ECLI:NL:RBGRO:2009:BJ4518
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Deskundigenonderzoek en kostenveroordeling in civiele procedure
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Groningen op 17 februari 2009, is een eindvonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen twee partijen, aangeduid als eisers en gedaagde. De eisers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. drs. W.F. Jekel van Achmea Rechtsbijstand, hebben een vordering ingesteld tegen de gedaagde, die in persoon procedeerde. De zaak betreft een geschil over de toestand van een woning die door een deskundige moest worden onderzocht. De eisers hebben de kantonrechter onjuist geïnformeerd over de staat van de woning, wat pas aan het licht kwam na het uitbrengen van het deskundigenrapport op 17 november 2008.
De kantonrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat het deskundigenonderzoek achteraf als overbodig moet worden beschouwd, omdat de eisers al eerder op de hoogte waren van relevante feiten die van belang waren voor de beslissing. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eisers niet hebben voldaan aan hun verplichting om alle voor de beslissing relevante feiten volledig en naar waarheid aan te voeren, zoals vereist door artikel 21 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de vordering van de eisers moet worden afgewezen.
De kantonrechter heeft de eisers ook veroordeeld in de proceskosten, waaronder de kosten van het deskundigenonderzoek en de reiskosten van de gedaagde. De kosten voor tijdsverzuim aan de zijde van de gedaagde zijn niet toegewezen, omdat deze onvoldoende waren onderbouwd. In reconventie is de gedaagde niet ontvankelijk verklaard in zijn vordering. Het vonnis is uitgesproken door mr. A. Fokkema, kantonrechter, en is openbaar gemaakt op dezelfde datum.