ECLI:NL:RBGRO:2010:BL4569

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
16 februari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
114719
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • D.A. Flinterman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om wijziging geslachtsnaam van een minderjarige

In deze zaak heeft de vrouw, bijgestaan door haar advocaat mr. E. Henkelman, de rechtbank verzocht om de man te bevelen zijn medewerking te verlenen aan de wijziging van de geslachtsnaam van hun minderjarige kind, [de minderjarige]. De vrouw heeft dit verzoek ingediend op 8 december 2009, omdat [de minderjarige] al geruime tijd geen contact meer heeft met de man en de wens heeft om de achternaam van zijn moeder aan te nemen. De man, die geen toestemming voor de naamswijziging wilde geven, heeft ter zitting verklaard dat hij al lange tijd geen contact meer heeft met [de minderjarige] en dat hij zijn pogingen om contact te leggen heeft gestaakt. De rechtbank heeft op 16 februari 2010 uitspraak gedaan in deze zaak.

De rechtbank overweegt dat ingevolge artikel 1:5 van het Burgerlijk Wetboek kinderen van dezelfde ouders dezelfde geslachtsnaam hebben. Aangezien [zus van minderjarige] geen wijziging van haar geslachtsnaam wenst, kan het verzoek van de vrouw niet worden toegewezen. De rechtbank benadrukt het belang van contact met beide ouders voor de ontwikkeling van minderjarige kinderen. Het is zorgwekkend dat [de minderjarige] geen contact met de man wil hebben, wat kan wijzen op een onvolledig beeld van zijn vader. De rechtbank adviseert zowel de vrouw als [de minderjarige] om hulp te zoeken om deze situatie te verbeteren.

Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek van de vrouw afgewezen, waarbij de mogelijkheid voor hoger beroep bij het Gerechtshof te Leeuwarden is aangegeven. De termijn voor het instellen van beroep bedraagt drie maanden na de datum van de uitspraak, of na betekening aan de partij die niet is verschenen.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector Civielrecht
zaaknr.: 114719/ FA RK 09-2895
beschikking d.d. 16 februari 2010
in de zaak van:
[de vrouw],
wonende te [adres],
verzoekster,
hierna te noemen de vrouw,
advocaat mr. E. Henkelman,
en
[de man],
wonende te [adres],
verweerder,
hierna te noemen de man.
PROCESVERLOOP
De vrouw heeft bij verzoekschrift van 8 december 2009 de rechtbank verzocht om:
1. de man te bevelen om zijn medewerking aan de indiening van het verzoek tot achternaamswijziging van de minderjarige [de minderjarige] te verlenen, zulks binnen 30 dagen na datum van de door de rechtbank te geven beschikking;
2. te bepalen dat indien de man zulks niet binnen voornoemde termijn doet, aan de vrouw vervangende machtiging voor de ontbrekende instemming van de man wordt verstrekt, in die zin dat de toestemming van de man door de toestemming van de rechtbank wordt vervangen, zodat de vrouw kan overgaan tot het indienen van een verzoek tot achternaamswijziging van [de minderjarige met achternaam man] in [de minderjarige met achternaam vrouw].
De rechtbank heeft de vrouw, bijgestaan door haar raadsman, de man, alsmede de heer J. Scholte Aalbes namens de Raad voor de Kinderbescherming (verder te noemen de Raad) gehoord ter zitting met gesloten deuren van 28 januari 2010.
RECHTSOVERWEGINGEN
Partijen zijn gehuwd geweest. Bij beschikking van 15 januari 2002 is de echtscheiding tussen partijen uitgesproken, welke beschikking op 22 februari 2002 in de registers van de burgerlijke stand is ingeschreven.
Partijen hebben het gezag over de minderjarige
* [zus van minderjarige], geboren [in 1994] in de gemeente [***], en
* [de minderjarige], geboren [in 1995] in de gemeente [***].
De kinderen hebben hun hoofdverblijf bij de vrouw.
Standpunt van partijen
De vrouw heeft op verzoek van [de minderjarige] haar verzoeken ingediend om te kunnen bewerkstelligen dat de achternaam van [de minderjarige] wordt gewijzigd. [de minderjarige] heeft in de afgelopen vijf jaar geen omgang gehad met de man. [de minderjarige] wil in de toekomst ook geen contact meer met hem. Hij wenst de achternaam van zijn moeder aan te nemen. Op school voert [de minderjarige] al de achternaam van de vrouw. Hij wordt boos als iemand hem met de achternaam van de man aanspreekt.
[zus van minderjarige] gaat nog wel naar de man toe. Zij wil haar achternaam niet wijzigen.
De man weigert om toestemming voor naamswijziging te geven. Daarom verzoekt de vrouw de rechtbank om de man te bevelen zijn medewerking te verlenen aan de achternaamswijziging dan wel om vervangende toestemming te verlenen.
De man heeft ter zitting naar voren gebracht dat hij al lang geen meer contact heeft met [de minderjarige]. De man heeft jarenlang geprobeerd om contact met [de minderjarige] te krijgen, maar hij kreeg geen reactie van hem. Hij is daarom met zijn pogingen opgehouden.
[zus van minderjarige] komt om de veertien dagen bij de man.
Namens de Raad is ter zitting gesteld dat naamswijziging op dit moment niet aangewezen is. Als [de minderjarige] 18 jaar is kan hij de situatie beter overzien. [de minderjarige] heeft geen enkel contact met de man. Wellicht heeft [de minderjarige] hulp nodig met betrekking tot het beeld dat hij van zijn vader heeft.
Beoordeling
Ingevolge artikel 1:5 BW hebben kinderen van dezelfde ouders dezelfde geslachtsnaam. Nu [zus van minderjarige] geen wijziging van de geslachtsnaam wenst is de rechtbank van oordeel dat het verzoek van de vrouw reeds op grond van deze wettelijke bepaling niet toewijsbaar is.
De rechtbank overweegt voorts dat contact met beide ouders in het belang van minderjarige kinderen is te achten. Ter zitting alsook uit de twee gesprekken met [de minderjarige] is gebleken dat [de minderjarige] -mogelijk mede uit loyaliteit naar de vrouw- geen enkel contact met de man wil hebben. [de minderjarige] heeft op 8-jarige leeftijd voor het laatst omgang met de man gehad en heeft toen op enig moment ervaren dat zijn vader zich negatief naar hem toe uitliet. Naar het oordeel van de rechtbank heeft [de minderjarige] zich nog geen evenwichtig beeld van zijn vader kunnen vormen. Onduidelijk is gebleven waarom [de minderjarige] geen enkel contact met de man wil hebben. De rechtbank acht dit gegeven zeer zorgelijk voor de identiteitsontwikkeling van [de minderjarige]. De rechtbank geeft derhalve mede gezien het advies van de Raad zowel de vrouw als [de minderjarige] in overweging om hierbij hulp op vrijwillige basis te zoeken.
BESLISSING
De rechtbank wijst het verzoek van de vrouw af.
Deze beschikking is gegeven door mr. D.A. Flinterman en uitgesproken door deze ter openbare terechtzitting van 16 februari 2010 in tegenwoordigheid van mr. A. van der Wal als griffier.
AW
De griffier deelt mede, dat partijen tegen deze beschikking, voor zover hierin een eindbeslissing is opgenomen, in hoger beroep kunnen gaan bij het Gerechtshof te Leeuwarden. Dit beroep dient door partijen te worden ingesteld binnen drie maanden na de datum van de uitspraak. Deze datum staat in de beschikking vermeld.
Voor de partij, die in deze procedure niet is verschenen, vangt de termijn van drie maanden aan na de betekening van deze beschikking aan hem/haar in persoon dan wel op het moment, waarop deze beschikking aan hem/haar op andere wijze is bekend geworden.
Het beroep moet namens een partij worden ingesteld door een advocaat. Als u in aanmerking wilt komen voor door de overheid (gedeeltelijk) gefinancierde rechtsbijstand, dan kan uw advocaat daartoe namens u een verzoek indienen bij de Raad voor Rechtsbijstand. Uw advocaat kan u daaromtrent nader informeren.