RECHTBANK GRONINGEN
Sector kanton
Zaak\rolnummer: 342727 \ CV EXPL 07-12465
Vonnis d.d. 21 oktober 2009
de naamloze vennootschap AgfaPhoto Finance N.V.,
ingeschreven in de kruispuntbank Ondernemingen te Antwerpen, België en kantoorhoudende te Rijswijk,
eiseres, hierna AgfaPhoto Finance te noemen,
gemachtigde: mr. W. Vermaas, advocaat te Utrecht,
A., h.o.d.n. John Vos Fotografie,
wonende te [adres],
gedaagde, hierna Vos te noemen,
gemachtigde: mr. G.E. Star Busmann, advocaat te Oudekerk aan de Amstel.
IN CONVENTIE EN IN RECONVENTIE
Bij vonnis van 10 december 2008 is een comparitie van partijen gelast. Van het verhandelde ter zitting is aantekening gehouden door de griffier.
Vervolgens is door beide partijen een akte genomen.
IN CONVENTIE EN IN RECONVENTIE
De kantonrechter neemt over hetgeen is overwogen en beslist in het boven vermelde tussenvonnis.
1.1 Naast de reeds in gemeld tussenvonnis vastgestelde feiten zijn ook de volgende feiten niet weersproken.
1.2 Bij brief van 30 oktober 2006 heeft de gemachtigde van Vos aan de gemachtigde van AgfaPhoto Finance medegedeeld dat nu de koopovereenkomst van het Minilab als buitengerechtelijk ontbonden diende te worden beschouwd dit ook voor de financieringsovereenkomst diende te gelden.
1.3 Agfa Europe en de rechtsvoorgangster van AgfaPhoto Finance maakten ten tijde van de koop en leaseovereenkomsten deel uit van een wereldconcern en Vos is een eenmanszaak.
1.4 Bij het sluiten van genoemde overeenkomsten is Vos niet expliciet gewezen op de algemene voorwaarden.
2. Standpunt AgfaPhoto Finance
2.1 AgfaPhoto Finance heeft zich nader uitgelaten over de door Vos in het geding gebrachte producties 26 t/m 29 en de door haar zelf in het geding gebrachte productie 30.
2.2 Productie 26 betreft een offerte d.d. 7 oktober 2003 van Agfa Europe aan Vos aangaande de koop van een Agfa d-lab.1 Minilab. AgfaPhoto Finance stelt zich op het standpunt dat deze offerte niet is aanvaard omdat uiteindelijk pas op 19 mei 2004 een huurkoopovereenkomst is overeengekomen.
2.3 Desgewenst kon Vos een operational lease-overeenkomst of financial lease overeenkomst sluiten ter financiering. Het stond hem derhalve vrij een andere financier te kiezen. De positie van AgfaPhoto Finance is niet anders dan die van een willekeurige andere verstrekker van een financiering van een klant.
2.4 AgfaPhoto Finance is een volledig van (de rechtopvolgster van) Agfa Europe losstaande onderneming. AgfaPhoto Finance is niet gehouden storingen te verhelpen. Overigens viel onder de garantie geen eigen onderhoud en fouten bij de bediening en zijn geen feiten en omstandigheden gesteld waaruit volgt dat Agfa Europe respectievelijk AgfaPhoto Netherlands B.V. toerekenbaar te kort zijn geschoten. Na het faillissement kon Vos zich voor de garantie wenden tot A&O Imaging Services (hierna te noemen A&O) en vanaf 1 januari 2008 tot CMS Benelux B.V. (hierna te noemen: CMS). AgfaPhoto heeft een lijst in het geding gebracht met omschrijving van verholpen technische storingen van het Minilab.
2.5 AgfaPhoto betwist dat Vos op grond van het huurkoopcontract recht zou hebben op service, Winkel-Signing en Agfa-net.
2.6 Vos heeft geweigerd het Minilab af te geven tenzij AgfaPhoto haar vordering grotendeels liet vallen. Tot op de dag van vandaag maakt Vos gebruik van deze machine zonder dat daarvoor enige vergoeding aan AgfaPhoto Finance wordt betaald. Vos heeft zich daarmee ongerechtvaardigd verrijkt ten koste van AgfaPhoto Finance gelijk aan het maandelijkse leasebedrag ad € 2.824,74 maal het aantal maanden dat Vos zonder betaling gebruik maakt van de machine.
