ECLI:NL:RBGRO:2008:BC6599
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- D.A. Flinterman
- Rechtspraak.nl
Verlenging ondertoezichtstelling en afwijzing machtiging uithuisplaatsing voor minderjarige A.
In deze zaak heeft de kinderrechter op 4 januari 2008 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van de minderjarige A. en de machtiging tot uithuisplaatsing. De minderjarige was sinds 2004 in een pleeggezin geplaatst door zijn vader, met instemming van de moeder. De pleegzorgsituatie was problematisch, vooral na de veroordeling van een van de pleegouders voor een zedendelict. Ondanks de adviezen van de hulpverlening en de Raad voor de Kinderbescherming, bleven beide ouders vasthouden aan de plaatsing bij de overgebleven pleegvader.
Het bureau jeugdzorg had op 23 november 2007 een verzoek ingediend tot verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld en de standpunten van de betrokken partijen gehoord. De kinderrechter oordeelde dat de ondertoezichtstelling moest worden verlengd, omdat de gronden daarvoor nog steeds aanwezig waren. Echter, de kinderrechter wees het verzoek tot verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing af, omdat er sprake was van een vrijwillige plaatsing door de ouders, waarvoor geen machtiging vereist was.
De kinderrechter benadrukte dat de ouders, ondanks de problematische situatie, nog steeds achter de plaatsing van A. bij de pleegvader stonden. De beslissing om de ondertoezichtstelling te verlengen werd genomen in het belang van de minderjarige, met als doel een veilige en stabiele opvoedingssituatie te waarborgen. De kinderrechter verklaarde de beschikking uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer of anders verzochte af.