ECLI:NL:RBGRO:2009:BJ2211
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid verlengingsverzoek ondertoezichtstelling minderjarige wegens te late indiening
In deze zaak heeft de kinderrechter op 1 juli 2009 uitspraak gedaan over een verlengingsverzoek van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling door de WSG te laat is ingediend, namelijk na afloop van de geldigheidsduur van de lopende ondertoezichtstelling. De kinderrechter heeft eerder, op 10 april 2009, 8 mei 2009 en 19 juni 2009, tussenbeschikkingen gegeven en de WSG in de gelegenheid gesteld om de benodigde stukken te overleggen, maar deze zijn niet tijdig ingediend. De kinderrechter heeft de belangen van het kind in overweging genomen, zoals vastgelegd in artikel 3 van het Verdrag inzake de rechten van het kind, en heeft besloten dat het verlengingsverzoek niet-ontvankelijk is. De kinderrechter heeft ook het standpunt van de moeder gehoord, die zich verzet tegen het verzoek van de WSG en heeft aangegeven dat zij in staat is om de zorg voor [minderjarige] op zich te nemen. De kinderrechter heeft uiteindelijk geoordeeld dat de moeder en haar partner voldoende in staat zijn om de opvoeding van [minderjarige] te waarborgen, en dat de ondertoezichtstelling niet langer noodzakelijk is. De beslissing is genomen in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.