ECLI:NL:RBGRO:2009:BK9524

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
8 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
111314 / FA RK 09-1634
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • D.A. Flinterman
  • P.W.Th. Buijtenhuijs
  • J.H.H.M. Dorscheidt
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontzetting van het ouderlijk gezag van de vader wegens slecht levensgedrag en verwaarlozing

In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 8 december 2009 uitspraak gedaan over het verzoek van de vrouw om de man te ontzetten uit het ouderlijk gezag over hun minderjarige kinderen. De vrouw, bijgestaan door haar advocaat mr. H.J.K. Wulp, heeft op 9 juli 2009 een verzoekschrift ingediend, waarin zij primair verzocht om ontzetting van de man uit het gezag op grond van slecht levensgedrag en grove verwaarlozing van de belangen van de kinderen. Subsidiair vroeg zij om alleen het gezag over de kinderen toe te kennen, met uitsluiting van de man, om te voorkomen dat de kinderen klem komen te zitten tussen beide ouders.

De rechtbank heeft de zaak behandeld op 3 november 2009, waarbij de vrouw en een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig waren. De man is in rechte niet verschenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man in het verleden is veroordeeld tot gevangenisstraffen en dat er sprake is van bedreiging en mishandeling door de man, wat heeft geleid tot angst bij de kinderen. De vrouw heeft aangegeven dat de kinderen professionele hulp nodig hebben, maar dat de man hier geen toestemming voor geeft.

De rechtbank heeft overwogen dat er gronden voor ontzetting aanwezig zijn, zoals misbruik van gezag en grove verwaarlozing van de opvoeding. De rechtbank concludeert dat de man zich niet heeft gehouden aan de voorwaarden van eerdere veroordelingen en dat zijn gedrag een onaanvaardbaar risico voor de kinderen met zich meebrengt. Daarom heeft de rechtbank besloten dat het ouderlijk gezag voortaan alleen door de vrouw zal worden uitgeoefend, in het belang van de kinderen.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector Civielrecht
Meervoudige familiekamer
zaaknr.: 111314/FA RK 09-1634
beschikking d.d. 8 december 2009
in de zaak van:
[de vrouw],
wonende te [adres],
verzoekster,
hierna te noemen de vrouw,
advocaat mr. H.J.K. Wulp,
en
[de man],
wonende te [***],
verweerder,
hierna te noemen de man,
in rechte niet verschenen.
PROCESVERLOOP
De vrouw heeft op 9 juli 2009 een verzoekschrift ter griffie van deze rechtbank ingediend, waarin wordt verzocht:
primair:
de man te ontzetten uit het ouderlijk gezag op grond van slecht levensgedrag en grove verwaarlozing van de belangen van de minderjarige kinderen van partijen;
subsidiair:
aan de vrouw alleen het gezag over de minderjarige kinderen toe te kennen, zulks met uitsluiting van de man, omdat het handhaven van het gezamenlijke gezag voor de kinderen onaanvaardbaar risico oplevert dat zij klem komen te zitten tussen beide ouders, althans zodanig te bepalen als de rechtbank in goede justitie juist acht.
Op 4 november 2009 en 11 november 2009 zijn ter griffie brieven met bijlagen van de advocaat van de vrouw ontvangen.
De rechtbank heeft de zaak behandeld ter zitting met gesloten deuren van 3 november 2009.
Daarbij zijn verschenen en gehoord de vrouw, bijgestaan door mr. H.J.K. Wulp en de heer R.C.M. Wouters, namens de Raad voor de Kinderbescherming, regio Groningen en Drenthe, locatie Groningen (hierna de Raad).
De man is -hoewel behoorlijk opgeroepen- niet verschenen.
RECHTSOVERWEGINGEN
Vaststaande feiten;
- bij beschikking van 29 mei 2007 is de echtscheiding tussen partijen uitgesproken, welke beschikking op 6 juni 2007 is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand,
- partijen hebben het gezag over de minderjarige kinderen:
* [kind 1], geboren [in 1999] in de gemeente [***], en
* [kind 2], geboren [in 2002] in de gemeente [***];
- bij inmiddels onherroepelijk geworden vonnis van de rechtbank Groningen van
16 februari 2009 is de man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 315 dagen, met aftrek van voorarrest, waarvan 240 dagen voorwaardelijk en een proeftijd van twee jaar en een werkstraf voor de duur van 80 uur;
- bij vonnis van 20 mei 2009 is de man strafrechtelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van 99 dagen met aftrek van voorrarrest, waarvan 6o dagen voorwaardelijk en een proeftijd van een jaar. Voorts is een contactverbod met de vrouw en de kinderen opgelegd. Er is een werkstraf opgelegd en de man dient gedurende een periode van zes maanden onder elektronisch toezicht te blijven.
