ECLI:NL:RBGRO:2008:BG4376

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
31 oktober 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
105572 / JE RK 08-964
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot (spoed)uithuisplaatsing van een minderjarige in het kader van kinderbeschermingsmaatregelen

In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 31 oktober 2008 een beschikking gegeven inzake de machtiging tot (spoed)uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren op 10 oktober 2008. De minderjarige was direct na de geboorte onder toezicht gesteld en geplaatst in een geheim crisis-pleeggezin. Dit volgde op een verzoekschrift van het bureau jeugdzorg Groningen, dat op dezelfde datum was ingediend. De rechtbank oordeelde dat het dringend noodzakelijk was om de minderjarige uit huis te plaatsen, gezien de omstandigheden van de ouders en de zorg voor de minderjarige. De moeder, die gediagnosticeerd is met een borderline persoonlijkheidsstoornis en op zwakbegaafd niveau functioneert, was op dat moment in detentie. De vader vertoonde ook problematisch gedrag en had 24-uurs begeleiding nodig. De rechtbank constateerde dat de ouders niet in staat waren om de zorg voor de minderjarige op zich te nemen, wat leidde tot de beslissing om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlenen voor de duur van vier weken. De rechtbank hield de beslissing over de langere duur van de machtiging aan in afwachting van een verhoor op 14 november 2008. De beschikking werd openbaar uitgesproken op 3 november 2008, en er werd aangegeven dat hoger beroep mogelijk was binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector Civielrecht
zaaknr.: 105572 / JE RK 08-964
beschikking meervoudige kamer d.d. 31 oktober 2008
inzake
* [de minderjarige], geboren in de gemeente [***] op 10 oktober 2008,
kind van:
[vader],
wonende te [adres],
hierna ook te noemen: de vader,
en
[moeder],
wonende te [adres],
hierna ook te noemen de moeder.
PROCESGANG
Op 31 oktober 2008 heeft het bureau jeugdzorg Groningen (Bjz) een verzoekschrift ingediend, gedateerd 31 oktober 2008, strekkende tot het verlenen van een machtiging tot (spoed)uithuisplaatsing van voornoemde minderjarige in een voorziening voor pleegzorg voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling.
Als bijlagen zijn o.a. ontvangen:
- Rapportage van het Leger des Heils Jeugdzorg en Reclassering betreffende [de moeder];
- Verslag van observatiecentrum Eekwal betreffende [de moeder];
- Rapportage van de Basegroep;
- Rapportage van Mee betreffende [de vader];
- De rechtbank heeft ambtshalve kennis genomen van het strafvonnis d.d. 7 november 2007 in de zaak tegen [de moeder], alsmede van het ontheffingsdossier met kenmerk 98257 / FA RK 07-2441.
OVERWEGINGEN
De minderjarige is voorlopig onder toezicht gesteld tot 10 januari 2009.
De minderjarige is op 10 oktober 2008 geboren in het Martini Ziekenhuis in Groningen. Direct na zijn geboorte is [de minderjarige] op grond van een voorlopige ondertoezichtstelling en machtiging uithuisplaatsing geplaatst in een geheim crisis-pleeggezin.
Bij beschikking d.d. 24 oktober 2008 is de voorlopige ondertoezichtstelling bekrachtigd, zo niet de machtiging tot uithuisplaatsing. [de minderjarige] is vervolgens op 27 oktober 2008 teruggeplaatst bij zijn ouders.
Op grond van de informatie, zoals thans weergegeven in het verzoekschrift en de daarbij gevoegde bijlage(n) komt de rechtbank tot het oordeel dat het dringend en onverwijld noodzakelijk is dat de minderjarige met spoed uit huis wordt geplaatst in een voorziening voor pleegzorg (crisis-pleeggezin).
