ECLI:NL:RBGRO:2009:BJ8575

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
4 september 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
111910 / JE RK 09-694
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussentijdse opheffing van ondertoezichtstelling van een minderjarige

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Groningen op 4 september 2009 een beschikking gegeven inzake de ondertoezichtstelling van een minderjarige. Het verzoek tot opheffing van de ondertoezichtstelling werd ingediend door het bureau jeugdzorg Groningen op 4 augustus 2009, met als doel de ondertoezichtstelling van de minderjarige op te heffen. Dit verzoek was onderbouwd met een hulpverleningsplan en een verslag van het verloop van de ondertoezichtstelling. Tijdens de zitting, die met gesloten deuren plaatsvond, zijn de moeder, mevrouw B.M. van der Schoor, en vertegenwoordigers van het bureau jeugdzorg en de Raad voor de Kinderbescherming gehoord. De minderjarige was ook aanwezig.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder in de periode voorafgaand aan de zitting in staat is gebleken haar opvoedingsverantwoordelijkheden en pedagogisch gezag te handhaven. De moeder heeft een stabiele thuissituatie gecreëerd, wat van groot belang is voor de ontwikkeling van de minderjarige. Bovendien heeft zij blijk gegeven van openheid voor advies en ondersteuning, en weet zij haar weg binnen de hulpverlening te vinden indien nodig.

Op basis van deze bevindingen heeft de kinderrechter, in overeenstemming met de standpunten van het bureau jeugdzorg en de Raad, geoordeeld dat de grond voor de ondertoezichtstelling niet langer bestaat. De kinderrechter heeft daarom besloten de ondertoezichtstelling van de minderjarige op te heffen, met ingang van de datum van de uitspraak. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector Civielrecht
zaaknr.: 111910 / JE RK 09-694
beschikking kinderrechter d.d. 4 september 2009
inzake
* [de minderjarige], geboren op [in 1997] in de gemeente [***],
kind van:
[vader],
wonende te [adres],
en
[moeder],
wonende te [adres].
De moeder is belast met het gezag over voornoemde minderjarige.
PROCESGANG
Op 4 augustus 2009 heeft het bureau jeugdzorg Groningen (bjz), een verzoekschrift met bijlagen ingediend, gedateerd 31 juli 2009, daartoe strekkende dat de ondertoezichtstelling van voornoemde minderjarige wordt opgeheven. Daarbij is overgelegd het hulpverleningsplan en een verslag van het verloop van de ondertoezichtstelling.
Op 4 september 2009 heeft de kinderrechter de zaak ter terechtzitting met gesloten deuren behandeld. Gehoord zijn daarbij: de moeder, mevrouw B.M. van der Schoor, namens bjz, en de heer J. Scholte Aalbes, namens de Raad voor de Kinderbescherming (de Raad).
Tevens is verschenen de minderjarige [de minderjarige].
OVERWEGINGEN
Bij beschikking d.d. 28 januari 2009 is de ondertoezichtstelling van [de minderjarige] verlengd voor de tijd van een jaar, ingaande 6 februari 2009.
Beoordeling kinderrechter
De kinderrechter concludeert, op grond van de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting, dat de moeder in de afgelopen periode in staat is gebleken haar opvoedingsverantwoordelijkheden en pedagogisch gezag vast te houden en te handelen op basis van wat [de minderjarige], passend bij zijn leeftijd, nodig heeft. Zij heeft een stabiele thuissituatie voor [de minderjarige] gecreëerd, hetgeen in het belang is van de ontwikkeling van [de minderjarige]. De moeder staat voorts open voor advies en ondersteuning waar nodig en zij weet, indien noodzakelijk, haar weg binnen de hulpverlening te vinden.
Op grond van het vorenstaande is de kinderrechter, met bjz en de Raad, van oordeel dat de ondertoezichtstelling van [de minderjarige] kan worden opgeheven, nu de grond voor de ondertoezichtstelling niet langer bestaat.
BESLISSING
heft de ondertoezichtstelling op ten aanzien van de minderjarige [de minderjarige], met ingang van heden;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is gegeven te Groningen door mr. M.P. den Hollander, kinderrechter, in tegenwoordigheid van de griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 4 september 2009.
nw
Van deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld binnen drie maanden na de dag van deze uitspraak door indiening van een beroepschrift ter griffie van het Gerechtshof te Leeuwarden.