Standpunt van de vrouw.
De vrouw heeft aangevoerd dat zij door de man op een zo vergaande en ernstige wijze is bedreigd en mishandeld, dat niet alleen zij zelf daar last van heeft. Ook de kinderen zijn zeer angstig geworden van het gedrag van hun vader. Zij hebben bedreigende situaties meegemaakt, waarin de man getracht heeft de kinderen tegen de wil van de vrouw mee te nemen en hij heeft in bijzijn van zijn dochter een begeleidende volwassene mishandeld. Door deze confrontatie met geweld en misdragingen, gericht tegen hun moeder, hebben de kinderen thans hulp van een deskundige nodig. De man wil hiervoor echter geen toestemming geven, waardoor de kinderen niet op adequate wijze geholpen kunnen worden.
Aan de kant van de man is er naar haar mening sprake van slecht levensgedrag. Dat blijkt uit wat in de afgelopen jaren is gebeurd, niet alleen ten opzichte van haar, maar ook ten opzichte van anderen en de kinderen. Ook na de indiening van onderhavig verzoekschrift heeft de vrouw nog aangifte van stalking, bedreiging en overtreding van het contactverbod door de man gedaan.
Daarnaast is er sprake van grove verwaarlozing van de opvoeding van zijn kinderen door de wijze waarop de man zijn agressie tegen de vrouw en de kinderen richt. Het is in het belang van de kinderen dat de man wordt ontzet uit het gezag over hen, dan wel dat de vrouw alleen
wordt belast met het gezag over hen.
Ter zitting heeft de vrouw nog aangegeven dat het leven van haar en de kinderen geregeerd wordt door angst voor de agressie van de man. De man had twee levens; een leven als huisvader en een tweede leven met heel veel geld, vrouwen en sadomasochisme.
Zij is van mening dat de man haar in zijn macht wil houden door de kinderen te gebruiken als pressiemiddel.
Standpunt van de Raad.
Namens de Raad is aangegeven dat de Raad zich refereert aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling.
Op grond van artikel 1: 269 van het Burgerlijk Wetboek, kan de rechtbank indien zij dit in het belang van de kinderen noodzakelijk oordeelt een ouder van het gezag over één of meer van zijn kinderen ontzetten (onder meer) op grond van
a. misbruik van het gezag, of grove verwaarlozing van de verzorging en opvoeding van een of meer kinderen of
b. slecht levensgedrag.
Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is naar het oordeel van de rechtbank gebleken dat gronden voor ontzetting als bedoeld in voornoemd artikel aanwezig zijn en dat ontzetting noodzakelijk is in het belang van de minderjarigen.
De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Bij -inmiddels onherroepelijk- vonnis van de meervoudige strafkamer van deze rechtbank van 16 februari 2009 is de man veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 315 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 240 dagen voorwaardelijke en een proeftijd van twee jaar en een werkstraf voor de duur van 80 uur.
In het strafvonnis van 16 februari 2009 heeft de rechtbank onder meer het volgende overwogen:
" Verdachte heeft zich in ongeveer anderhalf jaar tijd schuldig gemaakt aan twaalf strafbare feiten, waarvan acht gepleegd jegens zijn ex-echtgenote. Naast het feit dat hij haar heeft mishandeld, heeft geprobeerd te mishandelen, heeft beledigd en heeft bedreigd en bij haar woning vernielingen heeft gepleegd, heeft verdachte zijn ex-echtgenote ruim twaalf maanden gestalkt. (............. )Kortom hij heeft haar gedurende lange tijd het leven volkomen zuur gemaakt.
Verdachte heeft met al dit handelen een ernstige inbreuk gemaakt op het privéleven van zijn ex-echtgenote en haar geestelijke en lichamelijke integriteit. In een schriftelijke slachtofferverklaring van 22 januari 2009 omschrijft aangeefster op indringende wijze de impact die het gedrag van verdachte op haar leven heeft gehad en thans nog heeft. Zij zegt o.a. dat zij haar angsten dagelijks verbijt, omdat zij niet wil dat verdachte controle en macht over haar leven heeft.
