ECLI:NL:RBGRO:2008:BD6233

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
11 juni 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
102343 / JE RK 08-474
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • D.A. Flinterman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot gesloten plaatsing van een minderjarige met ernstige gedragsproblemen

Op 11 juni 2008 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Groningen de zaak van een 17-jarige jongen, aangeduid als [de minderjarige], behandeld. Deze jongen vertoont ernstig problematisch gedrag, waaronder agressie en manipulatie, en heeft meerdere keren met de politie in aanraking gestaan. De ouders hebben recent aangifte gedaan van diefstal en mishandeling door hun zoon, en overwegen ook aangifte van seksueel misbruik van zijn zusje. De jeugdreclassering heeft geadviseerd om [de minderjarige] in een gesloten jeugdzorginstelling te plaatsen, omdat een open setting niet toereikend zou zijn voor zijn problematiek. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [de minderjarige] zowel emotioneel als seksueel bedreigd wordt en dat zijn gedrag de afgelopen maanden is verergerd. Er is een dringende noodzaak voor onderzoek naar zijn problematiek en een op maat gesneden behandeling. De kinderrechter heeft daarom besloten om een machtiging tot gesloten plaatsing voor een periode van drie maanden te verlenen, ingaande op 30 mei 2008. Deze beslissing is genomen om te voorkomen dat [de minderjarige] zich aan de noodzakelijke zorg onttrekt. De kinderrechter heeft de beschikking van 30 mei 2008 bekrachtigd en een voortgezette behandeling gepland op 20 augustus 2008, waarbij de betrokken partijen zijn opgeroepen om te verschijnen. De kinderrechter heeft ook verzocht om een persoonlijkheidsonderzoek en behandelingsplan voor de volgende zittingsdatum.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector Civielrecht
zaaknr.: 102343 / JE RK 08-474
beschikking kinderrechter d.d. 11 juni 2008
inzake
* [de minderjarige], geboren in de gemeente Delfzijl [in 1991],
kind van:
[vader],
wonende te [adres]
en
[moeder],
wonende te [adres].
De ouders zijn belast met het gezag over voornoemde minderjarige.
PROCESGANG
Op 30 mei 2008 heeft de kinderrechter een beschikking gegeven.
Op 9 juni 2008 is ter griffie van de rechtbank het indicatiebesluit binnengekomen.
Nu het een machtiging tot plaatsing in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg betreft is ambtshalve als raadsman toegevoegd mr. K.H. Kappelhof.
Op 11 juni 2008 heeft de kinderrechter de zaak ter terechtzitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn daarbij: [de minderjarige], bijgestaan door zijn raadsman mr. K.H. Kappelhof, de vader, de moeder en mevrouw H. Langeslag, namens bjz Groningen, afdeling Jeugdreclassering.
OVERWEGINGEN
De kinderrechter neemt hier over hetgeen is overwogen en beslist in haar beschikking van 30 mei 2008.
Standpunt bjz
[de minderjarige] is een 17-jarige jongen met forse gedragsproblemen. Hij vertoont agressief, manipulerend en bedreigend gedrag, met name in de thuissituatie. [de minderjarige] is de afgelopen jaren meerdere keren met de politie in aanraking gekomen in verband met openlijke geweldpleging. [de minderjarige] heeft hiervoor een taakstraf gekregen en deze positief voltooid. In april jl. is [de minderjarige] gerecidiveerd. Ouders hebben onlangs aangifte gedaan van diefstal en mishandeling. Daarnaast overwegen de ouders om aangifte te doen van seksueel misbruik door [de minderjarige] van zijn zusje. De combinatie van het snel afglijden, de toename van de politiecontacten en de ernst van de delicten maakt de situatie zeer zorgelijk. [de minderjarige]'s probleembesef en zelfinzicht met betrekking tot de delicten is onvoldoende aanwezig. Hij kan zich moeilijk inleven en ontkent zijn betrokkenheid bij de delicten. De jeugdreclassering is van mening dat [de minderjarige] gebaat is bij opname in een gesloten inrichting waar sprake is van voldoende duidelijke structuur, veiligheid en rust. Daarnaast is het van belang dat er uitgebreid onderzoek wordt gedaan naar de persoonlijkheid van [de minderjarige]. Er is nog niet met een onderzoek gestart. Gezien de ernst van de gedragsproblemen acht bjz een plaatsing in een open setting niet toereikend.
