ECLI:NL:RBGRO:2010:BL2833

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
4 februari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
404370 CV EXPL 09-6048
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • R.Tj. Terpstra
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid aannemer voor gebreken in verbouwingswerkzaamheden en tijdige klachtplicht

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Groningen op 4 februari 2010, gaat het om een geschil tussen Q. en Z. over gebreken in de uitvoering van een aannemingsovereenkomst voor de verbouwing van een badkamer. Q. heeft Z. in 2008 opdracht gegeven voor de verbouwing, maar na de oplevering zijn er verschillende gebreken geconstateerd. Q. heeft Z. schriftelijk op de hoogte gesteld van deze gebreken en een termijn gegeven om deze te herstellen. Z. heeft echter niet binnen de gestelde termijn gereageerd, wat heeft geleid tot een rechtszaak.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat Q. op 16 september 2008 op correcte wijze heeft geklaagd over de gebreken. De rechter oordeelt dat de latere klachten van Q. niet tijdig zijn ingediend, omdat deze gebreken eerder zichtbaar waren en dus eerder gemeld hadden moeten worden. De kantonrechter heeft de vordering van Q. voor een deel toegewezen, namelijk voor het bedrag van € 360,00, dat Z. aan Q. moet betalen. De proceskosten zijn voor rekening van Q., omdat hij in het gelijk is gesteld, maar slechts in beperkte mate.

In reconventie heeft Z. ook vorderingen ingesteld, maar deze zijn afgewezen omdat ze onvoldoende onderbouwd waren. De rechter heeft de proceskosten in de reconventie gecompenseerd, gezien de uitkomst van de conventie. Dit vonnis benadrukt het belang van tijdige klachten bij gebreken in de uitvoering van een overeenkomst en de verantwoordelijkheden van zowel opdrachtgever als opdrachtnemer.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector kanton
Locatie Groningen
Zaak\rolnummer: 404370 \ CV EXPL 09-6048
Vonnis van 4 februari 2010
inzake
Q. en Q.,
beiden wonende te Assen,
eisers in conventie, verweerders in reconventie, hierna (in enkelvoud) Q. te noemen,
gemachtigde: mr. N. Hollander, advocaat te Groningen (Postbus 604, 9700 AP),
tegen
Z., h.o.d.n. Garantieklus,
wonende en zaakdoende te Hoogezand,
gedaagde in conventie, eiser in reconventie, hierna Z. te noemen,
procederend in persoon.
PROCESGANG
1. Op de bij dagvaarding met producties vermelde gronden heeft Q. gevorderd om Z. te veroordelen primair tot betaling van € 3.731,90 en subsidiair tot betaling van dat bedrag onder ontbinding van de met Z. gesloten overeenkomst, steeds met rente en kosten.
Z. heeft bij antwoord, onder overlegging van producties, de vordering betwist. In reconventie heeft Z. gevorderd Q. te veroordelen tot betaling van € 28.319,00.
Q. heeft de reconventionele vordering bestreden. Op grond van het tussenvonnis van 14 mei 2009 is op 24 juni 2009 een comparitie van partijen na antwoord gehouden. Daarvan is proces-verbaal opgemaakt. In het proces-verbaal is opgenomen de beslissing van de kantonrechter tot benoeming van een deskundige. De deskundige heeft een rapport uitgebracht. Beide partijen hebben een conclusie na deskundigenbericht genomen. Ten slotte is vonnis bepaald op de stukken, waarvan de inhoud als hier ingelast geldt.
OVERWEGINGEN
De feiten
2. Als gesteld en erkend, dan wel als niet of onvoldoende weersproken, alsmede op grond van de in zoverre onbetwiste inhoud der overgelegde producties staat het volgende vast.
2.1. Q. en Z. hebben een aannemingsovereenkomst gesloten. Met de opdrachtbevestiging van 22 juli 2008 heeft Z. de overeenkomst met Q. voor de verbouwing van diens badkamer bevestigd. Z. gaat de werkzaamheden verrichten voor de prijs van € 2.500,00 inclusief omzetbelasting. De overeengekomen werkzaamheden zijn, zakelijk weergegeven:
* raam aanbrengen in de buitenmuur
* installatiewerk voor cv, water en afvoer,
* reparatie lekkage bij toilet
* aanbrengen plafond met spotjes
* betegelen wanden en vloer
* aanbrengen stopcontact
* plaatsen wasbak met kraan en nieuwe wc.
De overeenkomst gaat uit van de aanschaf van tegels, plavuizen en voegmateriaal door Q.. Q. heeft een aanbetaling gedaan van € 1.000,00 inclusief omzetbelasting.
2.2. In de maand augustus zijn werkzaamheden verricht door Z.. Het werk is niet opgeleverd. Z. heeft Q. op 27 augustus 2008 een afsluitende factuur gestuurd van € 1.675,33 inclusief omzetbelasting. Deze factuur is door Q. voldaan.
