ECLI:NL:RBGRO:2008:BG4372

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
10 oktober 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
105092 / JE RK 08-896
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • D.A. Flinterman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ondertoezichtstelling van ongeboren vrucht en machtiging tot uithuisplaatsing

Op 10 oktober 2008 heeft de Raad voor de Kinderbescherming te Groningen een verzoekschrift ingediend met het verzoek om de ondertoezichtstelling van een ongeboren vrucht uit te spreken voor de duur van een jaar, en om een voorlopige ondertoezichtstelling voor de duur van drie maanden. Tevens werd verzocht om een machtiging tot (spoed)uithuisplaatsing in een pleegzorgvoorziening voor de duur van drie maanden, zodra de minderjarige geboren zou zijn. De kinderrechter heeft op basis van de ingediende informatie geoordeeld dat het noodzakelijk was om de ongeboren vrucht voorlopig onder toezicht te stellen voor maximaal drie maanden, en dat er met spoed een uithuisplaatsing moest plaatsvinden in een pleegzorgvoorziening voor de duur van vier weken na de geboorte.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder langdurig bekend is bij hulpverleningsinstellingen vanwege gedragsstoornissen en dat zij op zwakbegaafd niveau functioneert. De vader heeft alle hulpverlening stopgezet, waardoor er geen zicht meer is op de situatie van de ouders. Er bestond vrees dat de ouders de ongeboren vrucht zouden ontrekken aan noodzakelijke medische zorg. Gezien de urgentie van de situatie kon het verhoor van de belanghebbenden niet worden afgewacht zonder ernstig gevaar voor de ongeboren vrucht.

In de beslissing heeft de kinderrechter de ondertoezichtstelling van de minderjarige N.N. met ingang van heden voorlopig onder toezicht gesteld voor de duur van drie maanden en de ondertoezichtstelling opgedragen aan het bureau jeugdzorg Groningen. Daarnaast is er een machtiging verleend tot (spoed)uithuisplaatsing in een pleegzorgvoorziening voor de ongeboren vrucht, met ingang van heden voor de duur van vier weken. De beslissing over de langer verzochte duur van de machtiging tot uithuisplaatsing en de definitieve ondertoezichtstelling is aangehouden in afwachting van een verhoor op 24 oktober 2008.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector Civielrecht
zaaknr.: 105092 / JE RK 08-896
beschikking kinderrechter d.d. 10 oktober 2008
inzake
* N.N,
ongeboren kind van:
[vader],
wonende te [adres]
en
[moeder],
thans verblijvende in het Martini ziekenhuis.
PROCESGANG
Op 10 oktober 2008 heeft de Raad voor de Kinderbescherming (de Raad) te Groningen een verzoekschrift met bijlage(n) ingediend, gedateerd 10 oktober 2008 en verzocht dat:
1. de ondertoezichtstelling van voornoemde ongeboren vrucht wordt uitgesproken voor de duur van een jaar;
2. de voorlopige ondertoezichtstelling van voornoemde ongeboren vrucht wordt uitgesproken voor de duur van drie maanden.
De Raad heeft daarbij verzocht een machtiging tot (spoed)uithuisplaatsing te verlenen in een voorziening voor pleegzorg voor de duur van 3 maanden, zodra de minderjarige geboren is.
OVERWEGINGEN
Op grond van de informatie, zoals weergegeven in het verzoekschrift en de daarbij gevoegde bijlage(n) komt de kinderrechter tot het oordeel dat het dringend en onverwijld noodzakelijk is de minderjarige, in afwachting van een nader in te stellen onderzoek naar de vraag of de ondertoezichtstelling nodig is, voorlopig onder toezicht te stellen, voor de duur van ten hoogste drie maanden.
Ook is de kinderrechter van oordeel dat het dringend en onverwijld noodzakelijk is dat de ongeboren vrucht (zodra geboren) met spoed uit huis wordt geplaatst in een voorziening voor pleegzorg voor de duur van 4 weken. Het betreffende indicatiebesluit dient, voor zover niet aanwezig, uiterlijk ter zitting te worden overgelegd. Moeder is langdurig bekend bij diverse hulpverleningsinstellingen vanwege haar verschillende gedragsstoornissen. Zij functioneert op zwakbegaafd niveau, moeder ontrekt zich regelmatig aan de hulpverlening. Van vader is bekend dat hij alle hulpverlening om zich heen heeft stopgezet waardoor geen zicht meer is op de situatie van de ouders. De vrees bestaat dat de ouders de ongeboren vrucht zullen ontrekken aan noodzakelijke medische zorg.
Het verhoor van de belanghebbende(n) kan niet worden afgewacht, zonder onmiddellijk en ernstig gevaar voor de ongeboren vrucht.
BESLISSING
stelt, in afwachting van het onderzoek, de minderjarige N.N met ingang van heden voorlopig onder toezicht, voor de duur van drie maanden en draagt de ondertoezichtstelling op aan het bureau jeugdzorg Groningen (bjz) te Groningen, p/a Postbus 1203;
verleent nu machtiging tot (spoed)uithuisplaatsing in een voorziening voor pleegzorg van de voornoemde ongeboren vrucht, voor alsdan indien de minderjarige is geboren, met ingang van heden voor de duur van 4 weken;
verklaart deze beschikking, voor zover het de machtiging tot uithuisplaatsing betreft, uitvoerbaar bij voorraad;
houdt de beslissing over de langer verzochte duur van de machtiging tot (spoed) uithuisplaatsing en de definitieve ondertoezichtstelling aan in afwachting van het hierna bepaalde verhoor;
stelt, de ouders, de Raad voor de Kinderbescherming, en belanghebbende(n) in staat te worden gehoord op de zitting van 24 oktober 2008 om 13:00 uur in één van de zalen van het gerechtsgebouw aan het Guyotplein 1 te Groningen.
Deze beslissing is gegeven te Groningen op 10 oktober 2008 door mr. D.A. Flinterman, kinderrechter, in tegenwoordigheid van H. Siedsma, griffier.