ECLI:NL:RBGRO:2008:BG7487
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van een minderjarige met ernstige ontwikkelingsproblemen
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Groningen op 1 december 2008 een beschikking gegeven inzake de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van een minderjarige. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder van de minderjarige, haar partner, vertegenwoordigers van de Raad voor de Kinderbescherming en het Leger des Heils, Jeugdzorg & Reclassering aanwezig waren. De Raad heeft verzocht om ondertoezichtstelling en een machtiging tot uithuisplaatsing, omdat de minderjarige ernstig bedreigd wordt in haar sociale en emotionele ontwikkeling. De moeder en stiefvader zijn niet in staat gebleken om deze bedreigingen op te heffen, en er zijn zorgen over hun opvoedingscapaciteiten. De kinderrechter heeft vastgesteld dat eerdere pogingen tot hulpverlening in een vrijwillig kader niet hebben geleid tot verbetering van de situatie.
De kinderrechter heeft de standpunten van de betrokken partijen gehoord. De moeder is in principe akkoord met de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing, maar heeft zorgen over het beperkte contact met haar kind. Het Leger des Heils concludeert dat er geen zicht is op terugplaatsing bij de ouders. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er bij de minderjarige sprake is van hechtingsproblematiek en gedragsstoornissen, en dat de moeder een belaste voorgeschiedenis heeft. De kinderpsychiater heeft geadviseerd om de minderjarige niet opnieuw thuis te plaatsen, omdat dit waarschijnlijk tot verdere problemen zal leiden.
Op basis van de overgelegde stukken en de verklaringen van de betrokkenen heeft de kinderrechter geoordeeld dat de voorwaarden voor ondertoezichtstelling zijn vervuld. De minderjarige heeft recht op een gezonde ontwikkeling, en de kinderrechter heeft besloten om de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing te verlenen voor de duur van één jaar. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.