ECLI:NL:RBGRO:2009:BJ2209
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vervallen verklaring van een schriftelijke aanwijzing in jeugdzorgzaak
In deze zaak heeft de kinderrechter op 6 mei 2009 uitspraak gedaan over een verzoek van de moeder van een minderjarige, die sinds 3 juli 2008 uit huis geplaatst is. De moeder verzocht om de vervallen verklaring van een schriftelijke aanwijzing die op 13 maart 2009 door Stichting Bureau Jeugdzorg Groningen (BJZ) was gegeven. Deze aanwijzing hield in dat de moeder de minderjarige terug moest brengen naar de zorgboerderij, anders zou de minderjarige opnieuw uit huis geplaatst worden. De moeder was van mening dat de aanwijzing niet in het belang van de minderjarige was, die zich onveilig en angstig voelde op de zorgboerderij. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de aanwijzing niet zorgvuldig tot stand is gekomen, omdat er geen overleg met de minderjarige heeft plaatsgevonden. De kinderrechter oordeelde dat een schriftelijke aanwijzing pas gegeven mag worden als er eerst geprobeerd is om de gewenste medewerking te verkrijgen door middel van overleg en overreding. Aangezien dit niet is gebeurd, heeft de kinderrechter het verzoek van de moeder toegewezen en de aanwijzing van BJZ vervallen verklaard. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid en overleg in jeugdzorgzaken, vooral als het gaat om de belangen van minderjarigen.