2.3. Q. heeft Z. op 16 september 2008 een e-mail gestuurd waarin onder meer staat:
“Ik heb de hele betaling wel al overgemaakt, maar er moet nog wel het een en ander gebeuren. Je hebt aangegeven dat als we nog tegen dingen aan liepen dat we dan een lijstje konden opstellen (…).”
De e-mail heeft de volgende lijst met gebreken, zakelijk weergegeven:
* op sommige plaatsen is de voeg niet volledig dicht
* de kit tussen de vloertegels en de muurtegels is onregelmatig en ontbreekt achter de douchecabine
* onder de koof is nog een stukje oude muur zichtbaar
* op de koof moet nog een stukje gevoegd worden
* onder de wasbak lekt het nog steeds
* de radiator moet toch (cursivering kantonrechter) beter bevestigd worden
* de schroeven in het plafond moeten beter geplamuurd worden.
Over deze gebreken zegt Q. in de e-mail verder:
“ Dat zijn de punten die we nog hebben, ik hoop dat we snel een afspraak kunnen maken om dit op te lossen.
Z. reageert per omgaande per e-mail met de mededeling dat hij zo spoedig mogelijk een afspraak zal maken om de resterende werkzaamheden te verrichten.”
2.4. Z. is met een medewerker op 30 september 2008 naar de woning van Q. gegaan. Q. was niet aanwezig. Een Z. niet bekende man heeft hem begeleid naar de badkamer en hem meegedeeld dat er van het werk niets klopte. Z. heeft meteen Q. gebeld en de afspraak is gemaakt dat Z. op zaterdag - wanneer Q. er zelf zou zijn - terug zou komen.
2.5. Op zaterdag 4 oktober 2008 is Z. voornamelijk bezig geweest met het treffen van voorzieningen om de radiator steviger te plaatsen.
2.6. Q. heeft op 9 oktober 2008 Z. een e-mail gestuurd met het verzoek of zo snel mogelijk de rest gedaan kan worden. Z. reageert op dezelfde dag met een e-mail waarin hij aanbiedt eventueel ’s avonds of op zaterdag te komen. In oktober heeft Z. twee keer wegens een ongeval/ziekte afgezegd. Ook Q. heeft een keer afgezegd.
2.7. Gedateerd 6 november 2008 heeft de gemachtigde van Q. Z. in gebreke gesteld en hem een termijn van twee weken gegeven om gebreken te herstellen. In een e-mail van 7 november 2008 stuurt Q. aan Z. een nieuwe lijst met gebreken. Het gaat om, zakelijk weergegeven, de volgende punten:
* douchecabine in elkaar zetten en afwerken
* verfresten van het raam verwijderen
* kit gelijk maken
* buizen rondom afwerken
* koof opnieuw betegelen
* tegels rondom het raam zijn gescheurd en hebben een ongelijke voeg
* onder de koof is nog een stukje oude muur zichtbaar
* de hoek achter de wc is niet afgewerkt
* waar nodig opnieuw voegen
* manchetten (radiator)buizen
* plafond is te laag
* bevestiging radiator is niet afgewerkt
* muur slaapkamer beschadigd
* de kraan in de slaapkamer is te laag geplaatst
* scheuren in de tegels achter de spiegel, bij de wcd en bij de radiator
* de tegels van de muur en de vloer zijn scheef.
2.8. Z. heeft schriftelijk gereageerd op 8 november 2008 met de mededeling geen werkzaamheden meer te willen verrichten voor Q., onder meer omdat deze hem herhaalde malen tevergeefs naar diens woning heeft laten komen voor herstel- en opleverwerkzaamheden.
2.9. De door Q. ingeschakelde expert A. Dolstra van A.D Experts te Uffelte heeft op 28 januari 2009 gerapporteerd over de werkzaamheden van Z.. Voorafgaand aan zijn onderzoek op 10 december 2008 heeft de expert Z. daarvoor uitgenodigd op 2 december 2008. Z. heeft eveneens op 2 december 2008 aangegeven niet aanwezig te zullen zijn. De expert becijfert de schade, met name door het slecht aangebrachte tegelwerk (€ 1.850,00), op € 2.265,00.
De standpunten van partijen
3. Q. heeft zich gebaseerd op de vaststaande feiten en verder aangevoerd dat gebreken aan Z. kenbaar zijn gemaakt en dat Z. in de gelegenheid is gesteld deze te herstellen. Door dat niet binnen een redelijke tijd te doen is Z. in verzuim geraakt. Q. heeft daarom recht op schadevergoeding wegens toerekenbaar tekort komen.
De kwaliteit van de tegels is niet slecht.
Z. heeft Q. gewaarschuwd voor de slechte kwaliteit van de tegels toen die er al in zaten.
4. Het verweer van Z. is dat hij meerdere keren op zaterdagen met Q. heeft afgesproken om de werkzaamheden op te leveren en om gebreken te herstellen. Herhaaldelijk is hij tevergeefs bij de woning van Q. geweest. Ook heeft hij zelf twee keer moeten afzeggen wegens ongeval/ziekte. Q. heeft hem niet in de gelegenheid gesteld het werk af te maken.
