ECLI:NL:RBGRO:2007:BB0990
Rechtbank Groningen
- Kort geding
- P.J.W.M. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Vordering tot afgifte van urn met as na diefstal door zoon van overleden levenspartner
In deze zaak vordert eiseres, de partner van de overleden [A], de afgifte van de urn met de as van haar overleden levenspartner, die volgens haar door gedaagde, de zoon van [A], uit haar woning is gestolen. Gedaagde betwist deze beschuldiging en stelt dat hij op het moment van de vermeende diefstal niet in de woning van eiseres was. De voorzieningenrechter heeft de zaak behandeld in kort geding, waarbij eiseres haar vorderingen heeft onderbouwd met schriftelijke verklaringen van getuigen. Gedaagde heeft echter de consistentie van deze verklaringen betwist en stelt dat hij kan aantonen dat hij op de relevante datum elders was.
Tijdens de zitting is er een regeling getroffen waarbij partijen overeenkwamen dat de urn uiterlijk op 20 juni 2007 zou worden afgegeven bij het crematorium. Echter, na deze datum hebben partijen schriftelijk laten weten dat de regeling niet is uitgevoerd. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat de feiten onvoldoende duidelijk zijn om een afgewogen oordeel te vellen in kort geding, aangezien verdere bewijslevering noodzakelijk is. Daarom zijn de gevraagde voorzieningen geweigerd en zijn de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.
De uitspraak is gedaan door mr. P.J.W.M. Vermeulen op 3 augustus 2007, waarbij de voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de zaak niet geschikt is voor een kort geding vanwege de noodzaak van verdere bewijslevering.