ECLI:NL:RBGRO:2009:BK8077
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wijziging gezamenlijk ouderlijk gezag in eenoudergezag
In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 24 november 2009 uitspraak gedaan in een verzoek tot wijziging van het gezamenlijk ouderlijk gezag over het minderjarige kind [A.]. De verzoekster, hierna te noemen de vrouw, heeft op 18 juni 2009 een verzoekschrift ingediend waarin zij verzocht om het gezamenlijk ouderlijk gezag te wijzigen in een eenoudergezag, waarbij zij alleen met het gezag over [A.] belast zou worden. De man, hierna te noemen de man, is niet in rechte verschenen en heeft geen verweer gevoerd tegen het verzoek van de vrouw.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de man, na de beëindiging van de relatie in mei 2008, nauwelijks contact heeft gehad met [A.]. Hij heeft het kind in totaal slechts vijf keer gezien en heeft zich verder niet bemoeid met de verzorging en opvoeding van [A.]. De vrouw heeft herhaaldelijk geprobeerd contact met de man te herstellen, maar hij heeft hierop niet gereageerd. De rechtbank heeft ook geconstateerd dat de man in een ernstige maatschappelijke teloorgang verkeert, wat zijn vermogen om een actieve rol in het leven van [A.] te spelen verder ondermijnt.
De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen basis meer is voor gezamenlijk gezag, omdat de communicatie tussen de ouders ontbreekt en de man zijn verantwoordelijkheden als vader niet neemt. Het is in het belang van [A.] om de juridische situatie in overeenstemming te brengen met de feitelijke situatie, waarbij de vrouw nu alleen het gezag over [A.] krijgt. De rechtbank heeft het verzoek van de vrouw toegewezen en het gezamenlijk gezag beëindigd, met de beslissing dat de vrouw met ingang van heden alleen met het gezag over [A.] wordt belast. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen.