ECLI:NL:RBGRO:2009:BI8953
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - meervoudig
- D.A. Flinterman
- M.J.B. Holsink
- M.P. den Hollander
- Rechtspraak.nl
Verklaring van een affectieve relatie als huwelijk voor erkenning van een kind
In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 28 april 2009 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van de man, die verzocht om te verklaren dat er tussen hem en de vrouw een band bestaat die in voldoende mate met een huwelijk op één lijn valt te stellen. De man is gehuwd met een andere vrouw, maar heeft sinds april 2004 een affectieve relatie met de vrouw, met wie hij sinds oktober 2008 samenwoont. Uit deze relatie is een kind geboren in 2009. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man, door zijn huwelijk, niet in staat is om het kind te erkennen. De rechtbank heeft de relevante wetgeving, artikel 1:204 van het Burgerlijk Wetboek, in overweging genomen, dat stelt dat een gehuwde man zijn buiten het huwelijk verwekte kinderen kan erkennen indien er een band bestaat die met een huwelijk te vergelijken is.
De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de relatie tussen de man en de vrouw beoordeeld. Beide partijen hebben verklaard dat zij sinds 2004 een affectieve relatie hebben, met medeweten van de echtgenote van de man. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de man en de vrouw de intentie hebben om te trouwen zodra de man officieel gescheiden is. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het in het belang van het kind is dat de man het kind kan erkennen, en heeft daarom besloten dat er een band bestaat die in voldoende mate met een huwelijk op één lijn valt te stellen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.