RECHTBANK GRONINGEN
Sector Strafrecht
parketnummers: 670139-07 en 670073-06 (ter terechtzitting gevoegd)
datum uitspraak: 18 juni 2007
Vonnis van de politierechter in de rechtbank te Groningen, in de zaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op[geboortedatum],
wonende te [woonplaats] aan [adres].
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van
7 mei 2007 en 4 juni 2007.
Aan de verdachte is ten laste gelegd: dat
parketnummer: 670139-07
1.
(incident 1)
hij in of omstreeks de periode van 21 april 2006 tot en met 23 april 2006, te Vriescheloo, in elk geval in de gemeente Bellingwedde, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een aan of nabij de Dijksweg staand pand heeft weggenomen een computer, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam bedrijf], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
2.
(incident 2)
hij op of omstreeks 23 april 2006, te Stadskanaal, in elk geval in de gemeente Stadskanaal,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een aan of nabij de Electronicaweg staand pand heeft weggenomen een pocket pc, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en/of
een beeldscherm en/of een spijkerhamer, in elk geval enig goed, geheel of ten
dele toebehorende aan het (bouw)bedrijf [naam bouwbedrijf], in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte, en/of waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
3.
(incident 3)
hij in of omstreeks de nacht van 23 april 2006 op 24 april 2006, te Ter Apelkanaal, in elk geval in de gemeente Vlagtwedde, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een aan of nabij de Ambachtsweg staand pand heeft weggenomen een beeldscherm, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het bedrijf [naam bedrijf],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
4.
(incident 4)
hij op of omstreeks 21 september 2006, te Stadskanaal, in elk geval in de gemeente Stadskanaal, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een aan of nabij de
Electronicaweg staand pand heeft weggenomen een beeldscherm en/of een verbindingsterminal (voor een computer), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het bedrijf [naam bedrijf], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
5.
(incident 8)
hij in of omstreeks de periode van 12 januari 2007 tot en met 15 januari 2007, te Winschoten, in elk geval in de gemeente Winschoten, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een aan of nabij de J.D. van der Veenstraat staande (bouw)keet heeft weggenomen een handdoek, een (roterende) laser (met toebehoren) en/of een koffer (met toebehoren), in elk
geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het bedrijf [naam bedrijf], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
6.
(incident 11)
hij in of omstreeks de periode van 28 februari 2007 tot en met 5 maart 2007, te Emmen, in elk geval in de gemeente Emmen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een aan of nabij de van Schaikweg staand (school)gebouw heeft weggenomen drie, althans een of meer computerkasten en/of drie, althans een of meer flatscreens, in elk geval enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan het [naam school], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door
middel van braak, verbreking en/of inklimming;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks de periode van 28 februari 2007 tot en met 20 maart 2007,
in de gemeente Emmen, in elk geval in Nederland,
een flatscreen heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft
overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden
krijgen van die flatscreen wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden,
dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
7.
(zaak met parketnummer 650370.07, incident 1)
hij in of omstreeks de periode van 22 november 2006 tot en met 23 november 2005, te Musselkanaal, in elk geval in de gemeente Stadskanaal, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een aan of nabij de Nijverheidslaan staand(e) gebouw of keet heeft weggenomen een beeldscherm en/of een printer, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het bedrijf [naam bedrijf] in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft
en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door
middel van braak, verbreking en/of inklimming;
8.
(zaak met parketnummer 650370.07, incident 2)
hij in of omstreeks de periode van 17 november 2005 tot en met 18 november 2005, te Stadskanaal, in elk geval in de gemeente Stadskanaal, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een aan of nabij de Bankwerker staand pand heeft weggenomen een computekast, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de [naam bedrijf], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
parketnummer 670073-06
1.
hij in of omstreeks de periode van 26 januari 2006 tot en met 27 januari 2006,
in de gemeente Stadskanaal,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een auto
(merk Ford, type Fiësta, gekentekend DS-GT-16), in elk geval enig goed, geheel
of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2]., in elk geval aan een ander of anderen
dan aan verdachte,
waarbij verdachte die weg te nemen auto onder zijn bereik heeft gebracht door
middel van een valse sleutel;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks de periode van 26 januari 2006 tot en met 7 februari 2006,
in de gemeente Stadskanaal, althans in het arrondissement Groningen en/of in
het arrondissement Assen,
opzettelijk een auto (merk Ford, type Fiësta, gekentekend DS-GT-16), in elk
geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval
aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk goed verdachte anders dan
door misdrijf, te weten als geleende auto, onder zich had, wederrechtelijk
zich heeft toegeëigend;
2.
