ECLI:NL:RBGRO:2009:BK7678

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
7 oktober 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
403231 CV EXPL 09-5320
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering schadevergoeding wegens niet nakomen overeenkomst voorfinancieren auto

In deze zaak vorderde eiseres, X., schadevergoeding van gedaagde, Y., wegens het niet nakomen van een overeenkomst met betrekking tot de voorfinanciering van een auto. Eiseres stelde dat gedaagde een Ford Ka voor haar had aangeschaft en dat zij hem zou terugbetalen, maar dat gedaagde zijn verplichtingen niet was nagekomen. De kantonrechter oordeelde dat de overeenkomst tussen partijen als een overeenkomst van geldlening moest worden gekwalificeerd. Gedaagde had de overeenkomst op 3 december 2008 opgezegd, voordat deze werd uitgevoerd. Eiseres had de auto op haar naam gezet en de afbetalingen aan de garage gedaan, wat betekende dat zij de verplichtingen van gedaagde had overgenomen. De rechter concludeerde dat eiseres niet had aangetoond dat zij schade had geleden, omdat zij dezelfde betalingsregeling met de garage had als met gedaagde. De vordering van eiseres werd afgewezen, omdat zij niet had voldaan aan haar stelplicht en het bewijsaanbod werd gepasseerd. Eiseres werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van gedaagde op nihil werden begroot.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector kanton
Locatie Groningen
Zaak\rolnummer: 403231 \ CV EXPL 09-5320
Vonnis d.d. 7 oktober 2009
inzake
X.,
wonende te [adres],
eiseres, hierna Eiseres te noemen,
gemachtigde mr. J.S. Özsaran, advocaat te Groningen,
tegen
Y.,
wonende te [adres],
gedaagde, hierna gedaagde te noemen,
gemachtigde M. Halm.
PROCESGANG
Op de in de inleidende dagvaarding genoemde gronden heeft eiseres gevorderd dat gedaagde wordt veroordeeld tot het betalen van een bedrag van € 1.500,- vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 maart 2009 tot aan de dag der algehele voldoening met veroordeling van gedaagde in de proceskosten.
Gedaagde heeft, onder overlegging van producties, geantwoord met conclusie tot afwijzing van het gevorderde.
Vervolgens hebben partijen gerepliceerd en gedupliceerd, waarna vonnis is bepaald.
OVERWEGINGEN
1. De feiten
Als gesteld en erkend, dan wel niet (gemotiveerd) weersproken, alsmede op grond van de in zoverre onbetwiste inhoud van de overgelegde producties, staat het volgende vast.
1.1 Op 30 november heeft gedaagde een koopovereenkomst met autogarage De Haan te Augustinusga gesloten. Daarin is opgenomen dat een Ford Ka wordt gekocht voor een bedrag van € 2.450,- en dat daarop een Ford Fiësta voor een bedrag van € 750,- wordt ingeruild, zodat een te betalen bedrag van € 1.700,- resteert. In de koopovereenkomst is opgenomen dat op dat bedrag € 300,- is aanbetaald en dat het resterend bedrag van € 1.400,- wordt afbetaald in termijnen van € 300,- en dat gedaagde voor die afbetaling verantwoordelijk is.
1.2 Op 2 december 2008 heeft eiseres een Ford Ka op haar naam laten zetten. De Ford Ka is op 6 december 2008 door eiseres opgehaald. Zij heeft toen de eerste afbetaling van € 300,- aan de garage betaald.
1.3 Bij brief van 23 december 2008 heeft de gemachtigde van eiseres gedaagde gesommeerd een bedrag van € 1.700,- te betalen. In deze brief is onder meer opgenomen: “U had een afspraak met cliënte gemaakt dat u een Ford Ka aan zou schaffen bij garagehouder Jurjen de Haan te Augustinusga voor de koopsom van € 1.700,-. U zou daarbij een aflossing verrichten van € 300,- per maand en cliënte zou aan u € 100,- per maand afbetalen. Uiteindelijk bent u echter niet overgegaan tot voornoemde aflossingen. Gevolg is dat clïënte de aflossingen thans voor haar rekening dient te nemen. Gelet op voornoemde afspraak houdt cliënte u aansprakelijk voor betaling van de totale koopsom van € 1.700,-.”
