ECLI:NL:RBGRO:2009:BJ0705
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.J.A.M. Dijkers
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopig getuigenverhoor wegens strijd met de goede procesorde
In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 18 maart 2009 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopig getuigenverhoor. Verzoeksters, vertegenwoordigd door advocaat mr. H.P. de Lange, hebben het verzoek ingediend in het kader van een reeds aanhangige bodemprocedure. De verzoeksters, waaronder de besloten vennootschap AUTO ACTIEF HOLDING B.V., stelden dat de verweerders wanprestatie hadden gepleegd door de onderhandelingen over de overname van hun onderneming abrupt te beëindigen. Ze vroegen de rechtbank om getuigen te horen om bewijs te leveren voor hun stelling dat er een overeenkomst tot stand was gekomen of dat de onderhandelingen in een vergevorderd stadium waren, wat hen recht zou geven op schadevergoeding.
De rechtbank heeft het verzoek afgewezen op grond van strijd met de goede procesorde. De rechtbank overwoog dat het verzoek om een voorlopig getuigenverhoor niet in overeenstemming was met de huidige stand van de procedure, aangezien de verweerders nog niet hadden geantwoord in de hoofdzaak. De rechtbank benadrukte dat het horen van getuigen op dit moment ondoelmatig zou zijn, omdat de verweerders hun visie op de gebeurtenissen nog niet hadden gegeven. Dit zou leiden tot een inefficiënte procesvoering en mogelijk tot herhaaldelijk horen van dezelfde getuigen in de bodemprocedure.
De rechtbank concludeerde dat het verzoek om een voorlopig getuigenverhoor niet voldeed aan de vereisten zoals gesteld in artikel 186 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een afwijzing van het verzoek zouden rechtvaardigen. De verzoeksters werden als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van de procedure, die tot dat moment waren begroot op € 452,00.