ECLI:NL:RBGRO:2009:BK5344
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot gesloten plaatsing van een minderjarige in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg
In deze zaak heeft de kinderrechter op 20 november 2009 een machtiging verleend voor de gesloten plaatsing van een minderjarige in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg. De minderjarige had een negatieve ontwikkeling doorgemaakt na een eerdere gesloten plaatsing en was op dat moment op straat beland. De moeder van de minderjarige heeft hem opgevangen, maar haar draagkracht werd overschreden. De advocaat van de minderjarige uitte zorgen over de lange wachtlijst voor gesloten jeugdzorg, maar de kinderrechter ging ervan uit dat de provincie haar wettelijke verplichting zou nakomen om voldoende capaciteit te bieden voor de zorg van minderjarigen.
Tijdens de zitting werd de minderjarige telefonisch gehoord. Hij had eerder in een begeleid kamerwoontraject verbleven, maar had zich daar niet aan de afspraken gehouden en blowde regelmatig. De kinderrechter oordeelde dat de minderjarige ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen had, die zijn ontwikkeling ernstig belemmerden. De minderjarige had risicovolle contacten en was niet open voor hulpverlening, wat zijn situatie verergerde.
De kinderrechter besloot tot een spoedmachtiging voor een gesloten plaatsing van de minderjarige voor de duur van drie maanden, met ingang van de uitspraak. De ouders stemden in met de maatregel, en de kinderrechter concludeerde dat de gesloten plaatsing noodzakelijk was om te voorkomen dat de minderjarige zich aan de zorg zou onttrekken. De beslissing werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en er werd op gewezen dat er binnen drie maanden hoger beroep kon worden ingesteld.