hij op of omstreeks 3 februari 2006, althans in de periode van 3 februari 2006
tot en met 5 februari 2006, te Veendam, in ek geval in de gemeente Veendam,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een aan of nabij de Phoenixweg
staand pand heeft weggenomen twee, althans een of meer computerkasten, in elk
geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het bedrijf [naam bedrijf], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of
inklimming;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 3 februari 2006, althans in of omstreeks de periode van 3
februari 2006 tot en met 7 februari 2006, in de gemeente Stadskanaal, in elk
geval in Nederland,
twee, althans een of meer computerkasten heeft verworven, voorhanden heeft
gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het
voorhanden krijgen van die computerkast(en) wist, althans redelijkerwijs had
moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het onder 1, 2, 3, 4, 5, 7 en 8 in de zaak met parketnummer 670139-07 telastegelegde en het subsidiair onder 2 in de zaak met parketnummer 670073-06 telastegelegde wordt veroordeeld tot 6 maanden gevangenisstraf waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en een werkstraf voor de duur van 150 uren, subsidiair 75 dagen hechtenis.
De politierechter is met de officier van justitie en de raadsman van oordeel dat verdachte van het onder 6 in de zaak met parketnummer 670139-07 en van het onder 1 en onder 2 primair in de zaak met parketnummer 670073-06 moet worden vrijgesproken.
Ten aanzien van het bewijs overweegt de politierechter het volgende.
Het gaat bij de aan verdachte in de zaak met parketnummer 670139-07 onder 1, 2, 3, 4, 5, 7 en 8 telastegelegde feiten telkens om diefstal met braak uit een bedrijf. Hierbij zijn door de Technische Recherche op de plaats delict steeds bloedsporen veiliggesteld waaruit door het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) na onderzoek, blijkens hieromtrent opgemaakte rapportages die zich in het dossier bevinden, een DNA-profiel is verkregen dat overeenkomt met het uit DNA-materiaal van verdachte door het NFI verkregen profiel. In verband hiermee is door het NFI geconcludeerd dat de aangetroffen bloedsporen afkomstig kunnen zijn van verdachte en dat in zes van de zeven gevallen - in welke gevallen uit het bloedspoor een volledig profiel is verkregen - de kans dat een willekeurig gekozen mannelijk individu hetzelfde DNA-profiel bezit als dat van verdachte minder is dan één op één miljard en dat in één geval (feit 1), waarin uit het bloedspoor een partieel profiel is verkregen, die kans kleiner is dan één op één miljoen.
Niettegenstaande dit DNA-bewijs, heeft verdachte iedere betrokkenheid bij de diefstallen ontkend en gesteld geen verklaring te hebben voor de gevonden bloedsporen; hij is, aldus verdachte, niet op de plaatsen geweest waar de sporen zijn gevonden. De raadsman van verdachte heeft in verband hiermee betoogd dat de uitkomsten van het DNA-onderzoek, nu dit het enige bewijsmateriaal is, niet de overtuiging kunnen opleveren dat verdachte de diefstallen in kwestie heeft gepleegd. Zo valt niet uit te sluiten dat sporen van het bloed van verdachte door anderen dan verdachte zijn achtergelaten; bovendien is van de twee broers die verdachte heeft geen DNA-materiaal voor onderzoek afgenomen, terwijl hun profielen toch dicht bij dat van verdachte zullen liggen, aldus de raadsman. Op grond hiervan is volgens de raadsman, zo begrijpt de politierechter, gerede twijfel mogelijk over de vraag of verdachte de donor is van de bloedsporen c.q. die sporen zelf heeft achtergelaten; verdachte zou daarom van de betreffende feiten moeten worden vrijgesproken.
De politierechter overweegt hierover het volgende.
Voorop staat dat met de diverse aangiftes en de uitkomsten van het door het NFI uitgevoerde DNA-onderzoek wettig bewijs voorhanden is dat verdachte de telastegelegde diefstallen heeft gepleegd. De vraag die vervolgens aan de orde is, is of dit bewijs daarvoor ook de overtuiging oplevert. De politierechter beantwoordt deze vraag om de volgende redenen bevestigend.