3.1 De offerte d.d. 7 oktober 2003 diende als basis voor de later gesloten overeenkomst. In deze offerte wordt al een financiering aangeboden via Agfa Finance hetgeen duidt op de genoemde verbondenheid.
3.2 Nieuwsbrieven zijn gedrukt op papier waarop het briefhoofd van “Agfa”stond vermeld en worden ondertekend door drie verschillende personen, alle namens Agfa Gevaert, de moedermaatschappij. De offerte wordt ondertekend namens Agfa Europe door Charles Logher die een latere nieuwsbrief ondertekent namens Agfa Gevaert B.V. Dit alles bij elkaar levert een mistig plaatje op en kan alleen maar duiden op een grote verbondenheid tussen alle bedrijven die de naam Agfa voeren.
De heer Gezelle, in dienst van Agfa Gevaert en Agfa Europe heeft namens Agfa Finance de financiering geregeld.
3.3 De gebreken en storingen van de machine hebben ook overwerk en klantenverlies opgeleverd. Een schade die Vos van AgfaPhoto Finance vordert.
3.4 Onjuist is dat Vos zich tot A&O Imaging Services, later CMS, kon wenden. Voor reparaties diende betaald te worden, van garantieverlening was in het geheel geen sprake. Onderhoud is altijd tijdig gepleegd en van onjuiste bediening is geen sprake. De geplaatste machine heeft van het begin af aan niet goed gefunctioneerd. Als gevolg van gebreken en storingen is de machine zeker 350 uur niet inzetbaar geweest. De als gevolg daarvan door Vos geleden schade aan omzet, extra personeelskosten in de vorm van overwerk en klantenverlies is zeer aanzienlijk. Vos had recht op 5 jaar garantie zodat alle defecten en storingen kosteloos door Agfa gerepareerd hadden dienen te worden.
3.5 De overeengekomen winkel(shop)signing is separaat overeengekomen.
3.6 Het Minilab is als gevolg van het faillissement met zo’n 75% in waarde gedaald. Indien Vos gehouden zou zijn tot volledige betaling van de termijnen betekent dit dat door AgfaPhoto Finance de volledige koopprijs wordt ontvangen verhoogd met de kredietvergoeding van circa € 23.000, - terwijl geen kosten voor service, garantie en Agfa-netwerk behoefden te worden gemaakt c.q. te worden afgedragen.
4.1 De kern van het geschil betreft de vraag in hoeverre de te onderscheiden overeenkomsten in onderhavige tripartite leaseovereenkomst los van elkaar gezien dienen te worden.
4.2 Enerzijds is sprake van een koopovereenkomst tussen Vos en Agfa Europe als leverancier betreffende de aankoop van het Agfa d-Lab.1 Minilab met 5 jaar garantie op de machine en anderzijds een tussen Agfa Finance (rechtsvoorgangster van AgfaPhoto Finance) en Vos gesloten Financial leaseovereenkomst waarbij Agfa Finance als financier is opgetreden. Uit de financieringsovereenkomst blijkt dat Agfa Finance de machine aankoopt van de leverancier en vervolgens aan Vos ter beschikking stelt.
