ECLI:NL:RBGRO:2009:BL2135
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens diefstal van goederen door werknemer
In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 3 juli 2009 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen de stichting De Hoven en werknemer G. De Hoven, vertegenwoordigd door mr. G.W. Brouwer, verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met G. vanwege een gewichtige reden. De aanleiding voor dit verzoek was het wegnemen van een krat bier door G. zonder toestemming van zijn leidinggevende, Q. G. had op 12 maart 2009 zijn auto verplaatst naar de leveranciersingang en daar een krat bier in geplaatst, terwijl hij wist dat hiervoor toestemming vereist was. De Hoven stelde dat G. de bedoeling had om het krat bier te ontvreemden, wat leidde tot het verlies van vertrouwen in de werknemer.
G. voerde verweer en erkende dat hij het krat bier in zijn auto had gezet, maar stelde dat hij dit niet had willen stelen en dat het gebruikelijk was dat werknemers goederen van de werkgever konden lenen. Hij beweerde dat hij Q. had gevraagd of het goed was dat hij het krat bier meenam, maar de kantonrechter oordeelde dat dit niet geloofwaardig was. De rechter concludeerde dat G. voldoende gelegenheid had gehad om toestemming te vragen, maar dit niet had gedaan. De kantonrechter oordeelde dat er sprake was van een bewust wegnemen van goederen, wat gelijkstaat aan diefstal.
De kantonrechter oordeelde dat de omstandigheden zodanig waren dat de arbeidsovereenkomst ontbonden moest worden, omdat er een dringende reden voor ontslag op staande voet zou zijn geweest. De arbeidsovereenkomst werd ontbonden per 15 juli 2009, en de proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten droeg.