ECLI:NL:RBGRO:2008:BC6580
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- D.A. Flinterman
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot onmiddellijke teruggeleiding van een dertienjarige minderjarige op grond van het Haags Kinderontvoeringsverdrag
In deze zaak heeft de vrouw op 26 november 2007 een verzoekschrift ingediend bij de Rechtbank Groningen, waarin zij verzocht om de onmiddellijke teruggeleiding van haar dertienjarige dochter B. naar haar gewone verblijfplaats in België. De vrouw stelde dat de man, de vader van B., haar niet had teruggebracht na een bezoek en dat dit een ongeoorloofd vasthouden was in de zin van artikel 3 van het Haags Kinderontvoeringsverdrag (HKOV). De rechtbank heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat de vrouw het ouderlijk gezag over B. uitoefent, terwijl B. bij de man verblijft. De rechtbank heeft ook kennisgenomen van eerdere beschikkingen en omgangsregelingen die tussen de partijen zijn vastgesteld.
Tijdens de zitting op 18 december 2007 heeft de rechtbank de minderjarige B. gehoord. B. heeft tijdens het kinderverhoor op 5 december 2007 duidelijk verklaard dat zij niet terug wilde naar België en in Nederland wilde blijven. De rechtbank heeft vastgesteld dat B. op dat moment ruim dertien jaar oud was en in staat was om een redelijke afweging van haar belangen te maken. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van verzet van B. tegen haar terugkeer, wat een weigeringsgrond vormt volgens artikel 13 lid 2 HKOV.
Uiteindelijk heeft de rechtbank op 3 januari 2008 het verzoek van de vrouw om de onmiddellijke teruggeleiding van B. naar België afgewijzen. De rechtbank concludeerde dat de omstandigheden, met inbegrip van de duidelijke en standvastige weigering van B. om terug te keren, voldoende waren om het verzoek af te wijzen. De beschikking is gegeven door mr. D.A. Flinterman en uitgesproken ter openbare terechtzitting.