ECLI:NL:RBGRO:2009:BJ8577
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vervallen verklaring van een schriftelijke aanwijzing in een jeugdzorgzaak
In deze zaak heeft de kinderrechter op 15 september 2009 uitspraak gedaan over het verzoek van de moeder tot vervallen verklaring van een schriftelijke aanwijzing die was gegeven door Stichting Bureau Jeugdzorg Groningen (bjz) op 30 juni 2009. De schriftelijke aanwijzing betrof de omgangsregeling tussen de moeder en haar drie minderjarige kinderen, die sinds 10 april 2008 uit huis geplaatst waren. De aanwijzing beperkte de moeder tot een omgang van één uur per vier weken met het oudste kind en 45 minuten per vier weken met de jongere kinderen, met specifieke data tot 7 juli 2010. Bjz had deze aanwijzing gegeven naar aanleiding van signalen van seksueel overschrijdend gedrag van de partner van de moeder, wat leidde tot zorgen over de veiligheid van de kinderen.
De moeder was het niet eens met de aanwijzing en verzocht de kinderrechter deze te vervallen te verklaren. De kinderrechter oordeelde dat de aanwijzing onvoldoende zorgvuldig tot stand was gekomen, omdat bjz niet had overlegd met de moeder over de redenen voor de beperkingen in de omgangsregeling. De kinderrechter stelde vast dat de aanwijzing niet voldeed aan de vereisten van zorgvuldigheid zoals vastgelegd in de Algemene Wet bestuursrecht (Awb), met name de artikelen 3:46, 3:47 en 4:8. De kinderrechter concludeerde dat de motivering van de aanwijzing pas ter zitting was gegeven en dat er geen overleg had plaatsgevonden met de moeder over de beperkingen die aan de omgang waren gesteld.
Op basis van deze overwegingen heeft de kinderrechter het verzoek van de moeder toegewezen en de schriftelijke aanwijzing van bjz vervallen verklaard. Deze beslissing benadrukt het belang van zorgvuldigheid en overleg in beslissingen die de rechten en het welzijn van minderjarigen aangaan.