4.2 In het licht van de bescherming die de bepaling 7A:1576 h lid 3 BW aan de huurkoper beoogt te bieden, wijst ook indien de overeenkomst tussen huurkoper en huurverkoper enerzijds en de financieringsovereenkomst anderzijds als afzonderlijke overeenkomsten moeten worden beschouwd, de aard van de krachtens die bepaling tussen partijen ontstane rechtsverhouding in beginsel op een zodanige verbondenheid, dat ontbinding of vernietiging van de eerstbedoelde overeenkomst tot gevolg heeft dat de financieringsovereenkomst evenmin in stand kan blijven (een en ander is reeds door de Hoge Raad overwogen in de arresten gepubliceerd in de NJ 1999,97 (Jans/FCN) en NJ 2000,307). Vernietiging of ontbinding van de ene overeenkomst heeft in dat geval noodzakelijkerwijs tot gevolg dat de overeenkomst tussen de huurkoper en de financier evenmin in stand kan blijven. De kantonrechter ziet in casu geen aanleiding om van genoemd beginsel af te wijken. De kantonrechter acht daarbij met name van belang dat de leverancier Agfa Europe (dochteronderneming van Agfa-Gevaert) in de offerte van 7 oktober 2003 heeft aangeboden de aankoop te financieren en daaraan doet niet af dat het Vos vrijstond elders geld te lenen en/of dat de overeenkomst uiteindelijk op 19 mei van het jaar daarop is getekend. Ook acht zij van belang dat deze financiering uiteindelijk is verstrekt door een dochter/zustermaatschappij van de leverancier van het Minilab en de financieringsovereenkomst en huurkoopovereenkomst min of meer gelijktijdig ter ondertekening zijn aangeboden en een samenhangend geheel vormen. Overigens zijn de besprekingen gevoerd met de heer Gezelle die blijkbaar voor de leverancier (en haar moedermaatschappij) en de financier optrad. Wel of niet in het zelfde contract; de winkel(shop)signing en de aansluiting met het Agfa-netwerk zijn eveneens met hetzelfde concern overeengekomen en naar het oordeel van de kantonrechter zijn ook deze overeenkomsten zozeer met elkaar verbonden dat vernietiging of ontbinding noodzakelijkerwijs ook consequenties heeft voor de overige overeenkomsten.
4.3 Dat Vos niet als consument heeft gehandeld staat naar het oordeel van de kantonrechter een en ander niet in de weg.
4.4 Gelet op voorgaande overwegingen kon Vos zich in beginsel jegens AgfaPhoto Finance beroepen op opschorting van zijn betalingsverplichting wegens tekortkoming in de verplichtingen van de leverancier en later ontbinding van de overeenkomst.
4.5 AgfaPhoto Finance voert aan dat Vos een recht op ontbinding van de overeenkomst ontbeert op grond van toepasselijkheid van de algemene voorwaarden. Het verweer van Vos dat deze voorwaarden toepassing missen omdat geen redelijke mogelijkheid is aangeboden van de voorwaarden kennis te nemen alvorens de overeenkomst werd gesloten, kan de kantonrechter niet volgen. De voorwaarden waren aan de achterzijde van het ondertekende contract opgenomen en aan de voorzijde werd er naar verwezen. Het moge zo zijn dat hij zich niet uitdrukkelijk akkoord heeft verklaard met deze voorwaarden maar van een ondernemer mag toch worden verwacht dat hij bedacht is op algemene voorwaarden en zich verdiept in wat hij tekent. Wel is de kantonrechter van oordeel dat via de zogenaamde reflexwerking rekening dient te worden gehouden met het bepaalde in de artikelen 6:236 b,c en f BW aangezien Vos een eenmanszaak drijft en tussen partijen in rechte vaststaat dat hij niet uitdrukkelijk op deze artikelen is gewezen.
4.6 Voor zover artikel 2 lid 1 van de algemene voorwaarden van toepassing is, acht de kantonrechter dit artikel onredelijk bezwarend op grond van artikel 6:236 onder b BW aangezien dit artikel van de algemene voorwaarden - mede - de strekking lijkt te hebben de bevoegdheid van een huurkoper tot ontbinding van de huurovereenkomst te beperken. Dit is rechtens niet toegestaan. Het beroep op de vernietigbaarheid van dit artikel dient derhalve te worden toegewezen.
4.7 In zijn algemeenheid zijn de artikelen 3,10 en 11 niet onredelijke bezwarend voor Vos. Genoemde artikelen geven AgfaPhoto Finance het recht om zowel de achterstallige als de nog resterende termijnen op te eisen evenals de slotbetaling. Na de ontbinding van de overeenkomst is AgfaPhoto Finance gerechtigd de apparatuur terug te halen, te verkopen en is zij verplicht de opbrengst in mindering te brengen op hetgeen Vos zou zijn verschuldigd. Naar het oordeel van de kantonrechter is dit alleszins redelijk in het geval ontbonden wordt wegens tekortkoming in de betaling aan de zijde van Vos omdat de waardevermindering van het lab op deze wijze van verrekening voor rekening van Vos komt. Nu - vooralsnog - de ontbinding van de overeenkomst is te wijten aan een tekortkoming aan de zijde van het concern Agfa zijn de genoemde artikelen in de voorwaarden weldegelijk onredelijk bezwarend omdat dit de terugwerkende kracht van de ontbinding te niet doet.