Blijkens de processen-verbaal van aangifte en het door de Technische Recherche uitgevoerde onderzoek, is bij alle bedrijven waar is ingebroken, geconstateerd dat bij de inbraak door de dader een ruit is vernield waardoor de dader zich de toegang heeft verschaft tot het gebouw c.q. de ruimte waaruit zaken zijn weggenomen. De werkwijze van de dader was dus steeds dezelfde en bovendien één die voor de dader een verhoogd risico op het oplopen van verwondingen meebracht.
De bloedsporen zijn, blijkens het proces-verbaal, door de Technische Recherche op de volgende plaatsen gevonden:
- op het bureau waarvan een computer werd weggenomen (feit 1);
- in een vermoedelijk door de dader op de plaats delict achtergelaten handschoen (feit 2);
- op een lamel die voor de vernielde ruit hing (feit 3);
- op de vensterbank aan de binnenzijde en buitenzijde van het raam waarvan de ruit werd vernield (feit 4);
- op een bureaublad achter/onder de vernielde ruit (feiten 5 en 7);
- aan de binnenzijde van het raam waarvan de ruit werd vernield (feit 8).
Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang beschouwd, is de politierechter van oordeel dat de bloedsporen in kwestie zijn te beschouwen als dadersporen, dat wil zeggen als sporen die door de pleger van de diefstallen op de plaats delict zijn achtergelaten. Dit brengt mee dat de mogelijkheid dat bloed van verdachte door een ander dan verdachte op de plaats delict is achtergelaten, zoals door de raadsman geopperd, niet verder behoeft te worden onderzocht of besproken, nu er geen enkele reden is aangevoerd of gebleken waarom dit het geval zou kunnen zijn.
Gegeven de hierboven genoemde uitkomsten van het DNA-onderzoek, kan worden geconcludeerd dat de kans verwaarloosbaar klein is dat het aangetroffen bloed afkomstig is van een willekeurige andere man dan verdachte. Hiertegen afgezet is de kans dat één van de twee broers van verdachte de sporen heeft achtergelaten aanmerkelijk groter. De kans dat een broer van verdachte bij toeval hetzelfde DNA-profiel heeft als verdachte is, blijkens publicaties van het NFI op dit punt (vgl."De Essenties van Forensisch DNA-onderzoek", te vinden via www.dnasporen.nl), immers gelijk aan één op tienduizend. Nu ook dit op zichzelf als een kleine kans moet worden beschouwd, er voorts geen enkele concrete aanwijzing is dat een broer van verdachte bij de diefstallen betrokken is geweest en verdachte bovendien ter zitting heeft verklaard dat zijn broers, in tegenstelling tot hijzelf, geen strafrechtelijk verleden hebben op het gebied van het plegen van diefstal, kan naar het oordeel van de politierechter slechts worden geconcludeerd dat niet aannemelijk is dat de bloedsporen afkomstig zijn van een ander dan verdachte.
Aldus heeft de politierechter ook de overtuiging gekregen dat verdachte de diefstallen - zoals hierna bewezen verklaard - heeft gepleegd.
Overigens leveren de verklaringen van verdachte over zijn betrokkenheid bij het aan hem onder 2 in de zaak met parketnummer 670073-06 telastegelegde, in combinatie met de aangifte van de diefstal van de computerkasten, wettig en overtuigend bewijs op dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan heling van de computerkasten, zoals hem ter zake subsidiair ten laste is gelegd.
De politierechter acht derhalve wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3, 4, 5, 7 en 8 in de zaak met parketnummer 670139-07 en het subsidiair onder 2 in de zaak met parketnummer 670073-06 telastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
parketnummer 670139-07
1.
hij in de periode van 21 april 2006 tot en met 23 april 2006 te Vriescheloo, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een aan of nabij de Dijksweg staand pand heeft weggenomen een computer, toebehorende aan [naam bedrijf], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak;
2.
hij op 23 april 2006, te Stadskanaal, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een aan of nabij de Electronicaweg staand pand heeft weggenomen een pocket pc, toebehorende aan [slachtoffer 1] en een beeldscherm en een spijkerhamer, toebehorende aan het (bouw)bedrijf [naam bedrijf], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak;
3.
hij in of omstreeks de nacht van 23 april 2006 op 24 april 2006, te Ter Apelkanaal, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een aan of nabij de Ambachtsweg staand pand heeft weggenomen een beeldscherm, toebehorende aan het bedrijf [naam bedrijf], waarbij verdachte het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
4.
