ECLI:NL:RBGRO:2008:BG7483
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verlenging ondertoezichtstelling en machtiging uithuisplaatsing van minderjarigen na ernstige zorgen over thuissituatie
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Groningen op 3 december 2008 uitspraak gedaan in een procedure betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De zaak is behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder, de vertegenwoordiger van het bureau jeugdzorg Groningen (bjz) en de heer R.C.M. Wouters namens de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig waren. De kinderrechter heeft de ernst van de voorgeschiedenis van de kinderen in overweging genomen, waaronder eerdere uithuisplaatsingen en meldingen van kindermishandeling. De Raad heeft geadviseerd tot uithuisplaatsing over te gaan, gezien de risicovolle thuissituatie en de zorgen over de veiligheid van de kinderen.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder, ondanks haar positieve samenwerking met de hulpverlening, onvoldoende in staat is om een veilig opvoedklimaat te bieden. De vader heeft een problematische achtergrond, waaronder huiselijk geweld en drugshandel, en zijn relatie met de moeder is verbroken. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de zorgen van de Raad gegrond zijn en dat de kinderen opnieuw uit huis geplaatst moeten worden om hun veiligheid te waarborgen. De machtiging tot uithuisplaatsing is verleend voor de duur van zes maanden, met een verlenging van de ondertoezichtstelling voor beide minderjarigen tot 5 december 2009.
De kinderrechter heeft benadrukt dat de Raad met spoed onderzoek moet instellen naar de situatie van de kinderen en moet bepalen wat er nodig is om hen een veilige leefomgeving te bieden. De beslissing is genomen in het belang van de kinderen, waarbij de kinderrechter de moeilijke situatie van de moeder in overweging heeft genomen, maar de veiligheid van de kinderen voorop heeft gesteld.