De komende periode dient er aan de volgende doelen te worden gewerkt:
- het is duidelijk welke problematiek op de voorgrond staat bij [de minderjarige], wat de in stand houdende factoren zijn en welke behandeling het meest geïndiceerd is;
- [de minderjarige] heeft inzicht in zijn eigen handelen en de consequenties daarvan;
- [de minderjarige] voegt zich naar de regels, afspraken en de structuur binnen de gesloten jeugdzorg;
- [de minderjarige] uit zijn emoties op een adequate manier en is eerlijk in wat hem bezig houdt;
- [de minderjarige] ervaart rust en denkt na over zijn toekomst.
Standpunt minderjarige
Namens [de minderjarige] is het volgende naar voren gebracht. [de minderjarige] ziet zelf ook in dat er wat moet gebeuren. Bekeken moet worden welke minst verstrekkende maatregel genomen moet worden om [de minderjarige] weer op het goede spoor te krijgen.
Standpunt ouders
Positieve ontwikkelingen zijn bij [de minderjarige] vaak van korte duur. Hierna valt [de minderjarige] terug in zijn oude gedrag. Ouders hebben ingestemd met de opname van [de minderjarige] in een gesloten jeugdzorginstelling, omdat zij het belangrijk vinden dat hij wordt behandeld.
Beoordeling door de kinderrechter
[de minderjarige] wordt zowel in zijn emotionele als in zijn seksuele ontwikkeling bedreigd. Hij vertoont in de thuissituatie agressief, manipulerend en bedreigend gedrag. Er is sprake van mishandeling van zijn ouders en seksueel misbruik van zijn zusje. Daarnaast is [de minderjarige] de afgelopen jaren verscheidene keren met de politie in aanraking gekomen in verband met openlijke geweldpleging. [de minderjarige] bagatelliseert de problemen en dreigt steeds verder af te glijden. Nu het (agressieve) gedrag van [de minderjarige] de afgelopen maanden sterk is verergerd en hij zich onttrekt aan het ouderlijk gezag acht de kinderrechter het van belang dat er uitgebreid onderzoek wordt gedaan naar de problematiek van [de minderjarige], zodat na een goede diagnose een op zijn problemen toegesneden behandeling kan plaatsvinden.
Op grond van de verkregen informatie, zoals in opgemeld verzoek aangegeven en ter terechtzitting aangevuld, is de kinderrechter van oordeel dat het verlenen van een machtiging tot plaatsing van de minderjarige in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg noodzakelijk is omdat de minderjarige ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen heeft die zijn ontwikkeling naar volwassenheid ernstig belemmeren. Die problemen maken dat de opneming en het verblijf noodzakelijk zijn om te voorkomen dat de minderjarige zich aan de zorg die hij nodig heeft zal onttrekken.
Nu de beschikking d.d. 30 mei 2008 derhalve op goede gronden gegeven is, zal de kinderrechter deze beschikking bekrachtigen en de machtiging tot plaatsing in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg verlenen voor de duur van drie maanden.
De kinderrechter zal het verzoek voor de langer verzochte duur van de machtiging uithuisplaatsing aanhouden tot aan de hieronder genoemde zittingsdatum. Bjz dient in de tussentijd onderzoek te laten verrichten naar de problematiek van [de minderjarige] alsmede een uitgewerkt behandelingsplan op te stellen. Bjz wordt verzocht om voor de volgende zittingsdatum rapportage over te leggen.
De kinderrechter gaat er verder van uit dat er voor gezorgd wordt dat [de minderjarige] in het Poortje adequaat onderwijs ontvangt.
BESLISSING
bekrachtigt de beslissing van deze rechtbank van 30 mei 2008, met dien verstande dat de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [de minderjarige] in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg wordt verleend voor de duur van drie maanden, ingaande 30 mei 2008;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
houdt het verzoek voor de langer verzochte duur van de machtiging tot plaatsing in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg aan en bepaalt ter zake een voortgezette behandeling op 20 augustus 2008 om 14:00 uur in één van de zittingszalen van het gerechtsgebouw aan het Guyotplein 1 te Groningen;
roept de belanghebbenden in deze zaak op om tegen voormelde zittingsdatum te verschijnen;
verzoekt bjz om uiterlijk één week voorafgaande aan de hierboven vermelde zittingsdatum aan de kinderrechter en overige belanghebbenden het persoonlijkheidsonderzoek en behandelingsplan over te leggen.
Deze beschikking is gegeven te Groningen op 11 juni 2008 door mr. D.A. Flinterman, kinderrechter, in tegenwoordigheid van de griffier.
Van deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld binnen drie maanden na de dag van deze uitspraak door indiening van een beroepschrift ter griffie van het Gerechtshof te Leeuwarden.