ECLI:NL:RBGRO:2007:BB2643
Rechtbank Groningen
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vereisten voor ondertekening offertes in aanbestedingsprocedure
In deze zaak gaat het om een kort geding tussen Haskoning Nederland B.V. en het Havenschap Delfzijl/Eemshaven, vertegenwoordigd door Groningen Seaports. Haskoning heeft deelgenomen aan een aanbestedingsprocedure voor een raamovereenkomst voor het leveren van ingenieursdiensten ten behoeve van het Energy Park Eemshaven. De aanbestedende dienst, Groningen Seaports, had als knock-outcriterium gesteld dat de offerte ondertekend moest zijn door een daartoe bevoegde persoon, met een procuratie die minimaal gelijk is aan de geraamde waarde van de deelopdrachten, die op minimaal EUR 2,0 miljoen was vastgesteld.
Haskoning heeft haar offerte ingediend, maar deze werd ongeldig verklaard omdat de ondertekenaar niet over de vereiste procuratie zou beschikken. Haskoning vorderde in kort geding dat Groningen Seaports haar zou toelaten tot de aanbestedingsprocedure en dat de gunning aan andere inschrijvers zou worden verboden. De voorzieningenrechter oordeelde dat de geraamde minimale waarde van de deelopdrachten niet als de waarde van de raamovereenkomst kon worden aangemerkt, en dat Groningen Seaports de offerte van Haskoning ten onrechte ongeldig had verklaard.
De voorzieningenrechter gebiedt Groningen Seaports om Haskoning toe te laten tot de aanbestedingsprocedure en verbiedt de definitieve gunning van de raamovereenkomst aan de reeds geselecteerde inschrijvers totdat de offerte van Haskoning definitief is beoordeeld. Tevens wordt Groningen Seaports veroordeeld in de proceskosten van Haskoning, die zijn begroot op EUR 1.137,85. Dit vonnis is uitgesproken op 31 augustus 2007.