ECLI:NL:RBGRO:2009:BI8953

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
28 april 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
108281 / FA RK 09-464
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verklaring van een affectieve relatie als huwelijk voor erkenning van een kind

In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 28 april 2009 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van de man, die verzocht om te verklaren dat er tussen hem en de vrouw een band bestaat die in voldoende mate met een huwelijk op één lijn valt te stellen. De man is gehuwd met een andere vrouw, maar heeft sinds april 2004 een affectieve relatie met de vrouw, met wie hij sinds oktober 2008 samenwoont. Uit deze relatie is een kind geboren in 2009. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man, door zijn huwelijk, niet in staat is om het kind te erkennen. De rechtbank heeft de relevante wetgeving, artikel 1:204 van het Burgerlijk Wetboek, in overweging genomen, dat stelt dat een gehuwde man zijn buiten het huwelijk verwekte kinderen kan erkennen indien er een band bestaat die met een huwelijk te vergelijken is.

De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de relatie tussen de man en de vrouw beoordeeld. Beide partijen hebben verklaard dat zij sinds 2004 een affectieve relatie hebben, met medeweten van de echtgenote van de man. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de man en de vrouw de intentie hebben om te trouwen zodra de man officieel gescheiden is. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het in het belang van het kind is dat de man het kind kan erkennen, en heeft daarom besloten dat er een band bestaat die in voldoende mate met een huwelijk op één lijn valt te stellen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector Civielrecht
Meervoudige familiekamer
zaaknr.: 108281 / FA RK 09-464
beschikking d.d. 28 april 2009
in de zaak van:
[de man],
wonende te [adres],
verzoeker,
hierna te noemen de man,
advocaat mr. H.A. Jeuring,
en
[de vrouw],
wonende te [adres],
belanghebbende,
hierna te noemen de vrouw.
PROCESVERLOOP
De man heeft op 5 maart 2009 een verzoekschrift ingediend, waarin hij de rechtbank verzoekt bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, voor recht te verklaren dat er tussen hem en de vrouw een band bestaat die in voldoende mate met een huwelijk op één lijn valt te stellen.
Bij beschikking van deze rechtbank van 1 april 2009 is mr. F.B. Flooren benoemd tot bijzondere curator over de minderjarige.
De rechtbank heeft de zaak behandeld ter zitting met gesloten deuren van 7 april 2009. Daarbij zijn verschenen en gehoord: de man en de vrouw, bijgestaan door mr. H.A. Jeuring, en de bijzondere curator.
RECHTSOVERWEGINGEN
Vaststaande feiten
- de man is [in 1995] in de gemeente Zuidhorn gehuwd met [echtgenote], die volgens vaste jurisprudentie, in navolging van de relevante Kamerstukken, geen belanghebbende is;
- sinds april 2004 heeft de man een affectieve relatie met de vrouw en sinds oktober 2008 wonen zij samen;
- uit de relatie tussen de man en de vrouw is een kind geboren:
[naam kind], geboren [in 2009] in de gemeente Groningen.
Beoordeling
De man is door zijn huwelijk met [echtgenote], niet in staat om over te gaan tot erkenning van het kind, dat uit zijn relatie met de vrouw is geboren.
Op grond van artikel 1:204, eerste lid, sub e, Burgerlijk Wetboek kan een gehuwde man zijn buiten het huwelijk verwekte kinderen erkennen, indien de rechtbank vaststelt dat aannemelijk is dat tussen de man en de moeder een band bestaat of heeft bestaan die in voldoende mate met een huwelijk op één lijn valt te stellen of dat tussen de man en het kind een nauwe persoonlijke betrekking bestaat.
De rechtbank is van oordeel dat in het onderhavige geval sprake is van een band tussen de man en de vrouw (de moeder), zoals hiervoor omschreven. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Zowel de man als de vrouw heeft verklaard dat zij reeds sinds april 2004 een affectieve relatie met elkaar hebben, met medeweten van de echtgenote van de man. In oktober 2008 zijn de man en de vrouw officieel gaan samenwonen, maar in de periode daarvoor was daar feitelijk ook al sprake van. De man en de vrouw hebben het voornemen met elkaar in het huwelijk te treden, zodra de man officieel gescheiden is. Vooralsnog hebben de man en zijn echtgenote de keuze gemaakt niet van elkaar te scheiden vanwege financiële redenen.
De rechtbank acht het, evenals de bijzondere curator, in het belang van de minderjarige [naam] dat zij in familierechtelijke betrekking komt te staan tot de man die haar wil erkennen, maar die daarin wordt belemmerd door het huwelijk. De rechtbank beslist als hierna is vermeld.
BESLISSING
stelt vast dat tussen de man en de vrouw een band bestaat die in voldoende mate met een huwelijk op één lijn valt te stellen;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is gegeven door mrs. D.A. Flinterman, voorzitter, M.J.B. Holsink, en
M.P. den Hollander, en uitgesproken door eerstgenoemde, in tegenwoordigheid van de griffier ter openbare terechtzitting van 28 april 2009.
nw