ECLI:NL:RBGRO:2008:BD6229

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
11 juni 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
102360 / JE RK 08-476
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • D.A. Flinterman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot gesloten plaatsing in een accommodatie voor jeugdzorg

Op 11 juni 2008 heeft de kinderrechter de zaken van de minderjarige, geboren in 1994, behandeld met gesloten deuren. De minderjarige, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. A.M. Crouwel, was betrokken in een complexe situatie waarbij de ouders, [vader] en [moeder], geen gezag meer konden uitoefenen. De kinderrechter heeft eerder op 30 mei 2008 een voorlopige ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing verleend. De minderjarige vertoonde ernstige gedragsproblemen, waaronder agressie, en had een licht verstandelijke handicap. De ouders drongen aan op een uithuisplaatsing om de veiligheid van het gezin te waarborgen.

De kinderrechter heeft de standpunten van de Raad voor de Kinderbescherming en bureau jeugdzorg gehoord. De Raad stelde dat de minderjarige ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen had, die zijn ontwikkeling belemmerden. Bureau jeugdzorg gaf aan dat een machtiging voor gesloten plaatsing noodzakelijk was om te voorkomen dat de minderjarige zich aan de zorg zou onttrekken. De moeder vroeg om meer inzicht in de problematiek van de minderjarige, maar de kinderrechter oordeelde dat de eerdere beschikkingen op goede gronden waren gegeven.