Op basis van de nieuwe informatie staat het volgende vast:
- moeder functioneert op zwakbegaafd niveau en is gediagnosticeerd met een borderline persoonlijkheidsstoornis. Onder ongunstige leefomstandigheden kan zij haar onmacht, angst of woede omzetten in destructief gedrag;
- moeder moet op 10 november 2008 in detentie voor de duur van ongeveer 200 dagen vanwege een veroordeling tot een poging tot doodslag. Er was voor haar een opname in Hoeve Boschoord geadviseerd, maar zij heeft zich onttrokken aan begeleiding door de reclassering;
- toen moeder in de Eekwal was opgenomen samen met haar jongste dochter is geconstateerd dat zij intensieve 24-uurs begeleiding zou moeten ontvangen, hetgeen niet realiseerbaar was, zodat deze dochter evenals haar oudere dochter in een pleeggezin is geplaatst. Toen is opgemerkt door de hulpverlening van de Eekwal dat het belang van de baby in beeld was, maar veelal als verlengstuk van moeders behoefte. Moeder ging zich in de opvoeding van de baby geen opvoedingsvaardigheden eigen maken; zij bleek niet leerbaar. Door de rechtbank in Groningen is zij ontheven van het gezag over de twee kinderen;
- ook in de huidige thuissituatie bij de ouders wordt geconstateerd dat er een gespannen sfeer is bij de ouders door de vele zorg en het meekijken door de hulpverleners. Er is ambulante spoedhulp ingezet vanuit de Base-Groep. Deze geeft aan dat vanuit het risico-inventarisatie instrument duidelijk is dat 24-uurs begeleiding nodig is én dat dat niet realiseerbaar is;
- hierbij komt dat het beeld van vader, die bekend is bij Hoeve Boschoord en functioneert op een zwakbegaafd niveau, is dat hij ook 24-uurs begeleiding en behandeling nodig heeft. Hij vormt een gevaar in verband met impulsdoorbraken bij spanning gevolgd door agressie.
Bovengenoemde gegevens maken dat het verhoor van de belanghebbenden niet kan worden afgewacht, zonder onmiddellijk en ernstig gevaar voor de minderjarige.
Onverlet blijft hetgeen de kinderrechter in de beschikking van 24 oktober 2008 heeft overwogen dat van professionele instanties als de Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg verwacht had mogen worden dat zij de ouders in een veel vroeger stadium hadden betrokken in de te volgen procedure betreffende een kinderbeschermingsmaatregel voor de baby waarvan de moeder zwanger was.
Ook in het door de Raad te vervolgen onderzoek zal aan de orde dienen te komen of een ondertoezichtstelling wel de geëigende maatregel is. Immers, indien reeds geconstateerd wordt dat 24-uurs begeleiding noodzakelijk wordt geoordeeld en deze kennelijk niet beschikbaar is, is het de vraag of een terugplaatsing in het kader van een ondertoezichtstelling reëel is en of niet een verderstrekkende maatregel geïndiceerd is.
BESLISSING
verleent machtiging tot (spoed)uithuisplaatsing in een voorziening voor pleegzorg van voornoemde minderjarige, met ingang van heden voor de duur van 4 weken;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
houdt de beslissing over de langer verzochte duur van de machtiging tot (spoed) uithuisplaatsing aan in afwachting van het hierna bepaalde verhoor.
stelt verzoeker, ouders en overige belanghebbenden in staat te worden gehoord op de zitting van vrijdag 14 november 2008 om 15:00 uur, in één van de zalen van het gerechtsgebouw aan het Guyotplein 1 te Groningen.
Deze beschikking is gegeven te Groningen op 31 oktober 2008 door mrs. D.A. Flinterman, L.C. Bosch en M.P. den Hollander, allen kinderrechters, in tegenwoordigheid van mw. M. Faber, griffier en in het openbaar uitgesproken op 3 november 2008.
Van deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld binnen drie maanden na de dag van deze uitspraak door indiening van een beroepschrift ter griffie van het Gerechtshof te Leeuwarden.