ECLI:NL:RBGRO:2009:BJ4455

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
8 juli 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
343356 CV EXPL 07-12787
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • R.Tj. Terpstra
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vaststelling van arbeidsuren in de horeca door getuigenverklaringen

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Groningen, stond de vaststelling van het aantal gewerkte uren van een manager in de horeca centraal. De eiser, die werkzaam was bij Café Restaurant Huis De Beurs, had geen duidelijke afspraken gemaakt over zijn werkuren, wat leidde tot een geschil met de gedaagde. De kantonrechter moest aan de hand van getuigenverklaringen en objectieve aanwijzingen de werkelijke arbeidsduur vaststellen. De eiser verklaarde dat hij vijf dagen per week werkte, met variërende werktijden. Getuigen bevestigden zijn aanwezigheid en werkuren, maar de gedaagde ontkende de omvang van de werkuren van de eiser. De kantonrechter vond de verklaring van de gedaagde ongeloofwaardig, vooral gezien de intentie dat de eiser het werk van de gedaagde zou overnemen. De kantonrechter concludeerde dat de eiser gemiddeld 20 uur per week had gewerkt, gebaseerd op de verklaringen van getuigen, waaronder een partner van de gedaagde, die als onverdachte getuige werd beschouwd. De zaak werd aangehouden voor de eiser om zijn vordering opnieuw te berekenen op basis van deze vaststelling. De beslissing om de zaak aan te houden werd genomen om beide partijen de gelegenheid te geven hun standpunten verder te onderbouwen.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector kanton
Locatie Groningen
Zaak/rolnummer: 343356 CV EXPL 07-12787
Vonnis van 8 juli 2009
inzake
[eiser],
wonende te [adres],
eiser, hierna [eiser] te noemen,
gemachtigde: eerst mr. G.W. Brouwer, nu mr. J.H. Mastenbroek,
tegen
[gedaagde], h.o.d.n. Café Restaurant Huis De Beurs,
wonende en zaakdoende te [adres],
gedaagde, hierna [gedaagde] te noemen,
gemachtigde: mr. M. Schuring.
PROCESGANG
1. Na het tussenvonnis van 15 oktober 2008 zijn getuigen gehoord op 29 januari 2009, 31 maart 2009 en 25 mei 2009. Daarvan is proces-verbaal opgemaakt. Vervolgens is (opnieuw) vonnis bepaald op de stukken, waarvan de inhoud als hier ingelast geldt.
OVERWEGINGEN
De beoordeling (verdere) van het geschil
2. De kantonrechter neemt hier over wat hij heeft overwogen en beslist in het tussenvonnis. Hij moet nog een beslissing nemen over de omvang van de (gemiddelde) werkweek van [eiser].
3. [eiser] heeft zichzelf als partijgetuige laten horen en als getuigen, [getuige 1], [getuige 2] en [getuige 3].
[eiser] heeft verklaard eerst van 14.00 tot 23.00 uur en later van 14.00 tot 21.00 uur te hebben gewerkt. Hij heeft gezegd vijf dagen per week te hebben gewerkt.
[getuige 1] heeft verklaard [eiser] te hebben gezien wanneer de dansschool ruimte huurde bij De Beurs. Het ging om woensdag, donderdag en vrijdag van 19.00 tot 23.00 uur.
[getuige 2] heeft verklaard [eiser] te hebben gezien wanneer de dansschool ruimte huurde bij De Beurs. Het ging om woensdag, donderdag en vrijdag van 18.30 tot 23.30 of 0.00 uur.
[getuige 3] heeft verklaard gedurende twee dagen per week, ongeveer 15 uren, te hebben samengewerkt met [eiser]. Zij heeft verder verklaard dat [eiser] op het kantoor werkte, maar kan het aantal uren niet noemen.
4. Als tegengetuigen heeft [gedaagde] laten horen zijn zus [tegengetuige 1], zichzelf, [tegengetuige 2] en zijn partner [tegengetuige 3].
[tegengetu[gedaagde] heeft verklaard niets te weten van het aantal werkuren van [eiser].
[gedaagde] heeft verklaard dat [eiser] bij hem is komen werken omdat hij het niet naar zijn zin had bij de horecagelegenheid waar hij toen werkte. De bedoeling was dat [eiser] het werk van [gedaagde] zou gaan overnemen. [gedaagde] heeft verder verklaard dat er weken zijn geweest waarin [eiser] meer dan vier uur werkte en weken waarin hij niet werkte. [eiser] was ook aanwezig wanneer hij niet hoefde te werken.
[tegengetuige 2] heeft verklaard dat hij bij De Beurs op kantoor heeft gewerkt en [eiser] in de bediening.[eiser] kwam volgens [tegengetuige 2] ook wel op kantoor, maar deed dan weinig. [tegengetuige 2] heeft verder verklaard dat hij [eiser] één of twee dagen in de week heeft zien werken. Hij heeft [eiser] ook wel in het weekend gezien. [eiser] was ook wel aanwezig wanneer hij niet hoefde te werken.
[tegengetuige 3] heeft verklaard dat [eiser] gemiddeld twee dagen per week werkte en er wel bijna elke dag was omdat hij erg enthousiast was. Hij werkte van 16.00 uur tot zolang het nodig was. Verder heeft [tegengetuige 3] verklaard dat [eiser] gemiddeld 20 uur per week werkte.
5. De kantonrechter vindt het ongeloofwaardig dat [gedaagde] een manager heeft aangesteld voor slechts vier uur in de week. De kantonrechter vindt dat ook omdat [gedaagde] heeft verklaard dat het de bedoeling was dat [eiser] het werk van [gedaagde] zou overnemen. En waarom zou [eiser] een baan in de horeca in Haren beëindigen voor slechts vier uur in de week bij [gedaagde]? Ten slotte wijzen zowel het Plan van Aanpak als de Probleemanalyse op meer uren dan vier per week. De kantonrechter gaat er daarom vanuit dat [eiser] meer dan vier uur in de week heeft gewerkt. De vraag is dan, hoeveel uur.
6. Vooral op grond van de verklaring van getuige [tegengetuige 3], de partner van [gedaagde], een "onverdachte" getuige, gaat de kantonrechter uit van een aantal uren van 20 per week. De overige getuigen onderbouwen dat in meer of mindere mate. In ieder geval weerspreken zij dat aantal niet, met uitzondering van [gedaagde]. Alleen zijn tegengetuigenis is onvoldoende om uit te gaan van minder dan 20 uur per week, zo oordeelt de kantonrechter.
7. De kantonrechter zal [eiser] in de gelegenheid stellen om zijn vordering opnieuw te berekenen op grond van de beslissing dat [eiser] gedurende 20 uren per week heeft gewerkt bij [gedaagde]. Die berekening dient hij aan [gedaagde] te geven. Daarna kunnen beide partijen een akte nemen waarna opnieuw vonnis zal worden gewezen.
8. Alle verdere beslissingen zullen worden aangehouden.
B E S L I S S I N G
De kantonrechter:
Verwijst de zaak naar de rolzitting van woensdag 5 augustus 2009 om 11.00 uur voor een akte van beide partijen als bedoeld in rechtsoverweging 7;
Houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.Tj. Terpstra, kantonrechter, en op 8 juli 2009 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.
typ: RTjT