De kinderrechter heeft de voorlopige ondertoezichtstelling bekrachtigd en een definitieve ondertoezichtstelling voor de duur van een jaar uitgesproken. Tevens is de machtiging tot plaatsing in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg verleend voor de duur van zes maanden. De kinderrechter oordeelde dat de minderjarige in de thuissituatie onhandelbaar was en een gevaar vormde voor de gezinsleden. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en er kan binnen drie maanden hoger beroep worden ingesteld.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector Civielrecht
zaaknr.: 102323 JE RK 08-469 en 102360 JE RK 08-476
beschikking kinderrechter d.d. 11 juni 2008
inzake
* [de minderjarige], geboren in de gemeente Groningen [in 1994],
kind van:
[vader],
wonende te [adres],
en
[moeder],
wonende te [adres].
De ouders zijn belast met het gezag over voornoemde minderjarige.
PROCESGANG
Op 30 mei 2008 heeft de kinderrechter (tussen)beschikkingen gegeven.
Op 11 juni 2008 is ter griffie van de rechtbank de verklaring van de gedragswetenschapper binnengekomen.
Op 11 juni 2008 heeft de kinderrechter de zaken gevoegd ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn daarbij: [de minderjarige], bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. A.M. Crouwel, de moeder, mevrouw A.I. van Dijk, namens de Raad voor de Kinderbescherming (de Raad), locatie Groningen en mevrouw B.S. Mulder, namens bureau jeugdzorg (bjz).
Op 12 juni 2008 is ter griffie van de rechtbank een crisisindicatiebesluit binnengekomen.
OVERWEGINGEN
De kinderrechter neemt hier over hetgeen is overwogen en beslist bij beschikking d.d. 30 mei 2008 (102323 / JE RK 08-469). Hierin is voornoemde minderjarige met ingang van 30 mei 2008 voorlopig onder toezicht gesteld, voor de duur van drie maanden en is tevens een machtiging tot (spoed)uithuisplaatsing in een residentiële inrichting verleend voor de duur van 4 weken.
Voorts neemt de kinderrechter over hetgeen is overwogen en beslist bij beschikking d.d. 30 mei 2008 (102360 / JE RK 08-476). Hierbij is een machtiging tot (spoed)uithuisplaatsing verleend in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg voor de duur van 4 weken.
Standpunt Raad
[de minderjarige] heeft PDD-Nos, kenmerken van ADHD en differentiaal diagnostisch gezien kan er gesproken worden van ODD. Daarnaast is [de minderjarige] licht verstandelijk gehandicapt.
Moeder en stiefvader hebben geen enkel gezag over hem en laten hem zijn gang gaan om escalaties binnen het gezin te voorkomen. Hij is toenemend agressief tegenover zijn moeder en zusje. Ouders kunnen de veiligheid van de gezinsleden niet langer garanderen en dringen aan op een uithuisplaatsing.
De Raad verzoekt ter zitting thans reeds de definitieve ondertoezichtstelling te verlenen.
Standpunt bjz
[de minderjarige] is vorige week, na een crisisplaatsing in het Poortje, in 't Ruige Veld geplaatst om te worden behandeld. Een machtiging voor de gesloten plaatsing is noodzakelijk voor het geval het mis gaat in 't Ruige Veld.
Op 13 juni 2008 heeft bjz telefonisch aangegeven dat de plaatsing van [de minderjarige] in 't Ruige Veld niet langer haalbaar was en dat hij die dag in het Poortje is geplaatst.
Standpunt moeder
Moeder wil dat er meer inzicht wordt verkregen in de problematiek van [de minderjarige]. Zij heeft een paar maanden geleden een ondertoezichtstelling aangevraagd en bij Lentis aangegeven behandeling voor [de minderjarige] in 't Ruige Veld te willen. Volgens moeder zou de psychiater van het Ruige Veld hebben aangegeven dat er geen sprake is van een psychiatrische stoornis bij [de minderjarige] - dan zou hij bijvoorbeeld stemmen moeten horen, hetgeen niet het geval is -, zodat een machtiging in het kader van de wet BOPZ geen kans van slagen zou hebben.
Beoordeling door de kinderrechter
Op grond van de overgelegde, thans beschikbare stukken, is de kinderrechter van oordeel dat de beschikkingen van 30 mei 2008 op goede gronden zijn gegeven. Gelet op de inhoud van genoemde stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht, is naar het oordeel van de kinderrechter sprake van ernstige zorgen omtrent de ontwikkeling van [de minderjarige]. Hij is in de thuissituatie onhandelbaar en vormt een gevaar voor moeder en de overige gezinsleden. Moeder is niet, althans onvoldoende, in staat het gezag over [de minderjarige] uit te oefenen. Gelet op het voorgaande kan de voorlopige ondertoezichtstelling worden bekrachtigd. Gezien het ter zitting door de Raad aanvullend verzochte, is de kinderrechter eveneens van oordeel dat een definitieve ondertoezichtstelling voor de duur van een jaar kan worden uitgesproken, als onder de beslissing weergegeven.
Voorts is de kinderrechter van oordeel dat een machtiging tot plaatsing in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg noodzakelijk is. De minderjarige heeft ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen die zijn ontwikkeling naar volwassenheid ernstig belemmeren.
Deze problemen maken de opneming en het verblijf noodzakelijk om te voorkomen dat de minderjarige zich aan de zorg die hij nodig heeft, zal onttrekken.
In hoeverre een behandeling van [de minderjarige] in het Poortje, dan wel in het Ruige Veld het meest aangewezen is, is thans niet aan de orde, gezien de recente informatie van bjz.
BESLISSING
bekrachtigt de beschikking van 30 mei 2008 (102323 / JE RK 08-469), met dien verstande
- dat de definitieve ondertoezichtstelling wordt uitgesproken voor de duur van een jaar, derhalve tot 30 mei 2009;
bekrachtigt de beschikking van 30 mei 2008 (102360 / JE RK 08-476), met dien verstande
- dat de machtiging tot plaatsing in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg wordt verleend voor de duur van zes maanden, derhalve tot 30 november 2008;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven te Groningen op 11 juni 2008 door mr. D.A. Flinterman, kinderrechter, in tegenwoordigheid van de griffier.
Van deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld binnen drie maanden na de dag van deze uitspraak door indiening van een beroepschrift ter griffie van het Gerechtshof te Leeuwarden.