1.4 Nadien is nog gecorrespondeerd en op 19 maart 2009 heeft de gemachtigde van eiseres gedaagde gesommeerd om een bedrag van € 1.500,- aan schade te betalen en gedaagde in gebreke gesteld indien hij niet aan deze sommatie zou voldoen.
2. Standpunt eiseres
2.1 Gedaagde heeft eiseres aangeboden een koopovereenkomst te sluiten met autogarage De Haan waarbij hij een Ford Ka zou aanschaffen. Afspraak was dat gedaagde een bedrag van € 1.700,- zou betalen en dat daarnaast de Ford Fiësta van eiseres met een inruilwaarde van € 750,- zou worden ingeleverd. Daarnaast hebben partijen afgesproken dat gedaagde maandelijks een bedrag van € 300,- zou aflossen aan autogarage De Haan. Eiseres zou, wanneer mogelijk, een bedrag van € 100,- per keer betalen aan gedaagde, waarbij eiseres – gelet op haar slechte financiële situatie – te kennen heeft gegeven dat zij maximaal € 200,- zou betalen. Eiseres zou tevens schoonmaakwerkzaamheden voor gedaagde gaan verrichten.
2.2 Gedaagde is deze overeenkomst niet nagekomen, waardoor eiseres schade lijdt. Eiseres heeft – volgens afspraak – haar Ford Fiësta ter waarde van € 750,- ingeleverd en zij zou daarnaast maximaal € 200,- betalen aan gedaagde. Gedaagde zou het (resterend) bedrag van € 1.500,- aan de garage betalen. Dit heeft hij nagelaten en evenmin heeft hij de koopovereenkomst met de garage ontbonden. Eiseres lost nu (in zijn plaats) het bedrag af aan de garage. Hierdoor lijdt zij schade voor een bedrag van € 1.500,-, waarvan zij vordert dat gedaagde deze schade aan haar vergoedt.
3. Standpunt gedaagde
3.1 Eiseres heeft de auto op haar naam gezet nadat gedaagde haar op 3 december 2008 schriftelijk had laten weten dat hij van de koop afzag. De handtekening op het koopcontract is niet van gedaagde.
3.2 De afspraak was dat eiseres het bedrag van € 1.700,- zou afbetalen door betalingen van € 100,- per maand. Er is niet afgesproken dat eiseres slechts € 200,- zou aflossen. Er zijn evenmin afspraken gemaakt over het verrichten van schoonmaakwerkzaamheden door eiseres voor gedaagde. Bovendien heeft gedaagde al huishoudelijke hulp.
3.3 Eiseres heeft na 6 december 2008 nog de mogelijkheid gehad om de koop ongedaan te maken. Daar heeft zij niet voor gekozen. De regeling die gedaagde en eiseres aanvankelijk hadden afgesproken, heeft eiseres nu met de garage. Eiseres lijdt dus geen schade.
4. Beoordeling
4.1 De kantonrechter stelt voorop dat de overeenkomst tussen partijen is te duiden als een overeenkomst van geldlening en dat het belang van eiseres bij de overeenkomst (kennelijk) gelegen was in het feit dat gedaagde de koop van de auto, en dan met name het verschil tussen de koopprijs van de auto en de inruilwaarde van haar oude auto, voor eiseres zou (voor)financieren. gedaagde heeft gesteld dat de overeenkomst voordat deze zou worden uitgevoerd al door hem – op 3 december 2008 – was opgezegd. Eiseres heeft weliswaar bestreden dat de overeenkomst (tijdig) door gedaagde is opgezegd, maar uit haar feitelijk handelen blijkt dat zij – anders dan kennelijk de aanvankelijke bedoeling van partijen was – uitvoering heeft gegeven aan de koopovereenkomst met de garage en dat zij de daarbij horende verplichtingen, zoals de afbetaling, op zich heeft genomen. Van het verstrekken van een geldlening c.q. van voorfinanciering door gedaagde is derhalve geen sprake geweest.
