ECLI:NL:RBGRO:2008:BG8096

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
22 december 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
106789/KG ZA 08-438
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gegrond verzet tegen toepassing van lijfsdwang in civiele procedure

In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 22 december 2008 uitspraak gedaan in een kort geding waarin verzoeker verzet heeft aangetekend tegen zijn gijzeling. De gijzeling was opgelegd op basis van een vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam, waarin verzoeker werd verplicht om informatie te verstrekken over zijn inkomsten. Verzoeker stelde dat hij aan deze verplichting had voldaan door een nadere verklaring te overleggen, maar dat de schuldeiser, NR CHI beheer B.V., niet had aangegeven welke aanvullende informatie nog gewenst was. Tijdens de mondelinge behandeling op 22 december 2008 werd duidelijk dat er onduidelijkheid bestond over de toereikendheid van de verstrekte informatie. De voorzieningenrechter oordeelde dat het in strijd was met de eisen van redelijkheid en billijkheid om de gijzeling door te zetten, aangezien de schuldeiser niet had aangegeven op welke punten de informatie onvoldoende was. Hierdoor werd het verzet van verzoeker gegrond verklaard en werd de gijzeling opgeheven. De uitspraak werd gedaan door voorzieningenrechter R.B.M. Keurentjes, met griffier W.J. van der Leest aanwezig.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GRONINGEN
Sector civielrecht
zaaknummer / rolnummer: 106789 / PR RK 08-438
Beschikking van 22 december 2008
op het verzet van
[ve[verzoeker],
wonende te ‘[woonplaats],
verzoeker.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het proces-verbaal van de deurwaarder van 13 november 2008;
- het proces-verbaal van de deurwaarder van 22 december 2008;
- het door [verzoeker] gedane verzet tegen de ingijzelneming;
- de mondelinge behandeling ter zitting van maandag 22 december 2008, alwaar zijn verschenen [verzoeker] en de heer O.M. Jans, gerechtsdeurwaarder te Groningen;
- tijdens de behandeling is telefonisch contact geweest met mr. Smits, advocaat van
NR CHI beheer B.V. en mr. Ens, advocaat van [verzoeker].
1.2. Na sluiting van de behandeling ter zitting is mondeling uitspraak gedaan.
2. De feiten
2.1. Bij vonnis van 13 oktober 2008 en de daaraan gehechte beslissing van
28 oktober 2008 houdende verbetering van eerstgenoemde uitspraak, beide gewezen en uitgesproken door de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam tussen [verzoeker] en NR CHI beheer B.V., is - onder andere - het volgende bepaald:
“De voorzieningenrechter verleent NR CHI verlof om binnen twee dagen (48 uur) na betekening van dit vonnis de door de voorzieningenrechter te Rotterdam onder nummer 307019/KG ZA 08-435 gegeven veroordeling ten uitvoer te leggen door lijfsdwang en [verzoeker] in gijzeling te doen nemen totdat hij naar waarheid en volledig schriftelijk opgave heeft gedaan over zijn bronnen van inkomsten, doch ten hoogste voor de tijd van maximaal één maand;”
2.2. Bij deurwaardersexploit van 13 november 2008 is voornoemd vonnis aan [verzoeker] in persoon betekend.
2.3. Op 22 december 2008 om circa 19.30 uur is [verzoeker] in gijzeling genomen.
2.4. [verzoeker] heeft verzet gedaan tegen de ingijzelneming.
3. De beoordeling
3.1. [verzoeker] heeft verzet geuit tegen de ingijzelneming.
Hij stelt daartoe dat hij een nadere verklaring heeft overgelegd waarin hij zijns inziens heeft voldaan aan de verzochte opgave van inkomsten en uitgaven. De advocaat van [verzoeker] heeft aangegeven, dat hij aan NR CHI heeft gevraagd of de nadere verklaring afdoende was. Hierop is slechts aangegeven, dat dit niet het geval was, zonder aan te geven welke informatie nog meer gewenst was.
3.2. Uit het telefonisch contact met mr. Smits is gebleken dat nadere informatie gewenst wordt ten aanzien van de aflossing van € 35.000,00 op een op 28 oktober 2007 aan [verzoeker] verstrekte lening van € 100.000,00. Tevens wenst NR CHI nadere informatie over een in de nadere verklaring opgenomen overeenkomst van geldlening (bijlage 9D) en een daaraan gekoppelde overeenkomst van borgtocht (bijlage 9E). Ter zitting is hierover door [verzoeker] nadere uitleg gegeven.
3.3. De voorzieningenrechter stelt bij de beoordeling van het onderhavige verzet het volgende voorop. In beginsel dient te worden uitgegaan van de rechtmatigheid van het door de voorzieningenrechter te Rotterdam verleende verlof tot gijzeling. Bij de beoordeling van het gedane verzet dient de voorzieningenrechter zich terughoudend op te stellen.
3.4. De voorzieningenrechter is van oordeel dat [verzoeker] gepoogd heeft te voldoen aan het in het vonnis gestelde door overlegging van zijn nadere verklaring. Het had op de weg van NR CHI gelegen om aan te geven op welke punten deze nadere verklaring onvoldoende wordt geoordeeld, waarom zij ook is verzocht door mr. Ens. Nu blijkens telefonische verklaring van mr. Ens voldoende aannemelijk is dat dit niet door of namens NR CHI onderbouwd is aangegeven, is het naar het oordeel van de voorzieningenrechter thans in strijd met de eisen van redelijkheid en billijkheid om het ingrijpende dwangmiddel van gijzeling thans toe te passen.
3.5. Het voorgaande leidt tot het oordeel dat het verzet gegrond dient te worden verklaard.
4 De beslissing
de voorzieningenrechter
verklaart het verzet gegrond.
Deze beschikking is gegeven door mr. R.B.M. Keurentjes, voorzieningenrechter, en door hem uitgesproken op 22 december 2008 in tegenwoordigheid van mr. W.J. van der Leest, griffier.