De rechtbank neemt het verdachte in het bijzonder kwalijk dat hij, gelet op de omstandigheden waaronder een en ander heeft plaatsgevonden, het op de koop toe heeft genomen, dat zijn kinderen van genoemde strafbare feiten getuigen waren of zelfs hiervan slachtoffer zouden kunnen worden"
Bij vonnis van 7 mei 2009 is de man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 99 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 60 dagen voorwaardelijke en een proeftijd van een jaar.
Voorts is er een contactverbod met verzoekster en de kinderen opgelegd. Er is een werkstraf van 240 uur opgelegd en de man dient gedurende een periode van zes maanden onder elektronisch toezicht te blijven.
Ondanks bovengenoemde vonnissen heeft de man zich niet aan een deel van de daarin genoemde voorwaarden gehouden, gelet op de verklaringen van de vrouw ter zitting en de processen-verbaal van aangiftes van stalking en bedreiging, die na bovenstaande strafrechtelijke veroordelingen door de vrouw zijn gedaan.
Mede gelet op de verklaring van de vrouw dat de kinderen professionele hulp nodig hebben bij het verwerken van de gedragingen van de man -waarvoor de man echter zijn toestemming niet wil geven- en het volledig ontbreken van communicatie tussen de ouders is de rechtbank van oordeel dat er sprake is van een onaanvaardbaar risico, dat de kinderen klem of verloren raken tussen de ouders. Dit gegeven zou redengevend kunnen zijn om de vrouw te belasten met het eenhoofdige gezag, nu is gebleken dat de man niet heeft geleerd van zijn veroordelingen.
De bovengenoemde veroordelingen en de hierboven geciteerde overweging van de rechtbank in het vonnis van 16 februari 2009 leiden echter tot het oordeel dat de misdragingen van de man dermate ernstig van aard zijn, dat er sprake is van misbruik van gezag als bedoeld in artikel 269, eerste lid, onder a. BW. De man diskwalificeert zich hiermee als opvoeder van [de kinderen].
Ook is de rechtbank van oordeel dat de vader grove verwaarlozing kan worden verweten gelet op het gedrag van de vader ten opzichte van de moeder van de kinderen. Deze gedragingen en de impact die deze gedragingen op de moeder hebben (en daarmee op de kinderen) betekenen een ernstige ontwrichting van hun gezinsleven. Dit brengt met zich mee dat de man de kinderen een gezinsleven onthoudt, waarin zij evenwichtig en ongestoord kunnen opgroeien.
Bovenstaande leidt tot de volgende beslissing.
BESLISSING
ontzet
[de man],
geboren [in 1970[***]
van het ouderlijk gezag over de minderjarigen;
* [kind 1], geboren [in 1999] in de gemeente ***], en
* [kind 2], geboren [in 2002] in de gemeente [***],
zodat het ouderlijk gezag voortaan alleen door de vrouw zal worden uitgeoefend.
Deze beschikking is gegeven door mrs. D.A. Flinterman, P.W.Th. Buijtenhuijs en
J.H.H.M. Dorscheidt en uitgesproken door deze ter openbare terechtzitting van 8 december 2009 in tegenwoordigheid van A. de Vries, griffier.
AdV
De griffier deelt mede, dat partijen tegen deze beschikking, voor zover hierin een eindbeslissing is opgenomen, in hoger beroep kunnen gaan bij het Gerechtshof te Leeuwarden. Dit beroep dient door partijen te worden ingesteld binnen drie maanden na de datum van de uitspraak. Deze datum staat in de beschikking vermeld.
Voor de partij, die in deze procedure niet is verschenen, vangt de termijn van drie maanden aan na de betekening van deze beschikking aan hem/haar in persoon dan wel op het moment, waarop deze beschikking aan hem/haar op andere wijze is bekend geworden.
Het beroep moet namens een partij worden ingesteld door een advocaat. Als u in aanmerking wilt komen voor door de overheid (gedeeltelijk) gefinancierde rechtsbijstand, dan kan uw advocaat daartoe namens u een verzoek indienen bij de Raad voor Rechtsbijstand. Uw advocaat kan u daaromtrent nader informeren.