4.2 In plaats van op enig moment nakoming van de overeenkomst (tot geldlening) te vorderen, vordert eiseres schadevergoeding. (Vervangende) schadevergoeding in verband met het feit dat een partij een overeenkomst niet nakomt, kan echter pas worden gevorderd, indien de schuldenaar (gedaagde) in verzuim is. Gesteld noch gebleken is dat de koopovereenkomst op 4 december 2008 moest worden uitgevoerd. Nu eiseres heeft gesteld dat zij de opzegging van gedaagde pas na 4 december 2008 heeft ontvangen, kon zij – nog daargelaten of haar stelling juist is – er toen in ieder geval nog niet van uitgaan dat gedaagde in de nakoming van zijn verbintenis zou tekortschieten. Dit betekent dat zonder ingebrekestelling gedaagde niet in verzuim is. Voor zover ervan moet worden uitgegaan dat gedaagde zijn verplichtingen niet meer kon nakomen, is dit door het handelen van eiseres zelf veroorzaakt. Gelet hierop dient de vordering van eiseres reeds daarom te worden afgewezen.
4.3 Voorts wordt nog het volgende opgemerkt. Eiseres heeft haar vordering gebaseerd op de stelling dat zij schade heeft geleden, omdat gedaagde de overeenkomst met haar niet is nagekomen. Gedaagde heeft – onder meer – betwist dat eiseres schade heeft geleden, aangezien eiseres naar zijn stelling thans dezelfde betalingsregeling heeft met de garage als zij met hem had afgesproken, te weten een afbetalingsregeling van € 100,- per maand. Gedaagde betwist uitdrukkelijk en gemotiveerd dat partijen hadden afgesproken dat eiseres 2 x € 100,- zou aflossen en daarnaast schoonmaakwerkzaamheden voor hem zou gaan verrichten. De kantonrechter constateert dat het verweer van gedaagde wordt ondersteund met de inhoud van de brief van de gemachtigde van eiseres van 23 december 2008 voor zover daarin wordt gesproken over een aflossing door eiseres van € 100,- per maand. In het licht van de overige inhoud van de brief kan dat moeilijk anders worden opgevat als een aflossing van het bedrag van € 1.700,-. Nog afgezien daarvan had het, gelet op het verweer van gedaagde, hoe dan ook op de weg van eiseres gelegen om haar stellingen (en de daarop gebaseerde vordering) meer handen en voeten te geven. Zonder nadere uitleg valt immers niet in te zien dat de schade van eiseres € 1.500,- bedraagt, omdat zij het door gedaagde voor te financieren bedrag ook weer aan hem had moeten terugbetalen, hetzij in termijnbetalingen van € 100,- per maand, hetzij (zoals eiseres stelt) door betaling van 2 x € 100,- en het verrichten van schoonmaakwerkzaamheden. Nu eiseres haar stellingen onvoldoende heeft onderbouwd, zal zij, ondanks haar aanbod daartoe, niet worden toegelaten tot het bewijs van haar stellingen.
4.4 Uit voorgaande overwegingen vloeit voort dat de vordering van eiseres zal worden afgewezen. Hetgeen verder door partijen naar voren is gebracht behoeft geen bespreking meer, aangezien dit niet tot een andere uitkomst in deze procedure zal leiden.
4.5 Eiseres zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure, welke aan de zijde van gedaagde worden begroot op nihil.
BESLISSING
De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt eiseres in de kosten van deze procedure welke aan de zijde van gedaagde worden begroot op nihil.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. F. de Jong, kantonrechter, en op 7 oktober 2009 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.
typ: FdJ