hij op 21 september 2006, te Stadskanaal, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een aan of nabij de Electronicaweg staand pand heeft weggenomen een beeldscherm en een verbindingsterminal (voor een computer), toebehorende aan het bedrijf [naam bedrijf], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak;
5.
hij in de periode van 12 januari 2007 tot en met 15 januari 2007, te Winschoten, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een aan of nabij de J.D. van der Veenstraat staande (bouw)keet heeft weggenomen een handdoek, een (roterende) laser (met toebehoren) en een koffer (met toebehoren), toebehorende aan het bedrijf [naam bedrijf], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak;
7.
hij in de periode van 22 november 2005 tot en met 23 november 2005, te Musselkanaal, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een aan of nabij de Nijverheidslaan staand(e) gebouw of keet heeft weggenomen een beeldscherm en een printer, toebehorende aan het bedrijf [naam bedrijf], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak;
8.
hij in de periode van 17 november 2005 tot en met 18 november 2005, te Stadskanaal, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening uit een aan of nabij de Bankwerker staand pand heeft weggenomen een computerkast, toebehorende aan de [naam bedrijf], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak;
parketnummer 670073-06
2.
hij in de periode van 3 februari 2006 tot en met 7 februari 2006, in de gemeente Stadskanaal, twee computerkasten voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die computerkasten wist, dat het door misdrijf verkregen goederen betrof.
De politierechter acht niet bewezen hetgeen onder 1, 2, 3, 4, 5, 7 en 8 in de zaak met parketnummer 670139-07 en onder 2 subsidiair in de zaak met parketnummer 670073-06 meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De politierechter heeft de in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten en een kennelijke misslag (in de pleegperiode van het onder 7 in de zaak met parketnummer 670139-07 aan verdachte telastegelegde) hersteld. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen de politierechter als bewezen heeft aangenomen levert de volgende strafbare feiten op:
(670139-07) feiten 1, 2, 4, 5, 7 en 8 telkens:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
(670139-07) feit 3:
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
(670073-06) feit 2 subsidiair:
opzetheling.
Strafbaarheid van de verdachte
De politierechter acht verdachte strafbaar, nu ten aanzien van verdachte geen strafuitsluitingsgronden aanwezig worden geacht.
Bij de bepaling van de straf heeft de politierechter rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit de onderzoeken op de terechtzittingen en de aangaande zijn persoon opgemaakte rapportage, alsmede de vordering van de officier van justitie.
Vrijheidsstraf en taakstraf
De politierechter is van oordeel dat aan verdachte een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf in de vorm van een werkstraf dienen te worden opgelegd, zoals ook door de officier van justitie is gevorderd.
De politierechter heeft hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan negen vermogensdelicten, waaronder acht bedrijfsinbraken en daarmee op grove wijze inbreuk gemaakt op de eigendomsrechten van anderen. Het gaat hierbij bovendien om zeer ergerlijke feiten, die naast directe schade vaak veel hinder en overlast veroorzaken voor de gedupeerde personen.
Voorts heeft verdachte zich blijkens zijn justitiële documentatie in het verleden vaker schuldig gemaakt aan het plegen van soortgelijke strafbare feiten.
De politierechter zal een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk opleggen om te voorkomen dat verdachte zich opnieuw aan strafbare feiten schuldig zal maken.
Vorderingen van de benadeelde partijen
Feit 1 (parketnummer 670139-07)
Als benadeelde partij heeft zich in het strafproces gevoegd [naam bedrijf], [postbus], te Veendam. De benadeelde partij heeft schriftelijk opgave gedaan van de inhoud van de vordering en van de gronden waarop deze berust.
Naar het oordeel van de politierechter is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezenverklaarde rechtstreeks schade is toegebracht tot een bedrag van € 1505,16. Dit betreft de posten "rolluik pantservervangen"en "glasherstel", alsmede de geleden schade ten gevolge van de diefstal van een computer. Deze schadepost is door de politierechter naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid begroot op een bedrag van € 800,--, rekening houdend met de ouderdom van de gestolen computer en de afschrijving op de waarde ervan. De politierechter zal de vordering tot dat bedrag toewijzen.
De benadeelde partij is ten aanzien van de overige twee computers in haar vordering niet-ontvankelijk, aangezien bewezen is verklaard dat door verdachte "slechts" één computer is weggenomen. Dit deel van de vordering kan door de benadeelde partij slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Het overige gedeelte van de vordering zal de politierechter afwijzen.
