De zaak betrof een executiegeschil met betrekking tot loonbeslag, waarbij de rechtmatigheid van de onderliggende vordering ter discussie stond. De voorzieningenrechter had tijdens de zitting blijk gegeven van vooringenomenheid, wat de aanleiding vormde voor het wrakingsverzoek. De rechtbank concludeerde dat de verzoeker niet-ontvankelijk moest worden verklaard in zijn verzoek, omdat het niet tijdig was ingediend. De beslissing werd genomen in aanwezigheid van de betrokken partijen en werd openbaar uitgesproken. De rechtbank bepaalde dat het proces in de hoofdzaak voortgezet zou worden in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek.