ECLI:NL:RBGRO:2007:BB9880
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A. Houtman
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen verlening bouwvergunning voor windturbine in strijd met bestemmingsplan en welstandseisen
In deze zaak hebben eisers beroep ingesteld tegen het besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente De Marne, waarbij een bouwvergunning is verleend voor het oprichten van een windturbine. De vergunning is verleend op 25 juni 2004, maar eisers hebben hiertegen bezwaar aangetekend. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 18 december 2006, waarbij eisers in persoon zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde J.D. Imelman. De verweerder werd vertegenwoordigd door W.K. de Wind en F.A. Rozema, terwijl vergunninghouder [vergunninghouder1] ook aanwezig was met zijn gemachtigde A.E. Noordhuis.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de vergunninghouder een aanvraag heeft ingediend voor een windturbine met een ashoogte van 40 meter en een wieklengte van 62 meter. Eisers hebben aangevoerd dat de vergunning in strijd is met het bestemmingsplan en de redelijke eisen van welstand. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de bouwvergunning niet in strijd is met het bestemmingsplan, aangezien de herziening van het bestemmingsplan expliciet ruimte biedt voor de bouw van een windturbine met de opgegeven afmetingen.
Daarnaast heeft de rechtbank overwogen dat het welstandsadvies, dat pas in de bezwaarfase is aangevraagd, niet zodanige gebreken vertoont dat het niet aan de beoordeling van de welstand ten grondslag gelegd kan worden. De rechtbank concludeert dat de beroepsgronden van eisers niet slagen en verklaart het beroep ongegrond. De uitspraak is gedaan door rechter A. Houtman op 12 januari 2007, en partijen kunnen binnen zes weken hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.