ECLI:NL:RBGRO:2008:BF0514
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- D.A. Flinterman
- Rechtspraak.nl
Vervallenverklaring schriftelijke aanwijzing van Bureau Jeugdzorg in een gezinszaak
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Groningen op 8 augustus 2008 uitspraak gedaan over een verzoek van de moeder tot vervallenverklaring van een schriftelijke aanwijzing van Bureau Jeugdzorg Groningen (Bjz). De schriftelijke aanwijzing, gegeven op 13 juni 2008, hield in dat de moeder niet langer samen met haar partner de zorg voor haar kinderen mocht uitoefenen. De moeder betwistte de noodzaak van deze aanwijzing en voerde aan dat er geen sprake was van een bedreigende situatie voor de kinderen. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij zowel de moeder als haar partner en vertegenwoordigers van Bjz aanwezig waren.
De kinderrechter oordeelde dat de schriftelijke aanwijzing een ingrijpende maatregel was die ver in de persoonlijke levenssfeer van de moeder ingreep. De aanwijzing was gebaseerd op meldingen van het AMK over de veiligheid van de kinderen, maar de kinderrechter vond dat Bjz onvoldoende zorgvuldig had gehandeld door de partner van de moeder niet te horen voordat de aanwijzing werd gegeven. Dit was in strijd met de zorgvuldigheidseisen die gelden bij het nemen van dergelijke beslissingen. De kinderrechter concludeerde dat de aanwijzing niet op goede gronden was vastgesteld en dat de moeder niet op een eerlijke manier was gehoord.
Daarom heeft de kinderrechter de schriftelijke aanwijzing van Bjz vervallen verklaard. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de moeder direct weer de zorg voor haar kinderen kan uitoefenen samen met haar partner, tenzij er in de toekomst nieuwe aanwijzingen of beslissingen worden genomen die dit in de weg staan. De kinderrechter heeft benadrukt dat Bjz in de toekomst zorgvuldiger moet omgaan met het horen van betrokkenen voordat dergelijke ingrijpende maatregelen worden genomen.