ECLI:NL:RBGRO:2009:BK7384

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
25 november 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
114313 / JE RK 09-1067
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering van vaccinatie tegen de Mexicaanse griep door moeder en verzoek om vervangende toestemming

Op 25 november 2009 heeft de Rechtbank Groningen een zaak behandeld waarin de moeder van een minderjarig kind weigerde toestemming te geven voor vaccinatie tegen de Mexicaanse griep. De vader was voor vaccinatie, maar de moeder had ernstige bezwaren en vreesde voor de mogelijke risico's van de vaccinatie. De rechtbank heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij de ouders, de gezinsvoogd en de raadsman van de moeder aanwezig waren. De kinderarts had geadviseerd om kinderen in de leeftijd van 6 maanden tot 4 jaar te vaccineren, maar het kind viel buiten deze leeftijdscategorie. De rechtbank oordeelde dat de vaccinatie niet noodzakelijk of nodig was, en dat er geen ernstig gevaar voor de gezondheid van het kind was. Daarom werd het verzoek om vervangende toestemming voor de vaccinatie afgewezen. De rechtbank overwoog dat, hoewel de moeder de toestemming weigerde, er geen reden was om van het advies van de kinderarts af te wijken. De rechtbank besloot ook dat de proceskosten gecompenseerd zouden worden, waarbij elke partij zijn eigen kosten droeg.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector Civielrecht
Meervoudige kamer
zaaknr.: 114313 / JE RK 09-1067
beschikking meervoudige familiekamer d.d. 25 november 2009
inzake het kind.
De ouders zijn belast met het gezag over voornoemde minderjarige.
PROCESGANG
Bij beschikking d.d. 19 mei 2009 is de ondertoezichtstelling van [het kind] verlengd voor de tijd van 1 jaar, ingaande 30 mei 2009. Voorts is bij genoemde beschikking de termijn van de machtiging tot uithuisplaatsing van [het kind], in een voorziening voor pleegzorg verlengd voor de duur van de ondertoezichtstelling.
Op 23 november 2009 heeft het bureau jeugdzorg Groningen (bjz) een verzoek (met bijlagen) tot vervangende toestemming medisch handelen ingediend, gedateerd 23 november 2009.
Op 24 november 2009 is ter griffie van de rechtbank een faxbericht binnengekomen, afkomstig van mevrouw I.I.C. Wymenga, kinderarts.
Op 25 november 2009 heeft de rechtbank de zaak ter terechtzitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn daarbij: de vader van de minderjarige, de moeder van de minderjarige, bijgestaan door haar raadsman mr. W. Chr. de Roos, mevrouw A. Schoonderwoerd, gezinsvoogd en mevrouw B.S. Mulder, namens bjz.
Ter zitting heeft de raadsman van moeder een pleitnota overgelegd.
OVERWEGINGEN
Standpunt van bjz
De overheid heeft geadviseerd kinderen in de leeftijd van een half jaar tot vijf jaar te vaccineren tegen de Mexicaanse griep. [het kind] valt onder deze doelgroep. Beide ouders hebben het gezag. Vader geeft toestemming voor vaccinatie. Moeder weigert expliciet om toestemming te geven. Moeder is bezorgd om de risico’s van de vaccinatie. Ondanks het advies van de behandelend kinderarts blijft moeder bij haar weigering.
Pleegouders staan achter een inenting van [het kind]. Al dan niet inenten kan eveneens gevolgen hebben voor de andere nog jonge kinderen, in het pleeggezin.
Het meest recente advies van de kinderarts geeft aanleiding tot verwarring voor de ouders.
[het kind] is een jong, kwetsbaar meisje, dat al veel heeft meegemaakt. Een eventuele opname van haar in het ziekenhuis ten gevolge van de Mexicaanse griep zal haar hechtingsfase bij pleegouders doorbreken.
Standpunt van moeder
Moeder is tegen vaccinatie van [het kind]. Het is niet duidelijk of inenting tegen de Mexicaanse griep daadwerkelijk zal helpen. Bovendien is vaccinatie niet zonder gevaar. Moeder heeft diverse inlichtingen over de eventuele gevolgen van een vaccinatie ingewonnen. Moeder is bezorgd omtrent de gevolgen van een inenting van [het kind].
Standpunt van vader
Vader wil dat [het kind] wordt ingeënt tegen de Mexicaanse griep. Vader is bang voor de gevolgen wanneer [het kind] de Mexicaanse griep krijgt. Het is mogelijk dat [het kind] in dat geval op de intensive care terecht komt.
Beoordeling door de rechtbank
Indien een ouder, die met het gezag is belast, de toestemming tot een medische behandeling van een minderjarige jonger dan twaalf jaren, welke noodzakelijk is om ernstig gevaar voor diens gezondheid te voorkomen, weigert, kan deze toestemming worden vervangen door die van de kinderrechter.
In het onderhavige geval heeft bjz op grond van artikel 1:264 van het Burgerlijk Wetboek de kinderrechter verzocht, nu moeder heeft geweigerd toestemming te verlenen om [het kind] te laten inenten tegen de Mexicaanse griep, hiertoe vervangende toestemming te verlenen.
De rechtbank overweegt het volgende.
Uit eerder vermeld faxbericht van mevrouw Wymenga, kinderarts, is gebleken dat blijkens de richtlijnen van het RIVM, een instituut van overheidswege, is geadviseerd om kinderen in de leeftijdscategorie van 6 maanden tot 4 jaar te vaccineren tegen de Mexicaanse griep.
Voorts heeft mevrouw Wymenga gesteld geen reden te zien om voor [het kind] -die qua leeftijd buiten genoemde categorie valt- van deze richtlijn af te wijken, ondanks dat sprake is van een kwetsbaar meisje met co-morbiditeitsproblematiek.
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op hetgeen door mevrouw Wymenga nader is gesteld, vaccinatie van [het kind] ter voorkoming van de Mexicaanse griep niet noodzakelijk noch nodig is.
De rechtbank zal dan ook geen vervangende toestemming voor de inenting van [het kind] geven omdat niet is gebleken van ernstig gevaar voor de gezondheid van [het kind] wanneer zij niet wordt ingeënt.
Het verzoek van moeder om bjz te veroordelen in de proceskosten zal de rechtbank afwijzen omdat op het moment van de indiening van het verzoekschrift, met daarbij gevoegd het eerste advies van mevrouw Wymenga, voornoemd, er sprake was van een redelijke belang aan de zijde van bjz voor het aanhangig maken van de onderhavige procedure. De rechtbank zal de proceskosten compenseren, met dien verstande dat iedere partij de eigen kosten draagt.
BESLISSING
wijst het verzoek af;
compenseert de proceskosten aldus dat elke partij de eigen kosten draagt.
Deze beslissing is gegeven door mrs. L.C. Bosch, voorzitter, D.A. Flinterman en J.P. Evenhuis en door eerstgenoemde, in tegenwoordigheid van H.M. Kamphuis-van der Veer, griffier, uitgesproken ter openbare terechtzitting van 25 november 2009.