ECLI:NL:RBGRO:2009:BK8077

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
24 november 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
110891/FA RK 09-1450
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wijziging gezamenlijk ouderlijk gezag in eenoudergezag

In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 24 november 2009 uitspraak gedaan in een verzoek tot wijziging van het gezamenlijk ouderlijk gezag over het minderjarige kind [A.]. De verzoekster, hierna te noemen de vrouw, heeft op 18 juni 2009 een verzoekschrift ingediend waarin zij verzocht om het gezamenlijk ouderlijk gezag te wijzigen in een eenoudergezag, waarbij zij alleen met het gezag over [A.] belast zou worden. De man, hierna te noemen de man, is niet in rechte verschenen en heeft geen verweer gevoerd tegen het verzoek van de vrouw.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de man, na de beëindiging van de relatie in mei 2008, nauwelijks contact heeft gehad met [A.]. Hij heeft het kind in totaal slechts vijf keer gezien en heeft zich verder niet bemoeid met de verzorging en opvoeding van [A.]. De vrouw heeft herhaaldelijk geprobeerd contact met de man te herstellen, maar hij heeft hierop niet gereageerd. De rechtbank heeft ook geconstateerd dat de man in een ernstige maatschappelijke teloorgang verkeert, wat zijn vermogen om een actieve rol in het leven van [A.] te spelen verder ondermijnt.

De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen basis meer is voor gezamenlijk gezag, omdat de communicatie tussen de ouders ontbreekt en de man zijn verantwoordelijkheden als vader niet neemt. Het is in het belang van [A.] om de juridische situatie in overeenstemming te brengen met de feitelijke situatie, waarbij de vrouw nu alleen het gezag over [A.] krijgt. De rechtbank heeft het verzoek van de vrouw toegewezen en het gezamenlijk gezag beëindigd, met de beslissing dat de vrouw met ingang van heden alleen met het gezag over [A.] wordt belast. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector Civielrecht
zaaknr.: 110891/FA RK 09-1450
beschikking d.d. 24 november 2009
in de zaak van:
verzoekster,
hierna te noemen de vrouw,
advocaat mr. H.A. Jonker-van Dijk,
en
verweerder,
hierna te noemen de man,
niet in rechte verschenen.
PROCESVERLOOP
De vrouw heeft op 18 juni 2009 een verzoekschrift ingediend en heeft daarbij verzocht bij beschikking - voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad - het gezamenlijk ouderlijk gezag over het minderjarige kind van partijen A. te wijzigen en haar alleen met dat gezag te belasten.
De zaak is behandeld ter zitting met gesloten deuren van 12 november 2009.
Daarbij zijn de vrouw, haar advocaat en mevrouw A.I. van Dijk namens de Raad voor de Kinderbescherming, regio Groningen en Drenthe, locatie Groningen (verder te noemen de Raad) verschenen en gehoord.
RECHTSOVERWEGINGEN
vaststaande feiten:
Partijen hebben een relatie met elkaar gehad en hebben samengewoond.
Uit hun relatie is op 15 juni 2007 in de gemeente Stadskanaal het thans nog minderjarige kind [A.] geboren.
[A.] is door de man op 19 april 2007 erkend en partijen oefenen gezamenlijk het gezag over haar uit.
[A.] heeft hoofdverblijf bij de vrouw.
standpunt van de vrouw
Bij de man is sprake van ernstige maatschappelijke teloorgang.
Nadat partijen uit elkaar zijn gegaan is de man veel gaan drinken.
Hij is door eigen toedoen zijn werk kwijtgeraakt. Verder heeft de man zodanige overlast veroorzaakt, dat hij uit zijn woning zou worden gezet. Hij heeft dit voorkomen door zelf de woning te verlaten.
Er zijn veel meldingen bij de politie geweest over de gedragingen van de man, die met verkeerde mensen omgaat. Gevreesd moet worden, dat het steeds slechter met de man zal gaan.
Sinds het uit elkaar gaan van partijen in mei 2008 heeft de man [A.] tot september 2008 vijf keer gezien. Hij kwam toen overigens niet specifiek voor [A.], maar wilde iets met de vrouw regelen.
Medio september 2008 hebben partijen een goed gesprek met elkaar gehad.
De vrouw heeft de man steeds duidelijk gemaakt het van groot belang te vinden, dat hij regelmatig contact zou hebben met [A.].
De man liet weten emotioneel en financieel hiertoe niet in staat te zijn.
Op een tweetal telefonische contacten na heeft de man hierna niets meer van zich laten horen en heeft hij zich op geen enkele wijze bemoeid met de verzorging en opvoeding van [A.].
De man is voor de vrouw onbereikbaar en zij kan daarom geen afspraken met hem maken over de uitvoering van het gezamenlijk gezag.
De man schijnt tegen mensen te vertellen dat hij niet de vader van [A.] is.
Het lijkt erop, dat hij zijn verantwoordelijkheid ten opzichte van [A.] niet wil nemen.
In de huidige situatie kan geen uitvoering meer worden gegeven aan het gezamenlijk gezag. De vrouw zal in de toekomst regelmatig op problemen stuiten wanneer bij het realiseren van allerlei zaken ten behoeve van [A.] de handtekening van de man is vereist.
Het is niet in het belang van [A.], dat partijen samen het ouderlijk gezag over haar blijven uitoefenen omdat [A.] hierdoor klem en verloren dreigt te raken.
beoordeling
Het ouderlijk gezag is weliswaar een aan de ouders toekomend recht, maar dit recht is aan beide ouders in het belang van het kind gegeven en kan daarom niet los worden gezien van de verplichting dat belang te dienen. Gebleken is, dat er reeds geruime tijd geen communicatie meer plaatsvindt tussen de ouders en er geen contact is tussen de man en [A.].
Nu de onderlinge communicatie tussen partijen ontbreekt, niet te verwachten valt dat de man zich anders zal gaan opstellen en zijn verantwoordelijkheid als vader van [A.] zal nemen en het onwaarschijnlijk is, dat de ouders in de toekomst belangrijke beslissingen gezamenlijk kunnen nemen is de rechtbank van oordeel, dat de minimaal noodzakelijke basis voor gezamenlijk gezag van partijen ten aanzien van de verzorging en opvoeding ontbreekt.
Daarbij neemt de rechtbank tevens in aanmerking dat de man op geen enkele wijze reageert op pogingen van de vrouw om het contact tussen hem en [A.] te herstellen en hij ook geen gebruik heeft gemaakt van de hem geboden mogelijkheid om zijn standpunt aan de rechtbank kenbaar te maken.
Onder deze omstandigheden acht de rechtbank het aannemelijk, dat [A.] bij voortzetting van het gezamenlijk gezag een onaanvaardbaar risico loopt klem of verloren te raken tussen haar ouders. Door de opstelling van de man is het risico reëel, dat de vrouw ernstig wordt belemmerd haar taak als verzorgende ouder te vervullen, bijvoorbeeld bij het tot stand brengen van allerlei voor [A.] wenselijke en noodzakelijke handelingen, die zonder de medewerking van de man niet kunnen worden gerealiseerd.
Het is in het belang van [A.] - die behoefte heeft aan rust en zekerheid - om de juridische situatie in overeenstemming te brengen met de feitelijke situatie.
Gelet op het vorenoverwogene wordt de vrouw belast met het eenhoofdig gezag over [A.].
BESLISSING
bepaalt dat het gezag over het minderjarige kind van partijen [A.] met ingang van heden alleen aan de vrouw toekomt;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. L.C. Bosch en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 november 2009, in tegenwoordigheid van de griffier.