Feiten 2 en 4 (parketnummer 670139-07)
Als benadeelde partij heeft zich in het strafproces gevoegd [naam bedrijf], [adres] te Stadskanaal. De benadeelde partij heeft schriftelijk opgave gedaan van de inhoud van de vordering en van de gronden waarop deze berust.
Naar het oordeel van de politierechter is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezenverklaarde rechtstreeks schade is toegebracht tot een bedrag van
€ 4253,16. Dit betreft de posten "TFT-scherm" (2x), "HP Computer" en "nota Sanders" (d.d. 10 november 2006). De politierechter zal de vordering tot dat bedrag toewijzen.
De benadeelde partij zal ten aanzien van de overige twee posten, te weten "nota Sanders" (d.d. 7 september 2006) en "nota Wientjes", in haar vordering niet-ontvankelijk worden verklaard nu de vordering op deze punten naar het oordeel van de politierechter onvoldoende is onderbouwd waardoor niet kan worden vastgesteld of hier sprake is van rechtstreekse schade ten gevolge van het bewezenverklaarde feit. Dit deel van de vordering kan door de benadeelde partij slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Feit 3 (parketnummer 670139-07)
Als benadeelde partij heeft zich in het strafproces gevoegd [naam bedrijf], [adres] te Ter Appelkanaal. De benadeelde partij heeft schriftelijk opgave gedaan van de inhoud van de vordering en van de gronden waarop deze berust. Door of namens verdachte is de vordering niet betwist.
Naar het oordeel van de politierechter is daarom komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezenverklaarde rechtstreeks schade is toegebracht tot een bedrag van
€ 226,00. De politierechter zal de vordering tot dat bedrag toewijzen.
Feit 5 (parketnummer 670139-07)
Als benadeelde partij heeft zich in het strafproces gevoegd [naam bedrijf] , [postbus] te Vries. De benadeelde partij heeft schriftelijk opgave gedaan van de inhoud van de vordering en van de gronden waarop deze berust.
Naar het oordeel van de politierechter is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezenverklaarde rechtstreeks schade is toegebracht tot een bedrag van € 1500,00, welk schade door de politierechter naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid is begroot op dat bedrag, rekening houdend met de afschrijving op de waarde van de zaken. De politierechter zal de vordering tot dat bedrag toewijzen.
Het overige gedeelte van de vordering zal de politierechter afwijzen.
Schadevergoedingsmaatregel
De politierechter zal aan verdachte de verplichting opleggen voornoemde geldbedragen ten behoeve van de benadeelde partijen aan de staat te betalen. De politierechter heeft daartoe besloten omdat verdachte jegens deze benadeelde partijen naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het strafbare feit is toegebracht en het belang van de benadeelde partijen ermee is gediend niet zelf te worden belast met het innen van de toegewezen schadevergoeding.
Feit 1 (parketnummer 670073-06)
Als benadeelde partij heeft zich in het strafproces gevoegd [slachtoffer 2], [adres] te Musselkanaal. De benadeelde partij heeft schriftelijk opgave gedaan van de inhoud van de vordering en van de gronden waarop deze berust.
Verdachte is vrijgesproken van het onder 1 in de zaak met parketnummer 670073-06 telastegelegde.
De politierechter zal daarom bepalen dat de benadeelde partij in haar vordering niet-ontvankelijk is. Dit houdt in dat de vordering door de benadeelde partij slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De politierechter heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 24c, 36f, 57, 310, 311 en 416 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
- verklaart het onder 6 in de zaak met parketnummer 670139-07 en het onder 1 en onder 2 primair in de zaak met parketnummer 670073-06 telastegelegde niet wettig en overtuigend bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2 , 3, 4, 5, 7 en 8 in de zaak met parketnummer 670139-07 en het onder 2 subsidiair in de zaak met parketnummer 670073-06 telastegelegde wettig en overtuigend bewezen zoals hierboven is aangegeven, te kwalificeren als voormeld en verklaart het bewezenverklaarde strafbaar.
Verklaart de verdachte voor het bewezenverklaarde strafbaar.
Verklaart het onder 1, 2 , 3, 4, 5, 7 en 8 in de zaak met parketnummer 670139-07 en het onder 2 subsidiair in de zaak met parketnummer 670073-06 meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt de verdachte voor het bewezen en strafbaar verklaarde tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 174 dagen.