4.8 Ontbinding van de financieringsovereenkomst dient onder de omstandigheden van onderhavig geval voor beide partijen de verplichting mee te brengen tot ongedaanmaking van hetgeen zij ter uitvoering van de overeenkomst hebben verricht. Daarbij dient uiteraard in aanmerking te worden genomen dat Vos gedurende een aantal jaren het feitelijk genot van de gekochte zaak heeft gehad. In dat verband heeft AgfaPhoto Finance zich op het standpunt gesteld dat een maandelijkse gebruiksvergoeding van het maandelijkse leasebedrag ad
€ 2.824,74 is gerechtvaardigd terwijl Vos heeft aangevoerd dat hij schade heeft geleden door het faillissement van Agfa, de negatieve werking daarvan voor de naam van Agfa in de markt, de problemen met de garantie en serviceverlening, het wegvallen van het Agfa-net en de als gevolg van het faillissement sterk teruggelopen waarde van de machines, het wegblijven van klanten en het ontbreken van het Agfa netwerk. De door Vos geleden schade is slechts summier uitgewerkt waardoor het onvoldoende gewicht heeft om tot ontbinding wegens wanprestatie te komen. De kantonrechter houdt het ervoor dat Vos op goede gronden op 27 december 2005 de kennisgeving aan de curator van Agfa tot opschorting en op 14 augustus 2006 tot buitengerechtelijke ontbinding heeft kunnen en mogen richten aan AgfaPhoto Netherlands BV nu door Agfa aan hem bij brief van 15 oktober 2005 was bericht dat door deze vennootschap alle bestaande contracten, voorwaarden en overeenkomsten tussen Agfa en Vos volledig door haar werden overgenomen. De tekortkomingen bestaande uit het faillissement van Agfa (waardoor Agfa niet meer aan haar garantie- en serviceverplichtingen kon voldoen) tezamen met de opgetreden mankementen aan het lab en het ontbreken van de winkelsigning en Agfa-net zijn naar het oordeel van de kantonrechter zodanig ernstig dat de buitengerechtelijke ontbinding van de overeenkomst rechtsgeldig kon worden ingeroepen.
4.9 Teneinde de gevolgen van de ontbinding van de overeenkomst te beoordelen heeft de kantonrechter (nogmaals) behoefte aan nadere inlichtingen van partijen, waartoe een comparitie zal worden bepaald. Bij deze gelegenheid zal Vos worden verzocht toe te lichten waarom de definitieve schade nog niet kan worden vastgesteld. Uiteraard zal de kantonrechter wederom een poging doen partijen tot elkaar te brengen.
4.10 Voor het overige wordt elke verdere beslissing aangehouden.
gelast partijen in persoon, rechtspersonen deugdelijk vertegenwoordigd om, desgewenst met gemachtigden, te verschijnen voor de kantonrechter voor het verstrekken van nadere inlichtingen en om te onderzoeken of partijen het op één of meer punten met elkaar eens kunnen worden, en wel op een nader, in overleg met partijen, vast te stellen datum, tijdstip en plaats;
verwijst de zaak naar de rolzitting van woensdag 18 november 2009 te 11.00 uur; vóór of uiterlijk op die zitting kunnen beide partijen schriftelijk aan de sector kanton opgeven op welke dagen zij in de komende maand volgende op die rolzitting verhinderd zijn, voor welke opgave geen nader uitstel zal worden verleend; op deze zitting zal dan worden bepaald wanneer en waar de comparitie van partijen zal plaatsvinden; na dagbepaling zal geen uitstel meer worden verleend;
houdt elke verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.B. Böttcher, kantonrechter, en op 21 oktober 2009 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.