ECLI:NL:RBGRO:2008:BD8389
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- D.A. Flinterman
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wijziging hoofdverblijf en omgangsregeling van minderjarige
In deze zaak heeft de rechtbank Groningen op 8 juli 2008 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van de man, die vroeg om wijziging van het hoofdverblijf van het minderjarige kind en om een gedetailleerde omgangsregeling. De man en de vrouw hebben een affectieve relatie gehad en zijn gezamenlijk belast met het gezag over hun minderjarige kind, dat bij de vrouw woont. De man verzocht om het hoofdverblijf van het kind bij hem te vestigen, subsidiair om een omgangsregeling vast te stellen. De vrouw stelde dat de huidige situatie, waarbij het kind bij haar woont, in het belang van het kind is. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen concrete zorgen zijn over de verzorging en opvoeding van het kind bij de vrouw en dat een wijziging van het hoofdverblijf een te zwaar middel zou zijn om de communicatieproblemen tussen de ouders op te lossen. De primaire verzoeken van de man zijn dan ook afgewezen.
De rechtbank heeft echter wel de bestaande omgangsregeling, die eerder was vastgesteld, herzien en gedetailleerd vastgelegd. De man mag het kind één weekend in de veertien dagen bij zich hebben en in de zomervakantie zal het kind de eerste drie weken bij de man verblijven. De rechtbank heeft ook bepaald dat de vrouw de man moet betrekken bij belangrijke beslissingen over het kind, zoals schoolkeuze en medische behandelingen. De uitspraak benadrukt het belang van goede communicatie tussen de ouders en de noodzaak om het welzijn van het kind voorop te stellen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ook al kan er hoger beroep worden ingesteld.