Beveelt dat bij de tenuitvoerlegging van deze straf de tijd die veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht tenzij die tijd op een andere straf in mindering is gebracht.
Bepaalt dat van deze straf een gedeelte, groot 90 dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders gelast omdat de veroordeelde zich voor het einde van de op 2 jaren gestelde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
het verrichten van een taakstraf bestaande uit een werkstraf van 150 uren, met bevel dat vervangende hechtenis voor de duur van 75 dagen zal worden toegepast als veroordeelde deze straf niet naar behoren verricht.
De taakstraf moet zijn voltooid binnen een jaar na het onherroepelijk worden van dit vonnis. De veroordeelde zal zich met betrekking tot de te verrichten onbetaalde arbeid gedragen naar de aanwijzingen te geven door of namens de Stichting Reclassering Nederland te Groningen.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij
Wijst de vordering van de benadeelde partij [naam bedrijf], [postbus], te Veendam, toe en veroordeelt de veroordeelde tot betaling van aan de benadeelde partij van een bedrag van € 1505,16.
Verklaart de benadeelde partij voor het deel van de vordering dat ziet op twee (van de drie in de vordering genoemde) computers niet-ontvankelijk en bepaalt dat dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Wijst de vordering van de benadeelde partij voor het overige af.
Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Verplicht de veroordeelde aan de Staat te betalen een geldbedrag van € 1505,16 ten behoeve van de benadeelde partij [naam bedrijf], [postbus] te Veendam, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 30 dagen hechtenis. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
Heeft de veroordeelde voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 1505,16 ten behoeve van de benadeelde partij, dan vervalt de verplichting om dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen. Dit geldt ook omgekeerd: heeft de veroordeelde de vordering van de benadeelde partij betaald, dan vervalt de verplichting tot betaling van dit bedrag aan de Staat.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij
Wijst de vordering van de benadeelde partij [naam bedrijf].,[adres] te Stadskanaal, toe en veroordeelt de veroordeelde tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van € 4253,16.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige deel van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Verplicht de veroordeelde aan de Staat te betalen een geldbedrag van € 4253,16 ten behoeve van de benadeelde partij [naam bedrijf], [adres] te Stadskanaal, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 51 dagen hechtenis. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
Heeft de veroordeelde voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 4253,16 ten behoeve van de benadeelde partij, dan vervalt de verplichting om dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen. Dit geldt ook omgekeerd: heeft de veroordeelde de vordering van de benadeelde partij betaald, dan vervalt de verplichting tot betaling van dit bedrag aan de Staat.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij
Wijst de vordering van de benadeelde partij [naam bedrijf]., [adres] te Ter Appelkanaal, toe en veroordeelt de veroordeelde tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van € 226,00.
Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Verplicht de veroordeelde aan de Staat te betalen een geldbedrag van € 226,00 ten behoeve van de benadeelde partij [naam bedrijf], [adres] te Stadskanaal, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 4 dagen hechtenis. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
Heeft de veroordeelde voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 226,00 ten behoeve van de benadeelde partij, dan vervalt de verplichting om dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen. Dit geldt ook omgekeerd: heeft de veroordeelde de vordering van de benadeelde partij betaald, dan vervalt de verplichting tot betaling van dit bedrag aan de Staat.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij
Wijst de vordering van de benadeelde partij [naam bedrijf]., [postbus] te Vries, toe en veroordeelt de veroordeelde tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van
€ 1500,00.
Wijst de vordering van de benadeelde partij voor het overige af.
Veroordeelt de veroordeelde in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Verplicht de veroordeelde aan de Staat te betalen een geldbedrag van € 1500,00 ten behoeve van de benadeelde partij [naambedrijf], [postbus] te Vries , bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 30 dagen hechtenis. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
Heeft de veroordeelde voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 1500,00 ten behoeve van de benadeelde partij, dan vervalt de verplichting om dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen. Dit geldt ook omgekeerd: heeft de veroordeelde de vordering van de benadeelde partij betaald, dan vervalt de verplichting tot betaling van dit bedrag aan de Staat.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 2], [adres] te Musselkanaal, in de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de veroordeelde ieder de eigen kosten dragen.
Dit vonnis is aldus gewezen door mr. Boekaar, politierechter in tegenwoordigheid van mr. De Jong als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 juni 2007.