De tegels die Q. beschikbaar heeft gesteld waren van slechte kwaliteit. Z. heeft daarvoor gewaarschuwd.
Z. heeft Q. afgeraden de radiator aan de gipsplatenwand te bevestigen.
De douchecabine maakt geen deel uit van de overeengekomen werkzaamheden.
De koof en het betegelen daarvan maakt geen deel uit van de overeengekomen werkzaamheden.
De beoordeling van het geschil
5. De kantonrechter neemt als juridisch uitgangspunt dat wanneer een opdrachtgever, in deze zaak Q., het niet eens is met het geleverde werk door de opdrachtnemer, in deze zaak Z., daarover tijdig en schriftelijk wordt geklaagd.
6. De kantonrechter is van oordeel dat Q. met zijn e-mail van 16 september 2008 op een correcte wijze heeft geklaagd. Gelet op de reactie van Z. van gelijke datum op de klachtenlijst van Q., vindt Z. dat ook. Dit oordeel brengt mee dat de latere klachtenlijst van Q. door de kantonrechter als ontijdig wordt aangemerkt. De op die latere lijst van 7 november 2008 voorkomende klachten hadden veel eerder door Q. kunnen worden opgevoerd. Het waren immers meteen zichtbare gebreken. De kantonrechter vermoed dat deze latere klachten zijn opgevoerd na de problemen die zijn ontstaan in vooral de maand oktober van 2008 om tot herstel van de klachten van de eerste lijst te komen.
7. Tijdens de comparitie na antwoord heeft Q. de klachten beperkt tot die welke door de expert A. Dolstra zijn onderzocht. Dat betekent, gelet op het oordeel in rechtsoverweging 6, dat het geschil beperkt is tot het tegelwerk en de bevestiging van de radiator, de onderdelen 3 en 7 uit het rapport van Dolstra. De overige punten uit diens rapport komen immers niet voor op de gebrekenlijst van 16 september 2008. Op die onderdelen zal de vordering van Q. worden afgewezen.
8. Voor wat betreft de radiator oordeelt de kantonrechter geloofwaardig dat Z. heeft gewaarschuwd tegen het ophangen van de radiator aan de gipswand. In de eerste plaats omdat het wel erg voor de hand ligt een dergelijk zwaar object niet zomaar aan een gipswand te bevestigen. In de tweede plaats door de woordkeus van Q. op dit punt in de gebrekenlijst van 16 september 2008, het woordje toch. Ook op dit punt zal de vordering van Q. worden afgewezen.
9. Over het tegelwerk ten slotte heeft Q. gesteld dat dit geheel vernieuwd dient te worden. Hij stelt daarvoor een vordering in van € 1.850,00, zich baserend op het rapport van de door hem ingeschakelde expert A. Dolstra. Z. heeft verweer gevoerd, waarna de door de kantonrechter benoemde deskundige een schade heeft becijferd van € 360,00. Er is voor de kantonrechter geen reden aan het rapport van de deskundige te twijfelen. Op grond van dit rapport is de kantonrechter ook van oordeel dat het voor beide partijen duidelijk moet zijn geweest dat de tegels van slechte kwaliteit waren en dat Z. zich daarmee toch aardig, maar niet helemaal, heeft gered.
De vordering van Q. zal voor het bedrag van € 360,00 worden toegewezen.
10. De toewijzing van slechts € 360,00 betekent naar het oordeel van de kantonrechter dat de proceskosten voor rekening van Q. moeten komen. Deze worden aan de kant van Z. voor wat betreft het salaris op nihil bepaald omdat hij in persoon heeft geprocedeerd en geen procesgemachtigde heeft hoeven betalen. De kosten van de deskundige, die door de opstelling van beide partijen nodig is geweest, moeten door hen naar rato van het aan Q. toegewezen en afgewezen deel van diens vordering worden gedragen. Voor rekening van Q. komt 81% van € 1.500,00 en voor rekening van Z. 19% van € 1.500,00. Z. heeft een voorschot voldaan van € 750,00 zodat Q. aan Z. dient te betalen € 465,00.
11. In de reconventie zullen de vorderingen van Z. worden afgewezen omdat deze onvoldoende zijn onderbouwd. Omdat Q. voor het verweer tegen deze vordering nagenoeg geen moeite heeft hoeven doen en gelet op de afloop in de conventie zal de kantonrechter de proceskosten in de reconventie compenseren als in de uitspraak aangegeven.
BESLISSING
De kantonrechter:
In conventie:
veroordeelt Z. om tegen bewijs van betaling aan Q. te voldoen een bedrag van € 360,00, vermeerderd met de rente vanaf 23 april 2009 tot de algehele voldoening;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
veroordeelt Q. in de kosten van het geding, aan de zijde van Z. tot aan deze uitspraak vastgesteld op nihil voor salaris en op € 465,00 voor de door Z. voorgeschoten kosten van de deskundige;
In reconventie:
ontzegt het gevorderde;
bepaalt dat partijen de aan eigen zijde gevallen kosten dragen.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.Tj. Terpstra, kantonrechter, en op 4 februari 2010 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.
typ: RTjT